Pedalen
2
Het gaspedaal 1 bevindt zich op de vloer van de
cabine.
Druk het gaspedaal in om het toerental van de
verbrandingsmotor te verhogen.
Laat het gaspedaal los om het toerental van de
verbrandingsmotor te verlagen.
Het rempedaal 2 bevindt zich op de vloer van de cabine.
Druk het rempedaal volledig in om de machine te laten
stoppen.
Inching pedaal
De eerste 20 mm van de slag van het rempedaal werkt
het als inching pedaal.
Het inching pedaal werkt net als een koppeling en
maakt het mogelijk ook bij lage snelheden het
motortoerental te verhogen.
Regel de druk op het gaspedaal en het inching pedaal
naar gelang nodig is.
Transmissie schakelaar
F
N
R
De schakelaar voor de versnelling vooruit/achteruit
bevindt zich aan de bovenkant van de rechter joystick:
in het midden staat de transmissie in NEUTRAL,
naar voren staat de transmissie in de
versnelling vooruit,
naar achteren staat hij in de versnelling achteruit.
Tijdens de startfases moet de hendel zich in de
middelste stand NEUTRAL bevinden.
46
De
versnelling
ingeschakeld worden met ingedrukte knop voor de
1
toestemming op de joystick. Anders wordt deze
verkeerde procedure aangegeven op het touchscreen.
Activeer de omkering van rijrichting alleen met
stilstaand voertuig. Anders wordt deze verkeerde
procedure aangegeven op het touchscreen.
Keuzeschakelaar lichten / ruitenwissers
voor modellen RTH 4.18/RTH 4.18 Smart
Met de hendel links van het stuur worden de
richtingaanwijzers, de lichten en de ruitenwissers
bediend.
Richtingaanwijzers
Voor het aanzetten van de richtingaanwijzers:
- rechts: de hendel naar voren drukken,
- links: de hendel naar achteren trekken.
Als de hendel in de middelste stand staat zijn de
richtingaanwijzers uit.
Lichtenschakelaar
Om het grote licht aan te zetten:
- beweeg de hendel naar beneden voor continue
activering, oefen lichte tractie uit richting het stuur
om het flitsen van de grootlichten te activeren. De
hendel keert onmiddellijk terug naar de neutrale
positie zodra deze is losgelaten.
Ruitenwissers
De machine beschikt over drie ruitenwissers.
De ruitenwisser op de achterruit wordt apart
aangezet, terwijl die op de bovenste ruit en op de
voorruit alleen tegelijk aangezet kunnen worden.
DEEL WERKING
LET OP
(vooruit
of
achteruit)
moet