Symptoom, oorzaak/oplossing
De bovendraad is te strak.
De onderdraad is onjuist geplaatst.
Onderdraad breekt.
Spoel is niet juist geplaatst.
Onderdraad onjuist opgewonden.
Er is een bekraste spoel gebruikt.
Draad zit verstrikt.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Stof rimpelt.
De boven- of onderdraad is verkeerd ingeregen.
Klos garen is niet juist aangebracht.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 28
Steken zijn te lang wanneer u dunne stoffen naait. 35
Draadspanning is niet juist ingesteld.
U hebt niet de juiste persvoet gebruikt.
De stof wordt onvoldoende begeleid.
De steek wordt niet correct genaaid.
De persvoet die u gebruikt is niet geschikt voor het
soort steek dat u wilt naaien.
De draadspanning is niet juist.
De draad zit verstrikt, bijvoorbeeld in het
spoelhuis.
Transporteur staat omlaag.
• Schuif de transporteurstandschakelaar naar
rechts (
).
Overgeslagen steken
De machine is onjuist ingeregen.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 28
Naald is niet juist geplaatst.
Stof of pluisjes onder de steekplaat.
U naait een dunne stof of stretchstof.
• Bevestig steunstof aan de stof.
Machine naait niet
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 28
Spoel is niet juist geplaatst.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
Hoog piepgeluid tijdens het naaien
Draad of pluisjes zitten vast in de transporteur.
Er zitten stukjes draad in de grijper vast.
Bovendraad is niet juist ingeregen.
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Er zitten naaldgaten of krassen in het spoelhuis.
Referentie
Symptoom, oorzaak/oplossing
Stof wordt niet door de machine heen gevoerd.
22
Transporteur staat omlaag.
• Schuif de transporteurstandschakelaar naar
rechts (
Steken zitten te dicht op elkaar.
22
U hebt niet de juiste persvoet gebruikt.
19
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 28
22
Draad is verstrikt.
89
Zigzagvoet "J" staat schuin op een dikke naad aan
19
het begin van de steken.
De stof wordt doorgevoerd in de tegenovergestelde
richting.
19, 23
Het doorvoermechanisme is beschadigd.
19
De naald raakt de steekplaat.
27
De naaldklemschroef is los.
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 28
Stof die wordt genaaid met de machine kunt u niet
36, 88
verwijderen.
29
Draad is verstrikt onder de steekplaat.
–
Een gebroken naald is in de machine gevallen.
• Zet de machine uit en verwijder de steekplaat.
29
Als u de naald die in de machine is gevallen kunt
zien, verwijdert u deze met een pincet. Nadat u
de naald hebt verwijderd, plaatst u de
36, 88
steekplaat weer in de oorspronkelijke positie en
89
installeert u een nieuwe naald.
Voordat u de machine aanzet draait u het
handwiel langzaam naar u toe om te controleren
9, 51
dat het soepel draait en dat de nieuwe naald
door het midden van de opening in de
steekplaat gaat. Als het handwiel niet soepel
loopt of als u de naald die in de machine is
19, 23
gevallen niet hebt kunnen verwijderen, neemt u
contact op het uw erkende Brother-dealer of het
27
dichtstbijzijnde erkende Brother-
servicecentrum.
Het handwiel draait niet soepel.
28
Er zit draad verstrikt in het spoelhuis.
85
39
■ Na het naaien
Symptoom, oorzaak/oplossing
Draadspanning is onjuist.
22
Bovendraad is niet juist ingeregen.
23
Spoel is niet juist geplaatst.
Ongeschikte naald of draad voor gekozen stof.
85
Persvoethouder is niet juist bevestigd.
85
Draadspanning is niet juist ingesteld.
23
Onderdraad onjuist opgewonden.
19
Naald is verdraaid, verbogen of de punt is stomp. 28
*
U gebruikt niet een van de spoelen die speciaal
voor deze machine is ontworpen.
Probleemoplossing
).
Referentie
9, 51
35
29
89
39
*
28
89
5
89
85, 87, 89
Referentie
23, 88
22, 88
27
29
36, 88
22
19
93