7.1
Functiestoringen
Bepaalde functiestoringen worden in het driecijferig display op het apparaat en bedie-
ningspaneel resp. door brandende LED´s op het bedieningspaneel aangegeven.
7.1.1 Storingsmeldingen
7.1.2 Functiestoringen, mogelijke oorzaken en remedies
Hierna zijn de meest voorkomende problemen bij het werken met dit apparaat, hun oor-
zaken en de oplossingen beschreven.
Wanneer de fout niet verholpen kan worden met de in de tabel vermelde mogelijkhe-
den, of wanneer het probleem zich herhaaldelijk voordoet, moet direct de Leica ser-
vice-support ingelicht worden.
Probleem
• Geen display-aanduiding, geen
reactie op drukken op een
toets na het inschakelen.
Leica RM2255
Verschijnt na de aanduiding van de softwareversie van het apparaat deze
melding "E 1", dan is er sprake van een verlies van alle ingestelde apparaat-
parameters.
• Druk op een willekeurige toets.
Alle apparaatparameters worden zo naar hun af fabriek ingestelde stan-
daard waarden gezet.
• Nu moeten alle instellingen worden gecontroleerd om te zien of de eer-
der ingevoerde waarden nog kloppen.
De waarden moeten eventueel opnieuw worden ingevoerd.
Er kan normaal verder gewerkt worden.
Mogelijke oorzaak
1. Netkabel niet correct aange-
sloten.
2. Netzekeringen defect.
3. Kabel van het bedieningspa-
neel niet correct aangesloten.
4. Spanningskiezer verkeerd inge-
steld.
7.
Oplossen van problemen
Verhelpen van de storing
1. Controleer de aansluiting van
de netkabel.
2. Vervang de netzekeringen.
(zie
hoofdstuk
8.2.1)
3. Controleer de aansluiting van de
kabel op het bedieningspaneel.
4. Controleer de ingestelde span-
ningswaarde en stel deze cor-
rect in.
(zie
hoofdstuk
4.5)
67