5.2
Inschakelen van het apparaat
Bij inschakeling van het apparaat via de netschakelaar mag niet tegelijkertijd een
toets op het bedieningspaneel of de voetschakelaar (optionele accessoire) worden ge-
activeerd!
2
4
Leica RM2255
Schakel het apparaat met de netschakelaar rechts achter in.
Het inschakelen wordt door een akoestisch signaal bevestigd.
Het apparaat wordt even geïnitialiseerd.
Er volgt een weergave (hier slechts als voorbeeld) van de softwareversie op
het viercijferige LED-display. Deze aanduiding verdwijnt na ca. 2 seconden,
en er verschijnt "0000".
Na het inschakelen zijn op het bedieningspaneel en indicatieveld van de mi-
crotoom de indicatievelden en LED's van alle geactiveerde functies verlicht.
In het driecijferige LED-scherm wordt de telkens laatst ingestelde waarde
voor de snijdikte (of trimsnijdikte) aangegeven, naargelang welke instelling
het laatst geactiveerd was. Dit geschiedt tegelijkertijd op bedieningspaneel
en microtoom.
De LED van de actieve modus (hier de coupedikte) brandt groen.
Wanneer de rode LED in het veld E-STOP (2) op het bedieningspaneel van
het apparaat oplicht, kan het de volgende aan de hand zijn
• de nood-uit-functie is geactiveerd
(NOOD-UIT-schakelaar is ingedrukt of de voetschakelaar is bediend.)
• de aansluitstekker (optioneel voor de voetschakelaar) is niet of niet cor-
rect op de bus aangesloten.
Wanneer de gele LED in het veld M-STOP (4) op het bedieningspaneel op-
licht, is de mechanische handwielblokkering of de handwielrem
afb.
3) geactiveerd.
Het apparaat kan niet gestart werden, zolang de LED aan is.
5.
Bediening
(pos. 3 in
23