WIJZIGEN VAN FM/AM-MODUS
De zendontvanger kan ook ontvangen (niet uitzenden) in AM op
band A. De standaardmodus op de 118 MHz-band is AM terwijl
de standaard op de 144, 220, 300 of 430/440 MHz-band FM is.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 102.
2 AStel de modus in op AM, FM of NFM.
Opmerking: U kunt niet tussen FM en AM wisselen voor ontvangst op de band B.
GEAVANCEERD ONDERSCHEPPINGSPUNT (AIP)
De VHF/UHF-band is vaak belast in stedelijke omgevingen.
AIP helpt bij het verwijderen van interferentie en vermindert
geluidsvervorming als gevolg van intermodulatie. U kunt deze
functie alleen gebruiken op de VHF/UHF-band.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 103 (VHF.AIP) en/of
Menu 104 (UHF.AIP).
2 Zet de AIP op ON of OFF.
S-METER SQUELCH
S-meter squelch zorgt ervoor dat de squelch alleen opent
wanneer het apparaat een signaal van dezelfde of grotere
sterkte ontvangt als de S-meterinstelling. De functie ontneemt u
de taak om constant de squelch te moeten terugstellen wanneer
u zwakke stations ontvangt waar u niet in bent geïnteresseerd.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 105.
2 Zet de S-Meter squelch op ON of OFF.
3 Om uw S-meterinstelling te selecteren, draai de linker (band
A) of rechter (band B) SQL-knop, afhankelijk van de band die
u hebt geselecteerd.
•
De squelch opent alleen op het niveau dat u hebt geselecteerd
(bijvoorbeeld op niveau 9).
■ Squelch-wachttijd
Wanneer u de S-meter squelch gebruikt kunt u het
tijdsinterval afstellen tussen wanneer de ontvangen signalen
wegvallen en wanneer de squelch sluit.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 106.
2 Stel de wachttijd in op 125, 250 of 500 ms of op OFF.
LUIDSPREKER UIT
Tijdens het ontvangen of uitzenden op de TX-band, kunt u het
geluid dat u op de andere band ontvangt uitschakelen. Gebruik
deze functie om de luidspreker aangesloten op die band (niet op
de TX-band) te onderdrukken.
Druk tijdens ontvangst op [F], [MUTE] om geluidsonderdrukking
aan of uit te zetten.
•
Het
pictogram verschijnt op de display wanneer functie aan
staat.
■ Wachttijd geluidsonderbreking
Wanneer u Luidspreker uit gebruikt, kunt u het tijdsinterval
afstellen tussen wanneer u een signaal ontvangt en wanneer
de luidspreker wordt onderdrukt.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 107.
2 Stel de wachttijd in op 125, 250, 500, 750 of 1000 ms.
SLAGWIJZIGING
Omdat de zendontvanger een microprocessor gebruikt om de
verschillende functies te bedienen, kan de trillingsgenerator van
de CPU-klok of de afbeelding verschijnen op sommige plaatsen
van de ontvangstfrequenties. In dat geval raden wij u aan de
Slagwijzigings (Beat Shift )-functie in te schakelen.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 108.
2 Zet de Slagwijziging op ON of OFF.
TIME-OUT-TIMER (TOT)
Soms is het nodig of wenselijk om een uitzending te beperken tot
een bepaalde maximumtijd. U kunt deze functie gebruiken om
time-outs van de repeater te voorkomen bij de verbinding of om
batterijstroom te besparen.
Als een time-out van de TOT optreedt (standaard 10 minuten),
geeft de zendontvanger pieptonen af en gaat automatisch terug
naar de ontvangstmodus. Om de uitzending te hervatten, laat u
deze functie los en drukt u nogmaals op de microfoon [PTT].
1 Voer de Menumodus in en open Menu 109.
2 Stel de timer in op 3, 5 of 10 minuten.
OTHER OP-3