Inhoudsopgave
Advertenties
Montage en afstellingen
Aankoppelen
De hydraulisch aangedreven ventilator vraagt het
volgende vermogen van het hydraulisch systeem van
de trekker.
De ventilator vraagt 30 l/min bij een druk van onge-
veer 125 bar. Voor de werking van de ventilator moet
het hydraulisch systeem van de trekker 8 kW continu
leveren.
Op nieuwe trekkers is het mogelijk de olieopbrengst
van de individuele ventielen te regelen. Het olieop-
brengst moet dan ingesteld worden in overeenstem-
ming met de benodigde luchtstroom, met een Maxi-
mum van 80 mbar. (regelventiel is hierbij voledig
open)
Op trekkers zonder de mogelijkheid om de olieop-
brengst per ventiel aan te passen, wordt de druk ge-
regeld door aan knop A te draaien op het regelventiel
die is geplaatst op het bedieningspaneel van de venti-
lator. Zie figuur 2D.
Figuur 2D. Regelventiel
Figuur 2E. Strop met bout
Rijafstand
De rijafstand kan worden afgesteld en aangepast door
de bevestigingsstrop van elke kouter zijwaarts te ver-
schuiven over de kouterbalk. Hiervoor moeten de bout
van de strop worden losgedraaid. Zie figuur 2E.
De afstand tussen de kouters wordt direct op de kou-
ters zelf gemeten, dus niet op de bevestigingsstrop-
pen. Gebruik van een meetinstrument waarop de wer-
kelijke rijafstand is gemarkeerd wordt aanbevolen.
Meet voor het veranderen van de rijafstand vanaf de
middelste kouter, die precies in het midden van de
zaaimachine moet staan. Dan kan elke kouter op de
gewenste afstand van de middelste kouter worden
geplaatst.
Vergeet niet na het afstellen alle bouten weer vast te
zetten.
Figuur 2F. Meet de kouterafstand ter hoogte van de
kouter
9
Advertenties
Inhoudsopgave
