5.
Bediening
33
34
34
Fijnafstelling van de krachtencompensatie
Voor het geval dat op de objectkop (33) een an-
dere accessoire met afwijkend gewicht gemon-
teerd wordt, is het noodzakelijk om te controleren
of de krachtencompensatie opnieuw afgesteld
moet worden.
Controle van de correcte instelling:
• Monteer nieuwe accessoire en span het pre-
• Plaats de objectkop door draaien van het
Blijft de objectkop exact in deze positie staan, dan
is de instelling correct.
Als de objectkop beweegt (stijgt of daalt) dan is
Afb. 21
een fijnafstelling noodzakelijk.
Belangrijk!
Verstel de
schroef nooit
meer dan een
/
slag per
1
2
keer.
Het afstellen geschiedt met de schroef (34) die
na het wegnemen van de snij-afvalbak aan de
onderkant van de basisplaat van de microtoom
toegankelijk is. Gebruik voor het afstellen de
meegeleverde inbussleutel SW 5 (met hand-
greep!).
• Beweegt de objectkop omlaag, draai dan de
• Beweegt de objectkop omhoog, draai dan de
• Deze procedure zolang herhalen tot de object-
Afb. 22
paraat in
handwiel op halve hoogte van de verticale
hefhoogte
(afb.
21).
Wordt de krachtencompensatie niet af-
gesteld, dan kan dit bij het werken lei-
den tot verwondingen.
schroef ca.
slag rechtsom.
/
1
2
schroef (34) ca.
slag linksom.
/
1
2
kop na het loslaten niet meer beweegt.
Gebruiksaanwijzing, V 2.3 RevJ – 06/2018