Borduren
Draadspanning aanpassen
U kunt de spanning van de bovendraad wijzigen met de
draaiknop draadspanning.
Bij machinaal borduren moet de draaiknop voor
draadspanning ergens tussen 2 en 6 staan.
a
c
Opmerking
• Als de steken te los zijn, zet u de spanning een
streepje hoger en borduurt u opnieuw.
■ Juiste draadspanning
De draadspanning is goed wanneer de bovendraad net
zichtbaar is aan de achterkant (onderaan) van de stof.
■ Bovendraad is te strak
De onderdraad is zichtbaar aan de voorkant (bovenaan) van
de stof. Verlaag in dit geval de bovendraadspanning.
■ Bovendraad is te los
De bovendraad is niet strak. Verhoog in dit geval de
bovendraadspanning.
Opmerking
• Als de bovendraad niet juist is ingeregen of de
spoel niet juist is geplaatst, kunt u wellicht de juiste
draadspanning niet instellen. Als u de juiste
draadspanning niet verkrijgt, rijg dan de
bovendraad opnieuw in en plaats de spoel op de
juiste wijze.
74
1 Spanning verlagen
(waarde verlagen)
2 Spanning verhogen
(waarde verhogen)
3 Draaiknop
draadspanning
1 Voorkant (bovenop)
van de stof
2 Achterkant (onderop)
van de stof
1 Voorkant (bovenop)
van de stof
2 Achterkant (onderop)
van de stof
1 Voorkant (bovenop)
van de stof
2 Achterkant (onderop)
van de stof
Applicatiepatronen borduren
Wanneer op het borduurkleurvolgordescherm
[
(APPLICATIEMATERIAAL)],
[
(APPLICATIEPOSITIE)] of
[
(APPLICATIE)] wordt weergegeven, volg dan
de onderstaande procedure.
Benodigde materialen
• Stof voor de applicatie
• Stof voor de applicatiebasis
• Steunstof
• Textiellijm
• Borduurgaren
Opmerking
• De juiste namen en nummers van de te gebruiken
garenkleuren worden niet weergegeven. Selecteer
de garenkleuren die u wilt gebruiken in het
applicatiepatroon.
• Sommige applicatiepatronen wijken af van de
uitleg die wordt beschreven in deze handleiding.
Raadpleeg de "Borduurontwerpen
bedieningshandleiding" voor de uitleg.
■ 1. Een applicatie maken
Bevestig steunstof aan de achterkant van de
a
applicatiestof.
Naai de snijlijn van de applicatie. Verwijder de stof van
b
de applicatie uit het borduurraam en snijd zorgvuldig
langs de genaaide snijlijn.
a
b
1 Omtrek van de applicatie
2 Applicatiemateriaal
Opmerking
• Als de applicatie wordt uitgesneden langs de
binnenkant van de snijlijn, wordt deze mogelijk niet
correct bevestigd aan de stof. Snijd de applicatie
dus zorgvuldig uit langs de snijlijn.
• Nadat u de applicatie hebt uitgesneden, verwijdert
u de draad zorgvuldig.