KEUZE VAN EEN AFSTANDSEENHEID (1)
Voer de Menumodus in en open Menu 626.
■ Snelheid, afstand <SPEED, DISTANCE>
Stel in op [mi/h, mile], [km/u, km], of [knots, nm].
■ Hoogte, regenval <ALTITUDE, RAIN>
Instellen op [feet, inch] of [m, mm].
■ Temperatuur <TEMPERATURE>
Instellen op [°F] of [°C].
KEUZE VAN EEN AFSTANDSEENHEID (2)
Voer de Menumodus in en open Menu 627.
■ Breedtegraad, lengtegraad <POSITION>
Stel in op [dd°mm. mm'], of op [dd°mm' ss. s"] .
■ Rasterformaat <GRID FORMAT>
Stel in op [MAIDENHEAD GRID], [SAR GRID (CONV)], of
[SAR GRID (CELL)].
KEUZE VAN EEN NAVITRA GROEP
Voer de Menumodus in en open Menu 628.
■ Groepsfunctie <GROUP MODE>
Stel de groepsfunctie in op AAN of UIT.
■ Voer de Groepscode in <GROUP CODE>
•
U kunt cijfers van 0 tot 9 en letters van A tot Z invoeren.
OPSLAG VAN EEN NAVITRA BERICHT
Voer de Menumodus in en open Menu 629.
U kunt tot 5 mededelingen samenstellen, die elk uit 20 letters en
cijfers kunnen bestaan.
INSTELLINGEN SmartBeaconing
Voer de Menumodus in en open Menu 630 en 631.
Stel gebruik van SmartBeaconing
dataverzending.
Met deze functie optimaliseert beacon-verzendingen op basis
van de rijrichting en -snelheid. Gebruik deze functie als u uw
verzendingen wilt volgen, in het bijzonder voor het optimaliseren
van gekruiste beacon-verzendintervals.
■ Lage snelheid <LOW SPEED>
Lagesnelheidsinstelling (2 ~ 30 <mi/h, km/h of knots>). Als
de snelheid lager is dan deze snelheid, worden beacons
uitgezonden met de intervallen die zijn gespecifi ceerd onder
SLOW RATE.
Opmerking: Om de snelheidsinstellingen van de eenheden te selecteren,
ga naar Menu 626 (DISPLAY UNIT 1 - SPEED, DISTANCE).
■ Hoge snelheid <HIGH SPEED>
Hogesnelheidsinstelling (2 ~ 90 <mi/h, km/h of knots>). Als
de snelheid hoger is dan deze snelheid, worden beacons
uitgezonden met de intervallen die zijn gespecifi ceerd onder
FAST RATE
Opmerking: Om de snelheidsinstellingen van de eenheden te selecteren,
ga naar Menu 626 (DISPLAY UNIT 1 - SPEED, DISTANCE).
■ Langzame frequentie <SLOW RATE>
Lagesnelheids-intervaltijd (1 ~ 100 minuten).
■ Snelle frequentie <FAST RATE>
Hogesnelheids-intervaltijd (10 ~ 180 seconden).
■ Draaihoek <TURN ANGLE>
Verandering in rijrichting, minimale instelwaarde
(5 ~ 90 graden).
■ Draaihelling <TURN SLOPE>
Verandering in rijrichting, aanvullende instelwaarde
(1 ~ 255 (10degrees/speed)).
■ Draaitijd <TURN TIME>
Minimale vertraging tussen verzending van iedere beacon
(5 ~ 180 seconden).
Opmerkingen:
◆
Als Menu 602 is ingesteld op een andere waarde dan [GPS], werkt deze op
SLOW RATE.
◆
Pas de instellingswaarden aan zodat deze overeenkomen met de feitelijke
rijstatus.
APRS-21
TM
TM
in (Menu 611) met APRS-