6.2.3 Foliespanner type 1
Foliespanner type 1 is geschikt voor kleine,
dunne foliestukken en vlakke, rechthoekige pre-
paraten. De foliespanner wordt in de standaard
objectklem geplaatst.
66
74
73
72
75
73
74
76
67
Leica RM2255
Het vastklemmen van folie
• Beweeg de beweegbare klembek (74) naar
rechts door de draadstift met een inbussleutel
SW 4 (71) te verdraaien.
• Plaats de folie (72) tussen de verplaatsbare
klembek (74) en de vaste klembek (73).
• Draai de verplaatsbare klembek (74) met de
inbussleutel tegen de vaste klembek (73) om
de folie vast te klemmen.
• Plaats de foliespanner (75) zoals aangegeven
in de standaard objectklem.
• Draai de kartelschroef (66) rechtsom tot de
foliespanner is vastgeklemd.
Het vastklemmen van vlakke, rechthoekige
71
preparaten
Voor rechthoekige preparaten wordt in plaats
van de lange draadstift (76) de meegeleverde
korte draadstift (77) gebruikt.
Afb. 35
• Draai de langere draadstift (76) met de zes-
kantsleutel SW 4 (71) naar links eruit.
• Draai de korte draadstift (77) in het boorgat.
• Plaats het preparaat (67) tussen de verplaats-
bare klembek (74) en de vaste klembek (73).
• Druk de verplaatsbare klembek (74) door
draaien van de draadstift (77) tegen de vaste
klembek (73) om het preparaat vast te klem-
men.
• Plaats de foliespanner zoals aangegeven in
de standaard objectklem.
77
• Draai de kartelschroef (66) rechtsom tot de
foliespanner is vastgeklemd.
Afb. 36
6.
Optioneel toebehoren
47