Advertenties
2
Onderdelen en de func-
ties ervan
In dit hoofdstuk worden de namen en functies van de verschillende onder-
delen op het bovenpaneel, achterpaneel en regelpaneel uitgelegd.
N.B.
Namen van de knoppen op het bovenpaneel staan tussen vierkante haakjes [ ], om ze
te onderscheiden van de "software" knoppen die in de display worden getoond .
Voorbeeld: [SEL] knop, EQ [Q] knop
Bovenpaneel
Analoge ingangen/uitgangen gedeelte
1
2
PEAK
PEAK
LINE
MIC
LINE
MIC
1 [GAIN] knoppen
Deze knoppen stellen de ingangsgevoeligheid in van de INPUT aansluitingen 1–
8. Het ondersteunde ingangsniveau bereik is van –46 dB– +4 dB.
2 PEAK indicators
Deze LED's lichten rood op als het ingangssignaal van INPUT aansluitingen 1–8
een niveau van 3 dB onder het clip punt (punt van vervorming) bereiken.
3 [PHONES] knop
Deze knop stelt het uitgangsniveau af van het signaal dat via de PHONES uitgang
op het achterpaneel wordt verstuurd.
4 [MONITOR OUT] knop
Deze knop stelt het uitgangsniveau af van het signaal dat via de MONITOR OUT
uitgangen op het achterpaneel wordt verstuurd.
1
3
4
5
PEAK
PEAK
PEAK
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
4
6
7
8
PEAK
PEAK
PEAK
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
1
PEAK
2
PEAK
3
PEAK
4
PEAK
5
PEAK
6
PEAK
7
PEAK
8
PEAK
PHONES
MONITOR OUT
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
LINE
MIC
MIN
MAX
MIN
MAX
PROFESSIONAL AUDIO WORKSTATION
— Bedieningshandleiding
2
3
PHONES
MONITOR OUT
MIN
MAX
MAX
MIN
31
Advertenties
