Inhoudsopgave
Advertenties
8
Wateraansluiting
8.1
Voorschriften bij de wateraansluiting
Aansluiting op zacht water
Let erop dat het water nog een hardheid heeft van minstens 4 dH bij
aansluiting van het apparaat op een voorziening voor zacht water. Er is geen
aansluiting op zacht water nodig.
Waterslang
Gebruik op de plaats van installatie een eigen kraan voor elk apparaat.
n
Gebruik hiervoor geen gebruikte waterslangen.
n
Gebruik een waterslang minstens overeenkomstig de vereisten van
n
IEC 61770, EN 61770, EN 13618 of gelijkwaardige kwaliteit.
Er is een waterslang overeenkomstig EN 61770 bij het apparaat meegele-
n
verd. De gebruikte materialen voor deze waterslang voldoen aan de voor-
schriften van KTW, DVGW W270, FDA.
Drinkwaterbescherming
Voor aansluiting op de watervoorziening is een drinkwaterbescherming over-
eenkomstig de vereisten van EN 1717 verplicht.
Neem de landspecifieke normen en voorschriften inzake de aansluiting op
n
de watervoorziening in acht, onder andere de hygiënische vereisten.
In landen met speciale eisen aan de drinkwaterbescherming moet een te-
n
rugslagklep worden geïnstalleerd (artikelnummer 50.01.685). In Duitsland
en Nederland is de terugstroombeveiliging inbegrepen.
Waterdruk
De waterdruk (stromingsdruk) in de toevoerleiding bedraagt 1,5 bar - 6 bar
n
[22 psi - 87 psi]*.
* Alleen Noorwegen, Denemarken, Finland en Zweden: 1,5 bar - 10 bar
(22 – 145 psi)
Een waterdruk van 3 bar [43 psi] wordt aanbevolen.
n
Watertemperatuur
Koud water, maximaal: 30 °C [86 °F]
n
8.2
Watertoevoer aansluiten
a
De waterslang voldoet aan de hygiënevereisten voor drinkwaterslangen in
uw land.
a
Leiding voor de gemeenschappelijke koudwateraansluiting: 3/4 Inch
a
De waterhardheid moet minimaal 4°dH bedragen.
80.06.208_iVario2-XS-iVarioPro2-S_IM_nl-NL
AANWIJZING
8 | Wateraansluiting
43 / 56
Advertenties
Inhoudsopgave
