WEERSTATIONS-GEGEVENSUITVOER
Voer de Menumodus in en open Menu 615.
■ Zenden <TX>
Deze instelling bepaalt of de meteorologische data verkregen
van het weerstation moet worden verzonden met de APRS-
datacommunicatie.
■ Zendintervaltijd <TX INTERVAL>
Hiermee kiest u het interval waarmee de meteorologische
gegevens worden verzonden met de APRS
gegevenscommunicatie.
Het interval kan worden ingesteld op 5, 10, 30, of 60 minuten.
•
De volgende meteorologische gegevens worden verzonden:
•
Regenval
•
Luchttemperatuur
•
Windrichting
•
Windsnelheid
•
Luchtdruk
•
Vochtigheidsgraad
•
Deze gegevens worden verzonden in het APRS
standaardformaat (breedtegraad/lengtegraad en tijdsinformatie).
•
U kunt de meteorologische data die worden verzonden
controleren via MY WEATHER STATION. (Druk op [F], [WXi])
INSTELLING ALS DIGIPEATER
■ DIGIPEAT
Voer de Menumodus in en open Menu 616.
Als u de TM-D710G gebruikt als een digipeater, geeft u aan
of u een pakket digipeat dat uw Callsign in het pakketpad
heeft.
In het ontvangen pakketpad, als u uw oproepteken
hebt ingesteld in MY CALLSIGN (Menu 600), wordt
het gereedteken ( ) voor digipeat toegevoegd aan uw
oproepteken en verwerkt vervolgens de doorzending.
(Bijvoorbeeld, "JA1YKX-1" > "JA1YKX-1 ".)
■ UICHECK
Voer de Menumodus in en open Menu 617.
Deze functie zal geen eenmalig ontvangen UI-frame
doorsturen binnen de instelling UICHECK-tijd. Dit geldt voor
iedere UIDIGI, UIFOOD en UITRACE.
UI-frame (Ongenummerd informatieframe)
Data kan worden verzonden en de APRS-beacon, etc. kan
zonder verbinding worden gebruikt. UIDIGI, UIFLOOD en
UITRACE zijn alle gespecialiseerde relay-verwerkingsmodi
voor UI-frames.
■ UIDIGI
Voer de Menumodus in en open Menu 618.
Als u de TM-D710G als een digipeater gebruikt, geeft u aan
of de UI-digipeat wordt uitgevoerd.
Wanneer u een UI-frame ontvangt dat overeenkomt met
de door u ingevoerde tekenreeks-alias (RELAY, WIDE 1-1,
etc.) van het begingedeelte van het pakketpad dat nog niet
is gedigipeated, wordt het gereedteken ( ) voor digipeat
toegevoegd aan uw oproepteken (de door u ingestelde
oproepteken in MY CALLSIGN) en de relay begint met de
verwerking. (Bijvoorbeeld "WIDE 1-1" > "JA1YKX-1 ", etc.)
1 Draai aan de Afstelknop om de functie AAN te zetten en
druk dan de Afstelknop in.
2 Draai aan de Afstelknop om in te stellen op "ALIASES"
en druk dan de Afstelknop in.
•
Het scherm voor invoeren van een pad verschijnt; het eerste
letterteken knippert.
•
U kunt cijfers van 0 tot 9, letters van A tot Z, de , (komma) en
– invoeren.
APRS-17