DATABAND
Selecteer hoe gegevens moeten worden uitgezonden en
ontvangen op uw zendontvanger.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 529.
2 Zet de databand op A-BAND (A-band ontvangt en zendt uit),
B-BAND (B-band ontvangt en zendt uit), TX:A-BAND RX:B-
BAND (A-band zendt (
RX:A-BAND TX:B-BAND (A-band ontvangt (
zendt (
) uit).
COM-POORTSNELHEID
U kunt de snelheid instellen waarop de computer en de
zendontvanger informatie uitwisselen wanneer de zendontvanger
is aangesloten op uw computer.
1
Voer de Menumodus in en open Menu 528.
2
Zet de COM-poortsnelheid op 9600, 19200, 38400 of 57600 bps.
•
Door het apparaat in of uit te schakelen verandert u de
poortsnelheid.
EXTERNE TNC GEBRUIKEN
■ Externe databand
1 Voer de Menumodus in en open Menu 517.
2 Zet de databand op A-BAND (A-band ontvangt en zendt
uit), B-BAND (B-band ontvangt en zendt uit), TX:A-BAND
RX:B-BAND (A-band zendt uit en B-band ontvangt) of
RX:A-BAND TX:B-BAND (A-band ontvangt en B-band
zendt uit).
■ Snelheid DATA-station
Selecteer 1200 of 9600 bps voor de snelheid van
gegevensoverdracht, afhankelijk van uw TNC.
1200 bps: De uitvoergevoeligheid van verzendgegevens
(PKD) is 40 mV
, en de invoerimpedantie is 10 kΩ.
p-p
9600 bps: De uitvoergevoeligheid van verzendgegevens
(PKD) is 2 V
, en de invoerimpedantie is 10 kΩ.
p-p
1 Voer de Menumodus in en open Menu 518.
2 Zet de gegevenssnelheid op 1200 of 9600 bps.
) uit en B-band ontvangt (
) en B-band
■ SQC-uitvoerinstelling
U kunt de voorwaarde instellen waarop het SQC-
uitvoerstation moet worden geactiveerd.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 520.
2 Zet de SQC-uitvoeractiveringsmethode op één van de
volgende waarden:
•
OFF: SQC-uitvoer blijft inactief.
)) of
•
BUSY: Wanneer een signaal wordt ontvangen op de
databand, wordt de SQC-uitvoer actief.
•
SQL: Wanneer CTCSS/DCS op ON staat en u ontvangt
een geschikt signaal, wordt de SQC-uitvoer actief. Wanneer
CTCSS/DCS op OFF staat wordt de SQC-uitvoer actief
wanneer u een actief-signaal ontvangt.
•
TX: De SQC-uitvoer wordt geactiveerd bij verzending.
•
BUSY.TX: Wanneer aan de voorwaarden van BUSY en TX
(hierboven) is voldaan, wordt de SQC-uitvoer actief.
•
SQL.TX: Wanneer aan de voorwaarden van SQL en TX
(hierboven) is voldaan, wordt de SQC-uitvoer actief.
Opmerking: Het activeringstype (logic) kunt u wijzigen met behulp van de
MCP-6A-software ([Edit] - [Data Terminal] - [SQC Output Logic]).
PACKET-2