TRACKLOGBOEK
Alle beweging wordt opgeslagen in de GPS-logger (alleen
Interne GPS ). Opgeslagen informatie is onder andere
breedtegraad, lengtegraad, hoogte, rijrichting, snelheid, tijd
en datum. Het logboek kan maximaal 5000 gegevenspunten
bevatten.
Druk op [LOG] om de Tracklogboekfunctie aan of uit te zetten.
Als u de Tracklogboekfunctie aanzet, verschijnt "LOG START"
gedurende ongeveer 5 seconden, gevolgd door het pictogram "
".
•
Als u de Tracklogboekfunctie uitzet, verschijnt "LOG STOP" op het
display gedurende ongeveer 5 seconden.
•
Als de Tracklogboekfunctie is ingeschakeld, zelfs wanneer de
stroom wordt uitgeschakeld tijdens het ophalen van loggegevens,
wordt het logboek opgeslagen zodat wanneer de stroom weer wordt
ingeschakeld het ophalen van loggegevens wordt hervat.
•
U kunt de snelheid van de logactiviteit controleren op het pin-
pointingscherm van de GPS.
Opmerkingen:
◆
Als de Tracklogboekfunctie wordt ingeschakeld terwijl de GPS uit staat,
schakelt de GPS ook in.
◆
Als er geen pin-pointing plaatsvindt van de GPS, worden gegevens niet
opgeslagen in het logboek.
◆
U kunt het tracklogboek lezen met behulp van de MCP-6A.
◆
Als de overschrijvingsinstelling van het tracklogboek is uitgeschakeld (zie
hieronder), verschijnt "LOG FULL" als het loggeheugen vol is.
◆
Als de APRS is ingeschakeld, begint het loggen alleen wanneer de COM-
stationinvoer van het APRS-menu is uitgeschakeld.
■ Tracklogboek, alles wissen
1 Druk op [ALLCLR].
•
"CLEAR ALL?" verschijnt. Druk op de afstemknop om alle
tracklogboeken te wissen.
■ Overschrijven van het tracklogboek
Als het tracklogboek volraakt, worden de oudste gegevens in
het tracklogboek overschreven door nieuwe gegevens.
1 Voer de Menumodus in en open Menu 502.
2 Selecteer "ON" of "OFF".
•
Als u "ON" selecteert worden de oude gegevens
overschreven door nieuwe gegevens.
TRACKLOGBOEK INSTELLEN
Voer de Menumodus in en open Menu 503.
■ Opnamemethode <RECORD METHOD>
U kunt de voorwaarden instellen voor het opslaan van
volginformatie als GPS Logger.
U kunt de instellingen voor rijsnelheid en dergelijke wijzigen.
Selecteer "TIME", "DISTANCE" of "BEACON" voor de
Opnamemethode.
■ Intervaltijd <INTERVAL>
Selecteer een intervaltijd van 2 ~ 1800 seconden (in stappen
van 1 seconde).
•
De intervalinstelling is alleen beschikbaar als de
Opnamemethode op "TIME" staat.
■ Afstand <DISTANCE>
Selecteer een afstand van 0,01 ~ 9,99 (in stappen van 0,01).
•
De afstandsinstelling is alleen beschikbaar als de
Opnamemethode op "DISTANCE" staat.
•
De eenheden gebruikt voor afstand kunnen mijlen (mi),
kilometers (km) of zeemijlen (nm) zijn.
Totale interval- en logtijd:
Punthvlhd
2
166,7
5000
2,8
Interval en totale afstand:
Punthvlhd
0,01 0,10
5000
50
500 10000 20000 30000 40000
GPS – 3
Intervaltijd (seconden)
5
10
15
416,7
833,3
1250
2500
6,9
13,9
20,8
41,7
Intervalafstand (km)
2,00
4,00
6,00
30
1800
150000
(min)
2500
(uur)
8,00
9,99
49950
(km)