Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Slechte Prestaties; Joystick; Elektronische Afstandsbedieningen; Stuursysteem - Mercury Marine SmartCraft Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Slechte prestaties

Symptoom
Gasklep werkt niet goed.
Schroef beschadigd of verkeerde schroef.
Overmatig veel water in motorruim.
Boot overbelast of lading niet goed verdeeld.
Bodem van boot vuil of beschadigd.
Vinnen vergrendeld in de omlaag-stand.
Brandstof van slechte kwaliteit.
Water in de brandstof.
Storing in de motor of in het elektronisch
brandstofsysteem.
Storingscode bewaking geactiveerd.

Joystick

Symptoom
De boot kan niet met de joystick worden bediend.
Reactie op joystickcommando's is verkeerd of de joystick werkt
onafhankelijk van commando's.
De joystick werkt niet goed en er is een storingscode ingesteld.
De joystick werkt niet—geen storingscode ingesteld, cruise
control ingeschakeld.

Elektronische afstandsbedieningen

Symptoom
De ERC-hendel verhoogt het motortoerental, maar schakelt
niet in versnelling en de boot beweegt niet.
De ERC-hendel bedient de motor en aandrijving, maar
komt niet op volgas.
De ERC-hendel bedient de motor en de aandrijving, maar
reageert niet lineair.
Beide motoren reageren als één ERC-hendel wordt
bewogen.
De ERC-bediening, joystick en het stuurwiel werken niet.

Stuursysteem

Symptoom
Het stuurwiel biedt geen weerstand maar bestuurt de boot
wel.
90-8M0112119
JULI 2015
nld
Controleer of Cruise Control is uitgeschakeld.
Schakel op het DTS-bedieningsblok de functie Troll (langzaam varen) of Dock (aanmeren) uit. Zie
hiervoor "Speciale functies digitale gas- en schakelbediening (Digital Throttle And Shift; DTS)".
Vervang de schroef. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Motorruim legen en de oorzaak van te veel water vaststellen.
Verminder de belasting of verdeel de lading gelijkmatiger.
Reinig en repareer naar vereist.
Zet de schakelaar voor handmatig afstellen van de automatische vinnen los.
Gebruik een cetaanbooster, zoals aanbevolen door uw erkende Mercury Diesel-reparatiewerkplaats.
Laat de brandstof weglopen en vul met verse brandstof. Tijdens dit proces kan het nodig zijn om het
brandstoffilter meerdere keren af te tappen of te vervangen.
Laat de motor of het elektronisch brandstofsysteem bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats
controleren.
Controleer VesselView op bewaking-storingscodes die kunnen zorgen voor verminderd motorvermogen.
Laat het systeem bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats controleren als er een storingscode
wordt weergegeven.
Beide hendels van de afstandsbediening staan niet in neutraal. Zet de
afstandsbedieningshendels op neutraal.
Een of beide motoren lopen niet. Start de motor of motoren.
Zorg ervoor dat er nabij de joystick geen radio's of andere bronnen van elektronische of
magnetische interferentie zijn.
Controleer VesselView op bewaking-storingscodes die kunnen zorgen voor verminderd
motorvermogen. Laat het systeem bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats
controleren als er een storingscode wordt weergegeven.
Schakel de cruise control uit.
Draai de sleutel naar uit en weer naar aan.
Kijk naar de knop "THROTTLE ONLY" op de trackpad. Zet de ERC-hendels in neutraal en
druk op de knop om uit te schakelen als het lampje brandt.
Schakel handmatig. Zie "Werking onder onvoorziene omstandigheden".
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Als de motor maar tot 50% van vol gas komt, controleert u de "DOCK"-knop op de trackpad.
Zet de hendels in neutraal en druk op de knop om uit te schakelen, als het lampje brandt.
Kijk op VesselView om te zien of de cruise control is ingeschakeld. Zet cruise control uit.
Controleer de schroef op eventuele schade. Controleer VesselView op storingscodes van de
motorbewaking die aangeven dat het motorvermogen is verminderd. Neem als u deze
aantreft contact op met uw erkende Mercury Diesel reparatiecentrum om te zien of de
schroeven misschien moeten worden vervangen.
Kijk naar de knop "TROLL" op de trackpad. Zet de hendels in neutraal en druk op de knop
"TROLL" om uit te schakelen, als het lampje brandt.
Controleer of de aanlegmodus of cruise control is ingeschakeld. Schakel de functie uit als een
hiervan aan staat.
Kijk naar de knop "1 LEVER" op de trackpad. Als het lampje brandt, zet u de hendels in
neutraal en drukt u op de knop "1 LEVER" om de functie uit te schakelen.
Druk op "HELM" op de trackpad om de dashboardbesturing te herstellen. (Alleen op boten
met meerdere dashboards.)
De contactsleutel aan stuurboord staat uit. Zet de contactsleutel aan stuurboord op aan.
Controleer en start de stuurboordmotor.
Stroomonderbreker bedrading stuurboord geactiveerd. Stel de stroomonderbreker terug.
Hoofdstuk 5 - Problemen oplossen
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Bladzijde 53

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave