Als u een andere mix stapeling selecteert, dan verschuiven de faders onmiddellijk
naar nieuwe posities. Zorg er voor dat er geen voorwerpen vlakbij de faders staan.
1-16
INPUT
De "mix stapeling" is de groep kanalen die wordt bestuurd door de [ON] knop-
pen 1–16, [SEL] en 1–16 en faders 1–16 op het bovenpaneel. De AW4416 bevat
de volgende drie mix stapelingen:
1 Ingangskanalen 1–16
2 Ingangskanalen 17–24 + return kanalen
3 Afluisterkanalen
Zelfs als u naar een andere mix stapeling gaat, dan blijven de faderlokaties en
[ON] knop instellingen van de vorige mix stapeling in het geheugen bewaard, en
zullen deze terugkeren als deze mix stapeling opnieuw wordt geselecteerd.
4. Verschuif, als de [ON] knoppen 1/2 aanstaan, de faders 1/2 naar de 0 dB
positie.
5. Kijk, terwijl u uw instrument bespeelt, naar de niveaumeters die in het
scherm worden getoond en pas het ingangsniveau van ingangen 1/2
aan.
Als de AW4416 nog steeds de originele instellingen bevat, dan worden de ingan-
gen als volgt aan de ingangskanalen toegewezen. Zoals u in het diagram kunt
zien, is de drum computer (of zijn de drum microfoons) aangesloten op de
INPUT aansluitingen 1/2 toegewezen aan de ingangskanalen 1/2.
INPUT aan-
sluitingen1–8
I/O kaart
I/O kaart
Schuif de faders van ingangskanalen 1/2 vervolgens omhoog en controleer of er
signaal binnenkomt. Als de niveaumeters de "CLIP" positie bereiken, dan moet u
de [GAIN] knoppen 1/2 omlaag zetten.
Tip!
De toewijzing van de ingangen en ingangskanalen kan naar wens worden gewij-
zigd. Zie pag. 133 voor details.
MIXING LAYER
17-24
MONI
RTN
INPUT
RECORDER
Ingangs-
toewijzing
×8
OPTION I/O
sleuf 1
×8
OPTION I/O
×8
sleuf 2
Hoofdstuk 5—Opnemen met de AW4416
MIXING LAYER
17-24
1-16
RTN
MONI
INPUT
INPUT
RECORDER
Mengpaneel gedeelte
Ingangskanalen 1–8
Ingangskanalen 9–16
Ingangskanalen 17–24
— Bedieningshandleiding
PROFESSIONAL AUDIO WORKSTATION
79