■ UIFLOOD
Als u de TM-D710G als een digipeater gebruikt, geeft u aan
of de UIFLOOD-digipeat wordt uitgevoerd.
Als de ontvangen UI-frametekenreeks overeenkomt met
de ingevoerde alias (bijvoorbeeld, CA), wordt het aantal
hops (bijvoorbeeld, 2-2) verwerkt en verminderd met 1
(bijvoorbeeld, CA2-2 wordt CA2-1).
Voer de Menumodus in en open Menu 619.
1 Zet UIFLOOD op [OFF] of [ON].
2 Druk op de afstelknop.
•
De Alias-instellingmodus opent.
3 Voer de UIFLOOD-alias in.
•
Stel wanneer u de UIFLOOD-digipeat uitvoert de tekenreeks
van de gebruikte alias in.
4 Druk op de afstelknop.
•
De UIFLOOD SUBSTITUTION-instellingmodus opent.
5 Stel een [ID], [NOID] of [FIRST] in.
[ID]: uw oproepteken is ingebed. Wanneer het
gerelayeerde UI-frame al een oproepteken bevat,
vervangt het oproepteken van uw station het bestaande
oproepteken.
[NOID]: Het oproepteken is niet ingebed of vervangen.
[FIRST]: Als het gerelayeerde UI-frame geen oproepteken
bevat, is het oproepteken van uw station ingebed.
Wanneer het gerelayeerde UI-frame al een oproepteken
bevat, is het oproepteken niet ingebed of vervangen.
■ UITRACE
Als u de TM-D710G als een digipeater gebruikt, geeft u aan
of de UITRACE-digipeat wordt uitgevoerd.
Als de ontvangen UI-frametekenreeks overeenkomt met
de ingevoerde alias (bijvoorbeeld, WIDE), wordt het aantal
hops (bijvoorbeeld, 2-2) verwerkt en verminderd met 1
(bijvoorbeeld, WIDE2-2 wordt WIDE2-1) en het oproepteken
van uw station wordt toegevoegd aan de UI-frame.
Voer de Menumodus in en open Menu 620.
1 Zet UITRACE op [OFF] of [ON].
2 Druk op de afstelknop.
•
De Alias-instellingmodus opent.
3 Voer de UITRACE-alias in.
•
Stel wanneer u de UITRACE-digipeat uitvoert de tekenreeks
van de gebruikte alias in.
OPSLAG VAN GEBRUIKERSMEDEDELINGEN
Voer de Menumodus in en open Menu 621.
Met deze functie (het klembord) kunt u mededelingen in
de APRS berichtensamenstelling invoegen. U kunt tot 8
mededelingen samenstellen, die elk uit 32 letters en cijfers
kunnen bestaan.
•
De functie voor gebruikersmededelingen kan alleen worden
toegepast in de berichtensamenstellingsstand.
•
Voordat een bericht wordt gekopieerd, kan het aantal letters niet
gegarandeerd worden. Alleen het beschikbare aantal letters wordt
gekopieerd, de rest vervalt.
•
Voor het kopieren van een bericht gaat u naar de
berichtensamenstelfunctie, drukt u op [F] om de functiestand in
te schakelen en dan drukt u op [PASTE1], [PASTE2], [PASTE3],
[PASTE4], [PASTE5], [PASTE6], [PASTE7], of [PAST84] om het
bericht dat onder elk van deze toetsen is vastgelegd over te nemen.
•
Als de gebruikersberichten [PASTE1], [PASTE2], [PASTE3],
[PASTE4], [PASTE5], [PASTE6], [PASTE7], of [PASTE8] niet zijn
ingesteld, kunnen ze niet worden gebruikt.
APRS-18