5.
Bediening
5.3
Indicatie- en schakelelementen
Kiezen van snij- en trimmodus
Instellen van de coupedikte/trimcoupedikte
Grofinstellingsfuncties
24
Afb. 16
Druk voor het wisselen tussen snijmodus en trimmodus op de toets TRIM
SECT. Het scherm wisselt telkens als op de toets wordt gedrukt tussen SECT
en TRIM heen en weer.
In de aanduiding SECT wordt altijd de coupedikte in het bereik van 0,50 tot
100,0 µm en in de aanduiding TRIM de trimcoupedikte tussen 1,0 en 600 µm
aangegeven.
De instelling geschiedt met de
Instelbereik coupedikte: 0,50 - 100 µm
Instelwaarden:
van
van
van 20,0 - 60,0 µm in stappen van 5,0 µm
van 60,0 - 100,0 µm in stappen van 10,0 µm
Instelbereik trimdikte: 1 - 600 µm
Instelwaarden:
van
van 10,0 - 20,0 µm in stappen van 2,0 µm
van 20,0 - 50,0 µm in stappen van 5,0 µm
van 50,0 - 100,0 µm in stappen van 10,0 µm
van 100,0 - 600,0 µm in stappen van 50,0 µm
De elektrische grofinstelling met twee snelheden dient voor snel verplaatsen
van het preparaat naar het mes toe en van het mes weg.
Bij de toetsen met dubbele pijl bedraagt de snelheid 800 µm/s; bij de toetsen
met één pijl bedraagt de snelheid 300 µm/s. In de snijmodus kan bij de functie
van de grofinstelling gekozen worden tussen gedefinieerde nadering (STEP-
functie) en continue beweging van het preparaat. Standaard wordt het appa-
raat met gedeactiveerde STEP-functie geleverd.
Driecijferig display
Dit display bevindt zich op het apparaat en op het
bedieningspaneel.
Wanneer de LED SECT brandt, geeft het display
de telkens ingestelde coupedikte in µm aan.
Brandt de LED TRIM, dan geeft het display de
gekozen trimsnijdikte in µm aan.
-
toetsen op het bedieningspaneel.
0,5 -
5,0 µm in stappen van 0,5 µm
5,0 - 20,0 µm in stappen van 1,0 µm
1,0 - 10,0 µm in stappen van 1,0 µm
Gebruiksaanwijzing, V 2.3 RevJ – 06/2018