Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Magni RTH 4.18 Handleiding pagina 83

Inhoudsopgave

Advertenties

Afstellen
H
Om te controleren of de kettingen afgesteld moeten
worden is de medewerking van een bestuurder en een
inspecteur vereist.
Schuif de telescopische arm helemaal uit in
horizontale positie. Geef een snel impuls om de arm
in te trekken en bekijk de oscillatie van de kettingen.
Als tijdens de oscillatie de afstand H kleiner blijkt dan
4 cm, dan moet de ketting afgesteld worden.
1
Om een ketting af te stellen moet u eerst de
contramoer 1 losdraaien en dan de schroef 2 in de
richting van de klok draaien om de spanning van de
ketting te vergroten en tegen de richting van de klok
in om hem te verkleinen.
Meet de afstand tussen de as van de ketting en het
oppervlak van de arm. De verwijzingswaarden zijn:
- eerste uitschuiving: min. 85 mm, max. 100 mm;
- tweede uitschuiving: min. 65 mm, max. 80 mm.
- derde uitschuiving: min. 70 mm, max. 80 mm.
LET OP
Pas goed op de kettingen niet te strak te spannen.
Het stuk gaan van een ketting ten gevolge van een
onjuiste afstelling die is uitgevoerd zonder de hulp
van uw dealer kan ernstige schade veroorzaken.
2
DEEL ONDERHOUD
Slijtage controleren
Om de slijtage van de kettingen te controleren moet u
de voornaamste afmetingen van de kettingen van
iedere uitschuiving kennen. Maak deze metingen op
een nieuwe ketting of vraag deze informatie aan bij uw
dealer.
Zet de machine op de stabilisatoren. Centreer de
zwenkkop en schuif de telescopische arm helemaal uit
in horizontale positie.
Meet de door slijtage veroorzaakte verlenging van de
ketting. Maak de meting op delen van de ketting van
15-18 schakels. Gebruik ter verwijzing de koppen van
de pennen. Als in een bepaald deel de verlenging ≥ 2%
is, dan moet de ketting vervangen worden.
Controleer de slijtage van het profiel van de platen
(H1 of H2) en vergelijk dit met een nieuwe ketting (H).
Als op een willekeurige plaats van de ketting [(H-
H1)/H]x100 ≥ 2%, of [(H-H2)/H]x100 ≥ 3,5%, dan moet
de ketting vervangen worden.
Controleer de slijtage op de rand van de platen en op
de kop van de pennen. Als op een willekeurige plaats
van de ketting (R1/R)x100 ≥ 25%, of /S1/S)x100 ≥ 20%,
dan moet de ketting vervangen worden. Daar het een
ongewone slijtage betreft, de oorzaken van de slijtage
opsporen voor de ketting te vervangen en de oorzaken
verhelpen.
Herhaal de metingen voor alle kettingen. Voer voor
iedere ketting meerdere metingen uit op meerdere
delen van de ketting om niet gelijkvormige
slijtageverschijnselen te kunnen opsporen. Neem
altijd ter verwijzing de meest versleten zone.
Voor het vervangen van één of meerdere kettingen,
uw dealer raadplegen voor service.
83

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave