N.B.
Als u vanaf het midden van de song begint af te spelen, dan gaat de automix vanaf
dezelfde lokatie afspelen. Als er zich voor de startlokatie van het afspelen automix
events bevinden, begint de automix af te spelen alsof de eerdere events reeds zijn
verricht (d.w.z. de mix is bijgewerkt voordat het afspelen begint).
5. Verplaats, om het afspelen van de automix te stoppen, de cursor naar de
STOP knop in het scherm en druk op de [ENTER] knop of druk op de
[STOP] knop op het bovenpaneel.
Zelfs als de automix niet op deze manier handmatig wordt gestopt, stopt deze
automatisch nadat alle opgenomen automix events zijn afgespeeld.
Events overschrijven
Nieuwe data kan worden overschreven (toegevoegd of herschreven) in een eer-
der opgenomen automix, en wel in een ander kanaal ofwel in een ander mix ele-
ment in hetzelfde kanaal. Na bijvoorbeeld het opnemen van fader wijzigingen
van afluisterkanaal 1, kunt u vervolgens fader wijzigingen van afluisterkanaal 2
opnemen, of pan wijzigingen in hetzelfde kanaal. De volgende uitleg toont dat
pan of EQ wijzigingen kunnen worden overschreven naar een automix die reeds
eerder opgenomen wijzigingen van de afluisterkanaal faders bevat.
U kunt volgens dezelfde procedure de eerder opgenomen events van een eerder
opgenomen kanaal overschrijven (herschrijven). In dat geval wordt de eerder
opgenomen versie gewist als u begint met het overschrijven-opnemen.
1. Druk op de [HOME] knop in het FADER MODE gedeelte en op de
[MONI] knop in het MIXING LAYER gedeelte.
2. Ga naar een punt in de song dat iets voor het punt ligt waar u wilt
beginnen met overschrijven.
3. Druk op de [AUTOMIX] knop
4. Controleer of de knop in het AUTOMIX veld op "ENABLE" staat.
Aan
[F1] knop.
— Bedieningshandleiding
Hoofdstuk 14—Automix
219