Probleemoplossing
Onjuiste draadspanning
■ Symptomen
• Symptoom 1: de onderdraad is zichtbaar aan de
voorkant van de stof. (Zie onderstaande illustratie)
• Symptoom 2: bovendraad ziet eruit als een rechte
lijn aan de voorkant van de stof.
• Symptoom 3: de bovendraad is zichtbaar aan de
achterkant van de stof. (Zie onderstaande illustratie)
• Symptoom 4: onderdraad is een rechte lijn aan de
achterkant van de stof.
• Symptoom 5: stiksel op de achterkant van de stof is
los of er zit ruimte in.
Symptoom 1
c
a
e
1 Achterkant van de stof
2 Onderdraad zichtbaar aan voorkant van de stof
3 Bovendraad
4 Voorkant van de stof
5 Onderdraad
6 Bovendraad zichtbaar aan achterkant van de stof
88
Symptoom 3
c
a
e
■ Oorzaak/remedie/te controleren
Oorzaak 1
De machine is onjuist ingeregen.
<Met symptomen 1 en 2 zoals hierboven beschreven>
Onderdraad is onjuist ingeregen.
Zet de draaiknop draadspanning weer op "4" en
raadpleeg "De spoel installeren" op pagina 22 om de
onderdraad juist in te rijgen.
<Met symptomen 3 en 5 zoals hierboven beschreven>
Bovendraad is onjuist ingeregen.
Zet de draaiknop draadspanning weer op "4" en
raadpleeg "Bovendraad inrijgen" op pagina 23 om de
bovendraad juist in te rijgen.
Oorzaak 2
U gebruikt niet de juiste naald en draad voor de stof.
Welke machinenaald u moet gebruiken hangt af van de
stof die u gebruikt en de dikte van de draad.
Wanneer u niet de juiste naald en draad gebruikt voor de
stof, wordt de draadspanning onjuist en daardoor rimpelt
de stof op of worden steken overgeslagen.
• Raadpleeg "Stof/draad/naald-combinaties" op
pagina 27 om te controleren of u de juiste naald en
draad gebruikt voor de stof.
Oorzaak 3
U hebt niet de juiste bovendraadspanning geselecteerd.
Selecteer de juiste draadspanning.
Zie "De draadspanning aanpassen" op pagina 36.
De juiste draadspanning is afhankelijk van de soort stof en
draad die u gebruikt.
*
Pas de draadspanning en test het resultaat op een
restje van dezelfde stof die u gebruikt voor uw
project.
Opmerking
• Als de bovendraad en onderdraad onjuist zijn
ingeregen, kunt u de draadspanning niet goed
aanpassen. Controleer eerst of de bovendraad en
onderdraad juist zijn ingeregen. Pas vervolgens de
draadspanning aan.
• Als de onderdraad zichtbaar is aan de voorkant van
de stof
Draai de draaiknop draadspanning tegen de klok in
om de spanning van de bovendraad te verlagen.
• Als de bovendraad zichtbaar is aan de achterkant
van de stof
Draai de draaiknop draadspanning met de klok mee
om de spanning van de bovendraad te verhogen.