1 Bepaal waar u de scherpstelling wilt
aanpassen en vastleggen, en raak dit punt aan
op het scherm.
wordt weergegeven.
2 Raak [END] aan.
Als u de instelling wilt terugzetten op
automatische belichting, raakt u
[AUTO]t[END] aan.
• Als u [SPOTMETER] instelt, wordt
[BELICHTING] automatisch ingesteld op
[HANDMATIG].
• De instelling keert terug naar [AUTO] wanneer u
de stroombron langer dan vijf minuten loskoppelt.
BELICHTING
U kunt de helderheid van een beeld handmatig
vastleggen. Als u bijvoorbeeld op een heldere
dag binnen opneemt, kunt u voorkomen dat er
schaduw van het tegenlicht valt op personen
naast het raam door de belichting vast te
leggen op de muur van de kamer.
60min
STBY
BELICHTING: HANDMATIG
AUTO
1 Raak [HANDMATIG] aan.
wordt weergegeven.
2 Pas de belichting aan met
3 Raak
aan.
Als u de instelling wilt terugzetten op
automatische belichting, raakt u [AUTO] t
aan.
• Als u het LCD-scherm 180 graden draait en het
LCD-scherm sluit met het venster naar buiten
gericht, kunt u [FADER] en [BELCHT] aanpassen
terwijl u door de beeldzoeker (p.56) kijkt.
• De instelling keert terug naar [AUTO] wanneer u
de stroombron langer dan vijf minuten loskoppelt.
WITBALANS (witbalans)
U kunt de witbalans aanpassen aan de
helderheid van de opnameomgeving.
HAND-
MATIG
OK
/
.
B AUTO
De witbalans wordt automatisch aangepast.
BUITEN (
)
De witbalans wordt ingesteld voor de
volgende opnameomstandigheden:
– Buiten
– Buitenopnamen's nachts, neonverlichting
en vuurwerk
– Zonsopgang of zonsondergang
– Bij TL-buizen
BINNEN (n)
De witbalans wordt ingesteld voor de
volgende opnameomstandigheden:
– Binnen
– Op een feestje of in studio's waar de
lichtomstandigheden snel veranderen
– Bij videolampen in een studio of bij
natriumlampen of kleurenlampen met
gloeilamplicht
EEN DRUK (
)
De witbalans wordt aangepast aan het
omgevingslicht.
1 Raak [EEN DRUK] aan.
2 Vul het scherm met een wit object, zoals
een vel papier, met dezelfde
lichtomstandigheden als waarmee u het
onderwerp wilt opnemen.
3 Raak [
] aan.
knippert snel. Als de witbalans is
aangepast en opgeslagen in het
geheugen, knippert de aanduiding niet
meer.
• Houd het witte voorwerp binnen het kader
terwijl
snel knippert.
•
knippert langzaam als de witbalans
niet kan worden ingesteld.
• Als
blijft knipperen wanneer u
hebt aangeraakt, stelt u [WITBALANS]
in op [AUTO].
• Wanneer u de accu vervangt terwijl [AUTO] is
geselecteerd of wanneer u de camcorder van
binnen naar buiten brengt terwijl u een
vastgelegde belichting gebruikt, moet u [AUTO]
selecteren en de camcorder ongeveer 10 seconden
richten op een wit voorwerp in de buurt voor een
betere aanpassing van de kleurbalans.
Wordt vervolgd ,
51