INHOUDSOPGAVE BEDIENING VIA REPEATERS ........................REPEATER- TOEGANG TOT REPEATERS............................1 Een offset-richting selecteren ........................... 1 Een offset-frequentie selecteren ..........................1 De Toonfunctie activeren ............................1 Een toonfrequentie selecteren ..........................2 Automatische repeater offset ........................... 2 UITZENDEN OP EEN TOON VAN 1750 Hz ........................3 OMKEERFUNCTIE ...............................
Pagina 3
CTCSS/ DCS/ KRUISTOON ...........................SIGNALING- CTCSS GEBRUIKEN ..............................1 CTCSS-FREQUENTIE-SCAN ............................2 DCS GEBRUIKEN ................................. 2 DCS-CODE-SCAN ................................ 3 KRUISTOON GEBRUIKEN ............................3 Een Kruistoonmodus selecteren ..........................3 DUAL-TOON MULTI-FREQUENTIE (DTMF) ......................DTMF- HANDMATIG DRAAIEN ..............................1 DTMF-wachtfunctie ..............................1 AUTOMATISCHE NUMMERKEUZE ..........................1 Een DTMF-code opslaan in het geheugen .......................
Pagina 4
TOETSVERGRENDELING ............................5 Vergrendeling microfoontoetsen ..........................5 AUTOMATISCHE POWER OFF (APO) ......................... 6 PC-POORTSNELHEID ..............................6 SCHEIDINGSBALK TONEN ............................6 WACHTWOORD VOOR INSCHAKELEN ........................6 GPS (GLOBAL POSITIONING SYSTEM) ........................ GPS-1 INTERNE GPS-FUNCTIE AAN/UIT ..........................2 INSTELLING GPS-GEGEVENS 1 ..........................2 Systeemdatum landmeting <DATUM>...
Pagina 5
SORTEERFUNCTIE ..............................6 DISPLAY-FILTERFUNCTIE ............................6 ONTVANGST VAN EEN BERICHT ..........................7 INVOEREN VAN EEN BERICHT ........................... 7 TOEGANG TOT ONTVANGEN APRS BERICHTEN ..................... 8 VERZENDEN VAN EEN BERICHT ..........................8 BASISINSTELLINGEN ..............................9 Mijn oproepteken <MY CALLSIGN> ........................9 Baken-type <BEACON TYPE>...
Pagina 6
PROGRAMMEREN VAN EEN PAKKETPAD ......................... 15 NETWERK ..................................16 VOICE ALERT ................................16 WEERSTATIONS-GEGEVENSUITVOER ........................17 Zenden <TX> ................................17 Zendintervaltijd <TX INTERVAL> ..........................17 INSTELLING ALS DIGIPEATER ........................... 17 DIGIPEAT ................................. 17 UICHECK ................................. 17 UIDIGI ..................................17 UIFLOOD ................................. 18 UITRACE ..................................
BEDIENING VIA REPEATERS Repeaters worden vaak geïnstalleerde en onderhouden door radioclubs, soms in samenwerking met het plaatselijke bedrijfsleven met betrekking tot de communicatiesector. Vergeleken met simplex (eenvoudige) communicatie, kunt u met behulp van een repeater uitzenden over veel grotere afstanden. Repeaters worden doorgaans geplaatst op bergtoppen of andere hoog gelegen locaties.
Raadpleeg de onderstaande instellingen voor offset-richtingen: 1 Zet de Toonfunctie aan: 2 Druk op [F], [T.SEL]. TM-D710GA • De huidige toonfrequentie verschijnt op de display. De Onder 145,100 MHz: Geen offset standaardfrequentie is 88,5 Hz.
UITZENDEN OP EEN TOON VAN 1750 Hz AUTOMATISCHE SIMPLEX CHECKER (ASC) Voor de meeste repeaters in Europa dient u uit te zenden op Wanneer u een repeater gebruikt, controleert de ASC regelmatig een toon van 1750 Hz. Bij gebruik van een E-typemodel kunt de sterkte van de signalen die u direct ontvangt van andere u gewoon op de microfoon drukken [CALL] voor uitzending op stations.
GEHEUGENKANALEN In geheugenkanalen kunt u frequenties en gerelateerde gegevens opslaan die u vaak gebruikt. Op deze manier hoeft u niet iedere keer de gegevens opnieuw te programmeren. U kunt snel en eenvoudig een geprogrammeerd kanaal oproepen. Er zijn in totaal 1000 geheugenkanalen beschikbaar voor de banden A en B.
OPSLAAN VAN ODD-SPLIT REPEATER-FREQUENTIES EEN GEHEUGENKANAAL OPNIEUW OPROEPEN Sommige repeaters gebruiken een ontvangst- en 1 Druk op [MR] om de Geheugenoproepmodus te openen. uitzendfrequentiepaar met een niet-standaard-offset. Voor 2 Draai aan de Afstelknop om uw Geheugenkanaal te toegang tot die repeaters slaat u twee afzonderlijke frequenties selecteren.
EEN GEHEUGENKANAAL BENOEMEN KANAALWEERGAVEFUNCTIE U kunt een naam opgeven voor geheugenkanalen van maximaal Gebruik deze functie wanneer u alleen geheugenkanalen wilt 8 alfanumerieke tekens. Wanneer u een geheugenkanaal met gebruiken. Wanneer deze functie is ingeschakeld, geeft de naam oproept, verschijnt de naam op de display in plaats van zendontvanger alleen het nummer van een geheugenkanaal de opgeslagen frequentie.
Pagina 14
– Uitvoerstroom Uitvoervermogen Kanaalweergave LOW/ MUTE Geluidsonderdrukking – wijzigen wijzigen wijzigen Selecteer het weerkanaal – – – – (TM-D710GA) Wijzigingsregeling – – – – (standaard) Afstelknop – – Groepscan – – BAND SEL A A band – Enkel/ Dual wijzigen –...
• Invoer- en uitvoerniveau (DATA-station) pieptoonfuncties. U kunt vervolgens snel de beste instellingen oproepen voor bediening overdag en ’s avonds. • SQC-gegevensuitvoer Alleen TM-D710GA Situatie: U weet niet hoe u de huidige zendontvangermodus Kunnen alleen worden ingesteld met behulp van de MCP-6A-software. kunt verlaten.
PM-KANAAL TERUGSTELLEN GEGEVENS OPSLAAN IN PM-KANALEN Voor het terugstellen van PM-kanalen naar hun 1 Bevestig dat u aan de volgende voorwaarden hebt voldaan: standaardinstellingen: • De zendontvanger staat in de ontvangstmodus. • U hebt niet gescand. 1 Zet de zendontvanger uit. •...
SCANNEN Scannen is een nuttige functie voor het bewaken van uw favoriete frequenties. Naarmate u vertrouwd raakt met alle scantypes, zult u beter in staat zijn het apparaat effi ciënter te bedienen. Deze zendontvanger bevat de volgende scantypes: Scantype Scanbereik VFO-scan Scant alle frequenties op de huidige band.
VFO-SCAN GROEPSCAN De VFO-scan controleert alle frequenties waarop u kunt afstellen Voor groepscan worden de 1000 geheugenkanalen verdeeld in op de band met behulpvan de huidige frequentiestapgrootte. 10 groepen waarbij iedere groep 100 kanalen bevat. Groepscan controleert alleen de 100 kanalen die behoren tot de specifi eke 1 Selecteer uw band.
PROGRAMMASCAN MHz-SCAN Programmascan komt overeen met de VFO-scan met het enige De MHz-scan controleert een 1 MHz-segment van de band met verschil dat u hier een frequentiebereik selecteert voor de scan. behulp van de huidige frequentiestapgrootte. Het huidige 1 MHz- cijfer bepaalt de limieten van de scan.
Opmerkingen: VISUAL SCAN ◆ U kunt de visuele scanfunctie niet gebruiken onder de volgende omstandigheden: Tijdens ontvangst kunt u met Visual Scan frequenties controleren • Wanneer de APRS/NAVITRA of Pakketmodus is AANgezet. naast de huidige bedrijfsfrequentie. Visual Scan geeft • Wanneer er maar 1 kanaal is opgeslagen in de geheugenkanalen. gelijktijdig en grafi...
CTCSS/ DCS/ KRUISTOON CTCSS Het kan voorkomen dat u soms alleen oproepen wilt horen van specifi eke personen. Met het zogenaamde Continuous Tone Coded Squelch System (CTCSS) kunt u ongewenste oproepen negeren (niet horen) van andere personen die dezelfde frequentie gebruiken. Hiervoor selecteert u dezelfde CTCSS-toon die de andere personen in uw groep hebben geselecteerd.
CTCSS-FREQUENTIE-SCAN DCS GEBRUIKEN Deze functie scant door alle CTCSS-frequenties om de 1 Selecteer uw band. binnenkomende CTCSS-frequentie te identifi ceren op een 2 Druk 3 maal op [TONE] om de DCS-functie te activeren. ontvangen signaal. Dit kan nuttig zijn wanneer u niet de CTCSS- •...
• Raadpleeg de onderstaande tabel voor de DCS-codes. KRUISTOON GEBRUIKEN DCS-code U kunt afzonderlijke signaaltypen instellen op TX en RX voor als u een repeater met een andere codeer/decodeersignalering opent. Voor het aanzetten van de Kruistoonfunctie: Druk 4 maal op [TONE] om de Kruistoonfunctie te activeren. •...
DUAL-TOON MULTI-FREQUENTIE (DTMF) De microfoontoetsen functioneren als DTMF-toetsen; de 12 toetsen op een telefoon met druktoetsen plus 4 extra toetsen (A, B, C, D). De zendontvanger heeft 10 specifi eke geheugenkanalen. De maximale grootte van een DTMF-code is 16 cijfers dat u opslaat. Sommige repeaters in de Verenigde Staten en Canada bieden de zogenaamde Autopatch-service.
■ Opgeslagen DTMF-codes uitzenden DTMF-TOETSVERGRENDELING 1 Houd de microfoon [PTT] ingedrukt. Met deze functie vergrendelt u de DTMF-uitzendtoetsen zodat deze niet uitzenden wanneer u hier per ongeluk op drukt. Voor 2 Druk op de Afstelknop tijdens het uitzenden. het vergrendelen van de DTMF-toetsen, zet u deze functie op •...
® EchoLink WAT IS EchoLink? Met EchoLink kunt u met andere amateurradiostations communiceren over het internet met behulp van de VoIP (voice-over-IP)- technologie. Met het EchoLink-softwareprogramma kunnen overal ter wereld verbindingen worden gemaakt tussen stations of van computer tot station, waardoor uw communicatiemogelijkheden enorm worden uitgebreid. Om EchoLink te gebruiken, moet u zich eerst registreren met behulp van uw oproepteken op hun website en het EchoLink- softwareprogramma downloaden (gratis).
Opmerkingen: EchoLink Sysop-MODUS INSTELLEN ◆ Wanneer u de EchoLink Sysop-modus gebruikt, voer de volgende instellingen uit (1) ~ (4). Sluit de TM-D710G aan op een PC om het systeem te gebruiken (1) Zet de SQC uitvoerinstelling (Menu 921) op “SQL”. als een knooppuntstation voor relay van EchoLink.
ANDERE BEWERKINGEN PIEPTOON TOETSEN UITGANGSVERMOGEN SELECTEREN U kunt desgewenst de pieptoonfunctie van de zendontvanger Wanneer de communicatie betrouwbaar is, kunt u beter een laag aan- of uitzetten. uitzendvermogen selecteren. Hierdoor vermindert u het risico op interferentie met anderen op de band. Wanneer u met een 1 Voer de Menumodus in en open Menu 000.
CONFIGURATIE VAN DE EXTERNE LUIDSPREKER PROGRAMMEERBARE VFO Deze zendontvanger heeft twee luidsprekeraansluitingen voor Als u de frequenties altijd binnen een bepaald bereik selecteert, externe luidsprekers en voor een interne luidspreker. U kunt kunt u de boven- en ondergrens instellen voor de frequenties gebruik maken van een reeks aan luidsprekerinstellingen die u kunt selecteren.
WIJZIGEN VAN FM/AM-MODUS LUIDSPREKER UIT De zendontvanger kan ook ontvangen (niet uitzenden) in AM op Tijdens het ontvangen of uitzenden op de TX-band, kunt u het band A. De standaardmodus op de 118 MHz-band is AM terwijl geluid dat u op de andere band ontvangt uitschakelen. Gebruik de standaard op de 144, 220, 300 of 430/440 MHz-band FM is.
■ Displaycontrast GEVOELIGHEID MICROFOON De zichtbaarheid van het display verandert onder invloed van U kunt het invoerniveau van de microfoon instellen. omgevingsfactoren, bijvoorbeeld overdag en ’s nachts. Als u 1 Voer de Menumodus in en open Menu 110. het display niet goed kunt zien, gebruik deze functie om het beste displaycontrast te selecteren.
■ Directe frequentie-invoer PROGRAMMEERBARE FUNCTIETOETSEN Als uw bedieningsfrequentie zich op grote afstand bevindt van ■ Voorpaneel verzendontvanger de huidige frequentie, is de snelste manier om de frequentie te wijzigen via de microfoontoetsen. Een van de Pftoetsen van de Het voorpaneel van de verzendontvanger bevat 2 PF microfoon moet zijn geprogrammeerd als [ENTER].
AUTOMATISCHE POWER OFF (APO) WACHTWOORD VOOR INSCHAKELEN De Automatische uitschakelfunctie is een achtergrondfunctie die Als u wachtwoordbescherming hebt ingeschakeld voor het controleert of er bewerkingen zijn uitgevoerd (toetsen ingedrukt, inschakelen van het apparaat, kunt u de zendontvanger niet aan de Afstelknop gedraaid, etc.), en schakelt de zendontvanger bedienen zonder eerst uw wachtwoord in te geven nadat u de uit als deze niet in gebruik is.
GPS (GLOBAL POSITIONING SYSTEM) WAT IS GPS? GPS is de Engelse afkorting voor satellietplaatsbepalingssysteem en wordt vandaag de dag veel gebruikt. Hieronder vindt u een korte introductie. Het Amerikaanse ministerie van defensie ontwikkelde GPS oorspronkelijk voor militaire doeleinden. Het systeem is nu beschikbaar voor algemeen gebruik.
Het gezicht vanuit de lucht toont de satellieten die u ontvangt. INTERNE GPS-FUNCTIE AAN/UIT De indicatiebalken van de satellietsignaalsterkte geven de sterkte aan van iedere satelliet die u ontvangt. Een dichte balk Druk op [GPS] om de interne GPS-ontvanger aan of uit te zetten. geeft aan dat de GPS-satelliet gereed is voor gebruik.
TRACKLOGBOEK 2 Selecteer “ON” of “OFF”. • Als u “ON” selecteert worden de oude gegevens Alle beweging wordt opgeslagen in de GPS-logger (alleen overschreven door nieuwe gegevens. Interne GPS ). Opgeslagen informatie is onder andere breedtegraad, lengtegraad, hoogte, rijrichting, snelheid, tijd en datum.
DOELPUNT MARK-WAYPOINT U kunt positie-informatie voor een doelpunt (target point) U kunt maximaal 100 punten registreren met de breedtegraad, registreren. lengtegraad, hoogte, tijd, naam en het pictogram van de locatie. U kunt namen en pictogrammen handmatig bewerken. 1 Voer de Menumodus in en open Menu 504. 1 Druk op [MARK] (1s) om de registratiemodus Mark-waypoint in te voeren.
■ Mark-waypointlijst 5 Druk op de afstemknop om alle mark-waypoints te wissen. De informatie die met de mark-waypoint wordt geregistreerd, wordt bevestigd. ■ Gedetailleerde weergave van een mark-waypoint 1 Druk op [MARK] om de mark-waypointlijst weer te geven. • De mark-waypointlijst verschijnt. a: Breedtegraad lengtegraad b: Hoogte c: Lokalisator rastervierkant •...
PAKKET Sluit de zendontvanger aan op uw PC via een Terminal Node Controller (TNC). U kunt berichten of opdrachten verzenden naar ver weg gelegen stations, een reeks aan informatie via uw plaatselijke bulletins ontvangen of andere pakkettoepassingen gebruiken. Referentiematerialen voor het beginnen met pakketoperaties zijn doorgaans verkrijgbaar bij iedere winkel die materialen verkoopt voor amateurradio’s.
■ SQC-uitvoerinstelling DATABAND U kunt de voorwaarde instellen waarop het SQC- Selecteer hoe gegevens moeten worden uitgezonden en uitvoerstation moet worden geactiveerd. ontvangen op uw zendontvanger. 1 Voer de Menumodus in en open Menu 520. 1 Voer de Menumodus in en open Menu 529. 2 Zet de SQC-uitvoeractiveringsmethode op één van de 2 Zet de databand op A-BAND (A-band ontvangt en zendt uit), volgende waarden:...
LIJST MET TNC-COMMANDO’S Hieronder staan de door de ingebouwde TNC ondersteunde commando’s. U moet een spatie ingeven tussen een commandonaam (of afkorting) en een parameter, of tussen twee parameters. bijv. AU OFF, BEACON EVERY 18. Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Als hij aan staat, wordt in de Converse-stand één teken met 8BITCONV 8 bits verwerkt.
Pagina 42
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Hiermee kan de TNC de huidige status van alle commando’s weergeven. U kunt ook een klasse-identifi catie A, C, H, I, L, M of T aangeven als u de status van enkel de gewenste commandoklasse wilt laten weergeven. Voer een spatie in tussen de commandonaam en een klasse-identifi...
Pagina 43
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Als hij op EVERY is ingesteld, wordt de GPS data steeds om de ingestelde tijd (n) verzonden. Als hij op AFTER is ingesteld, EVERY/ AFTER n LOCATION EVERY 0 wordt de GPS data slechts één maal na de ingestelde tijd (n) (n = 0 ~ 250) verzonden.
Pagina 44
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Hierdoor gebruikt de TNC de PERSIST/SLOTTIME methode als PPERSIST ON/ OFF hij aanstaat, of de DWAIT methode als hij uitstaat. RAMTEST RAMTEST Hiermee wordt na het wissen de RAM gecontroleerd. − − Hiermee worden een of meerdere berichtnummers uit het TNC READ −...
Pagina 45
Commandonaam Afkorting Beschrijving Parameter Standaard Na de commandonaam moet u maximaal 5 alfanumerieke tekens ingeven. Doorgaans is dat WIDE of TRACE. Hierdoor UITRACE − − zendt de TNC alle UI pakketten met daarin WIDEN-N of TRACEN-N parameters door. Hiermee worden de roepnamen bepaald voor verzending van een pakket in de Unprotocol-stand.
Offi ciële APRS-website: http://www.aprs.org NAVITRA DATACOMMUNICATIE (NAVITRA BAKEN) ◆ KENWOOD introduceerde het Navitra-systeem in de negentiger jaren voor gebruik in Japan. GESPREKSTEKEN EN BAKENTYPE INSTELLINGEN ◆ Wanneer een APRS/NAVITRA-baken wordt gemaakt, stel dan het gespreksteken en bakentype in (APRS/NAVITRA) (Menu 600).
• De eerste 2 cijfers knipperen. Weerstation 2 Draai aan de Afstelknop voor het invoeren van de Naar GPS- huidige maand (TM-D710GA) of de dag en druk dan de aansluiting Afstelknop in. • De volgende 2 cijfers knipperen. 3 Draai aan de Afstelknop om de juiste dag in te voeren (TM-D710GA) of de maand en druk dan de Afstelknop in.
Opmerkingen: ONTVANGST VAN APRS GEGEVENS ◆ De APRS programma’s voor PC’s hebben invoervelden voor positiecommentaar en statustekst. De gegevens die u invoert in deze twee Telkens wanneer er een nieuw APRS pakket wordt ontvangen, velden worden verzonden als aparte pakketten. Deze zendontvanger kan maakt de frequentie-aanduiding plaats voor de onderstaande echter ook een positiecommentaar en statustekst in een enkel pakket voor verzending opnemen.
TOEGANG TOT ONTVANGEN APRS GEGEVENS CURSORREGELING Deze zendontvanger is geschikt voor de ontvangst en opslag Selecteer een instelling voor de cursorregeling voor wanneer u van APRS gegevens die ontvangen worden van tot 100 stations ontvangt. in het geheugen. U kunt gemakkelijk de informatie van het 1 Geef de stationslijst weer.
SCHERMVOORBEELD Pagina 3 Pagina 1 a: Positiegegevens b: Rasterplaatsbepaling a: Stationspictogram (Pakketpad) b: Statustekst c: Oproepteken d: Tijd (pakket ontvangen) e: Datum f: Situatie g: Richting van het station a: Oproepteken (Digipeater) h: Afstand van het station (in mijl of km) i: Positiecommentaar Deze zendontvanger is geschikt voor het aangeven van de volgende pictogrammen voor de stations-identifi...
Alleen objectstations worden weergegeven. De afstand tussen het andere station en OBJECT Dit station wordt berekend, na keuze van Alleen KENWOOD TH-D7, TH-D72, TM- DISTANCE dit sorteercriterium, dan vergeleken en D700, TM-D710, TM-D710G, en RC-D710- KENWOOD gerangschikt in oplopende volgorde, met het stations worden weergegeven.
ONTVANGST VAN EEN BERICHT INVOEREN VAN EEN BERICHT Telkens wanneer er een juist bericht wordt ontvangen, maakt de Voor de verzending van een bericht voert u eerst het frequentie-aanduiding plaats voor de onderstaande informatie, oproepteken voor uw doelstation in. Voor de verzending van als volgt: een bulletin, voert u in plaats daarvan “BLN#”...
6 Draai aan de Afstelknop om het eerste cijfer te selecteren. [SEND]: Alle berichten die kunnen worden verzonden, worden in één keer verzonden. • U kunt letters en cijfers plus speciale ASCII tekens invoeren. [RE-TX]: Wanneer u hierop drukt voor een bericht met 7 Druk op de Afstelknop.
BASISINSTELLINGEN INSTELLEN VAN DE INTERNE TNC Voer de Menumodus in en open Menu 600. Voer de Menumodus in en open Menu 601. ■ Mijn oproepteken <MY CALLSIGN> ■ Gegevensband <DATA BAND> Programmeer uw oproepteken met tenhoogste 9 letters of Op deze zendontvanger kunt u de gegevensband voor cijfers.
[MAGELLAN]: Voor gegevens die worden uitgestuurd via de GPS-aansluiting volgens het “$PMGNWPL” formaat. • Het komt niet overeen met de Gamin-TXT-indeling. [KENWOOD]: Voor gegevens die worden uitgestuurd via de ■ Invoertype <INPUT> GPS-aansluiting volgens het “$PKWDWPL” formaat. [OFF]: U kunt APRS-communicaties uitvoeren zonder ■...
PROGRAMMEERPOSITIEGEGEVENS KEUZE VAN EEN POSITIECOMMENTAAR Voer de Menumodus in en open Menu 605. Voer de Menumodus in en open Menu 607. De APRS gegevens die u verzendt bevatten altijd een van de ■ Selecteer het positiekanaal 15 vooringestelde positiecommentaren. Kies een geschikt commentaar voor uw situatie.
■ Bediening bij de ontvangst van een QSY QSY-FUNCTIE Deze functie integreert de stemkanaalfrequentie, status De QSY-functie gebruikt AFRS (Automatic Frequency Breed/smal, toon, shift en offset-informatie in het eerste teken Reporting System) om een frequentie te rapporteren waarop van de statustekst. stemcommunicaties kunnen worden begonnen.
SSID. U kunt de volgende 2 Draai aan de Afstelknop om een tabel-identifi catiecode te pictogrammen weergeven en instellen voor de TM-D710G. kiezen en druk dan de Afstelknop in. KENWOOD (\K) Eyeball (/E) Lighthouse (\L) School (/K)
■ TX Intervaltijd <TX INTERVAL> INSTELLEN VAN HET BAKEN TX ALGORITME U kunt het interval wijzigen voor de automatische verzending Voer de Menumodus in en open Menu 611. van APRS pakketten. Open <TX INTERVAL > en kies voor 0,2, 0,5, 1, 2, 3, 5, 10, 20, 30 of 60 minuten. De uitgangsstand is 3 minuten.
[STATE/SECTION/REGION]: PROGRAMMEREN VAN EEN PAKKETPAD Gebruik deze methode wanneer het pakket wordt gerelayeerd Voer de Menumodus in en open Menu 612. binnen een beperkt gebied. Pakketpaden worden opgegeven met behulp van ABBR (afkortingen). (In de Verenigde Staten staat CA bijvoorbeeld voor Californië, AZ voor Arizona, etc.) 1 Zet het TYPE op [STATE/SECTION/REGION], druk vervolgens op [USE].
NETWERK VOICE ALERT Voer de Menumodus in en open Menu 613. Voer de Menumodus in en open Menu 614. Stel het APRS datacommunicatie UNPROTOCOL in. Deze functie stelt een ander station op de hoogte of deze binnen UNPROTOCOL is de methode waarin verpakte data wordt het communicatiebereik is door beacon-tonen uit te zenden.
WEERSTATIONS-GEGEVENSUITVOER INSTELLING ALS DIGIPEATER Voer de Menumodus in en open Menu 615. ■ DIGIPEAT Voer de Menumodus in en open Menu 616. ■ Zenden <TX> Deze instelling bepaalt of de meteorologische data verkregen Als u de TM-D710G gebruikt als een digipeater, geeft u aan van het weerstation moet worden verzonden met de APRS- of u een pakket digipeat dat uw Callsign in het pakketpad datacommunicatie.
■ UIFLOOD ■ UITRACE Als u de TM-D710G als een digipeater gebruikt, geeft u aan Als u de TM-D710G als een digipeater gebruikt, geeft u aan of de UIFLOOD-digipeat wordt uitgevoerd. of de UITRACE-digipeat wordt uitgevoerd. Als de ontvangen UI-frametekenreeks overeenkomt met Als de ontvangen UI-frametekenreeks overeenkomt met de ingevoerde alias (bijvoorbeeld, CA), wordt het aantal de ingevoerde alias (bijvoorbeeld, WIDE), wordt het aantal...
OPSLAG VAN AUTOMATISCH ANTWOORDBERICHT PROGRAMMEREN VAN EEN BERICHTENGROEPSCODE Voer de Menumodus in en open Menu 622. Voer de Menumodus in en open Menu 623. ■ Automatisch antwoordbericht <REPLY> Gebruik een berichtengroepscode voor de uitwisseling van Tijdens het rijden bijvoorbeeld zult u de ontvangen berichten niet berichten tussen alleen de leden van uw groep onderling.
INSTELLINGEN VOOR GELUID INSTELLEN VAN DE ONDERBREKINGSAANDUIDINGEN Voer de Menumodus in en open Menu 624. Voer de Menumodus in en open Menu 625. ■ Ontvangstpieptoon <RX BEEP> ■ Aanduidingegebied <DISPLAY AREA> Deze zendontvanger laat een pieptoon horen telkens wanneer er een APRS pakket wordt ontvangen. Selecteert het aanduidingsgebied.
KEUZE VAN EEN AFSTANDSEENHEID (1) INSTELLINGEN SmartBeaconing Voer de Menumodus in en open Menu 626. Voer de Menumodus in en open Menu 630 en 631. ■ Snelheid, afstand <SPEED, DISTANCE> Stel in op [mi/h, mile], [km/u, km], of [knots, nm]. ■...
SmartBeaconing-bediening: PAKKETMONITOR-AANDUIDING Corner Snelheid Verzendinterval Pegging Deze zendontvanger biedt een Terminalvenster-functie om de rauwe gegevens van ontvangen APRS pakketten aan te geven. Boven de HIGH Deze toont tot 155 lettertekens per pagina en kan tot 10 pagina’s FAST RATE Werkt normaal SPEED bevatten.
■ Aansluiten van de TM-D710G op de HF zendontvanger. DX PAKKETCLUSTERS MONITOR Om de TM-D710G op een HF zendontvanger aan te sluiten, DX PakketClusters zijn netwerken die bestaan uit knooppunten zult u drie kabels zelf moeten voorbereiden. Voor de en stations die belang stellen in DXen en wedstrijden. Als een verbinding tussen de PC/ COM aansluitingen op de twee station een actief DX station vindt, kan hij of zij een mededeling zendontvangers mag u gebruik maken van een inde handel...
TERUGSTELLEN ZENDONTVANGER De zendontvanger bevat 4 terugstelmogelijkheden: VFO terugstellen Gebruik om de VFO- en gerelateerde instellingen te starten. PARTIAL (gedeeltelijk) terugstellen Gebruik om alle instellingen te starten behalve de geheugenkanalen, het DTMF-geheugen en de PM-kanalen. PM terugstellen Gebruik om alleen de programmeerbare geheugenkanalen terug te stellen naar hun oorspronkelijke waarden. FULL (volledig) terugstellen Gebruik om alle instellingen van de zendontvanger die u hebt aangepast te starten.
VGS-1 (OPTIONELE) BEWERKING Als u de optionele VGS-1 spraakgids & opslageenheid gebruikt, beschikt u over de spraakrecorder en de spraakaankondigingsfuncties. SPRAAKAANKONDIGINGEN AUTO: Aankondigingen worden automatisch gedaan bij het wijzigen van Wanneer u verandert van modi, frequenties, instellingen en een modus/ frequentie/instelling. dergelijke, kondigt een stem de nieuw informatie aan.
SPRAAKRECORDER AUTO: Aankondigingen worden automatisch gedaan bij het wijzigen van De spraakrecorder bevat 3 VGS-kanalen voor het opnemen een modus/ frequentie/instelling. van stemmemo’s met daarnaast een enkel VGS-kanaal Werking Aankondiging voor het continue opname. U kunt ook geautomatiseerde antwoordberichten maken voor binnenkomende oproepen. Druk op [LOCK] (om de vergrendelfunctie “Lock off”...
■ Continuopname ■ Afspelen herhalen Signalen die worden ontvangen op de controleband worden U kunt berichten instellen op herhaald afspelen. voortdurend opgenomen, waarbij het geheugen de laatste 30 1 Voer de Menumodus in en open Menu 007. seconden van opgenomen signalen vasthoudt. 1 Voer de Menumodus in en open Menu 009.
< Respons < Respons Commander Transporter HF-zendontvanger (TM-D710GA/E/ TM-D710A/E/ TM-D700A/ (TM-D710GA/E/ TM-D710A/E/ TM-D700A/ TH-D72A/E/ TH-D7A) TH-D72A/E/ TH-D7A) DE TRANSPORTER AANSLUITEN OP DE HF-ZENDONTVANGER Als u de TM-D710G wilt aansluiten op de HF-zendontvanger moet u zelf zorgen voor drie kabels. Voor de verbinding tussen de PC-/ COM-aansluitingen op de twee zendontvangers kunt u gebruik maken van een in de handel verkrijgbare RS-232-C gekruiste kabel (Hiervoor is een D-SUB stekker-contrastekker adapter vereist.)
VOORBEREIDINGSPROCEDURE Volg onderstaande stappen voor een goede start met de bediening van uw Sky Command. Sluit eerst de transporter aan op de HF-zendontvanger. De commander en transporter staan nu beide in de Sky Command- 1 <Op de commander en transporter> Selecteer dezelfde VHF- modus.
OPROEPSIGNALEN PROGRAMMEREN ESTURINGSBEDIENING De ingebouwde TNC’s van de commander en transporter In de Sky Command-modus functioneren de microfoontoetsen communiceren met elkaar wanneer u een regelopdracht van de commander als hieronder. Schakel eerst de HF- verzendt vanaf de commander. U moet daarom verschillende zendontvanger in en druk op microfoon [0] op de commander.