Lichtenschakelaar
Om de lichten te activeren, draait u de specifieke ring:
O
-
: uit,
-
: stadslichten aan,
-
: dimlichten aan.
Om de grootlicht koplamp te activeren
- beweeg de hendel naar beneden voor continue
activering,
- oefen lichte tractie uit richting het stuur om het
flitsen van de grootlichten te activeren. De hendel
keert onmiddellijk terug naar de neutrale positie
zodra deze is losgelaten.
Ruitenwissers
De machine beschikt over drie ruitenwissers.
De ruitenwisser op de achterruit wordt apart
aangezet, terwijl die op de bovenste ruit en op de
voorruit alleen tegelijk aangezet kunnen worden.
Bedieningselementen:
O
-
: alle ruitenwissers zijn uitgeschakeld;
I
-
: activeert de onderbroken beweging van de
ruitenwisser voor en boven;
II
-
: activeert de ononderbroken beweging van de
ruitenwisser vooraan en bovenaan;
Ј
-
: activeert de ruitenwisser achteraan.
Druk op de groene knop op de stuurkolom onder het
stuurwiel om de sproeiervloeistoftoevoer op alle
sproeiers te activeren.
Claxon
Voor het gebruik van de claxon de knop aan het
uiteinde van de hendel indrukken.
De claxon niet gebruiken in dicht bevolkte gebieden of
daar waar het met daarvoor dienende borden
nadrukkelijk verboden wordt.
N.B. : De claxon maakt een kort signaal als er een
verbinding gemaakt wordt met een afstandsbediening
(optie).
48
Handrem
:
De schakelaar voor het in-/uitschakelen van de
handrem bevindt zich onder het stuur.
Druk op de schakelaar om de handrem in te schakelen.
Controleer of het controlelampje op de hoofdpagina
van het multifunctionele display gaat branden.
Voor het uitschakelen moet u goed op de stoel zitten,
de motor starten, controleren of de omkeerschakeling
op "Neutral" staat en dan de schakelaar (P) indrukken
om de handrem uit te schakelen. Controleer of het
controlelampje
multifunctionele display uitgaat.
Als de bestuurder, bij een snelheid lager dan 3 km/h,
van de bestuurdersstoel mocht opstaan, dan wordt
het voertuig automatisch stopgezet en schakelt de
handrem in.
Noodlampen
De schakelaar voor het inschakelen van de
paniekverlichting bevindt zich rechts onder het stuur.
Door op de schakelaar te drukken gaan de
noodverlichting en de vier richtingaanwijzers tegelijk
aan.
Om de paniekverlichting in/uit te schakelen de
speciale knop indrukken.
DEEL WERKING
op
de
hoofdpagina
van
het