Inhoudsopgave
Advertenties
Verwijder de smeerolie die naar buiten stroomt en de
filterelementen volgens de normvoorschriften. Laat
geen afgewerkte olie in de bodem wegstromen. Voer
na elke interventie een testcyclus uit. In dit verband
moet u de dichting en de druk van de smeerolie
garanderen en daarna het oliepeil controleren.
Een te laag en/of te hoog smeeroliepeil beschadigt de
motor. De controle van het oliepeil mag alleen
plaatsvinden als de motor horizontaal staat en
stilligt. Controleer het niveau van de smeerolie alleen
als die warm is, 5 minuten na het uitschakelen. De
oliepeilstok niet uittrekken terwijl de motor draait.
Gevaar voor brandwonden.
Controle van het oliepeil van de motor
Haal de peilstok uit en reinig die met een schone vod
die geen vezels achterlaat.
Steek de peilstok in de olie helemaal erin en haal het
er dan weer uit om het peil van de smeerolie af te
lezen.
Het peil moet altijd tussen de streepjes MIN en MAX
staan, vul indien nodig bij tot aan het streepje MAX.
Motorolie vervangen
Laat de motor opwarmen tot de temperatuur van de
olie > 80 °C bedraagt.
Positioneer het voertuig op een horizontaal oppervlak
en leg de motor stil.
Plaats een opvangbak onder de aftapschroef, draai de
schroef los en tap de smeerolie af.
Na het aftappen plaatst u de schroef terug met een
nieuwe dichtingsring en haalt u aan op een moment
van 55 Nm.
Vul met smeerolie, verwarm de motor op een
temperatuur van > 80 °C en controleer het peil van de
smeerolie.
Vul indien nodig verder bij.
Het patroon van de smeerolie vervangen
Los de filter met het gereedschap en schroef de filter af.
Vang eventuele smeerolie op die ontsnapt.
Reinig het dichtingsoppervlak van de filterhouder met
een schone doek die geen vezels achterlaat.
De dichting van het nieuwe patroon van de originele
DEUTZ-filter lichtjes inoliën.
Schroef de nieuwe filter handmatig aan tot die dicht
zit en haal aan op een moment van 10-12 Nm.
Voorfilter van de brandstof
De brandstof is brandbaar en kan ernstige
brandwonden en de dood veroorzaken.
Niet roken en geen open vuur gebruiken tijdens de
werkzaamheden aan het brandstofcircuit.
Verwijder
motoronderdelen en uit de motorruimte om
brandgevaar te vermijden.
1 brandstoftoevoer van de pomp, 2 ontluchtingsschroef,
3 elektrische aansluiting voor de sensor van het
waterpeil, 4 aftapdop, 5 filterpatroon, 6 ingang
brandstoftank
Wateropvangbak leegmaken
Start de motor.
Plaats een geschikte opvangbak.
Elektrische aansluiting
Maak de kabelaansluitingen los.
DEEL ONDERHOUD
BRANDBAAR MATERIAAL
alle
brandstofsporen
van
de
85
Advertenties
Inhoudsopgave
