Samenvatting van Inhoud voor Mercury Marine SmartCraft SC5000
Pagina 1
SC5000 System View Versie 3.42 en hoger Bedieningshandleiding E 2004 Mercury Marine 90-895200B MAART 2004...
Pagina 2
Alarm History (Alarmgeschiedenis) Hoofstuk 8 – Installeren • Onderdelen • Speciale instructies • Informatie over installeren • System View installeren • Draadaansluitingen • Optionele GPS-eenheid op System View aansluiten Hoofdstuk 9 – Index E 2004 Mercury Marine 90-895200B MAART 2004...
INLEIDING Inleiding Het display van SC5000 System View is een veelomvattend bootinformatiecentrum. Met System View kan de bestuurder van de boot allerlei kritieke bedrijfsinformatie ontvangen, die duidelijk en ogenblikkelijk op het LCD-display van het dashboard wordt weergegeven. System View bewaakt en rapporteert continu informatie die van standaard bedrijfsgegevens tot gedetailleerde vaartuigomgevingsinformatie varieert.
INLEIDING Gebruik van toetsenblok SYSTEM VIEW • Menukeuzeschakelaar – wordt gebruikt om alle op-en-neer en zijwaartse bewegingen bij de System View functieprompts op het scherm te regelen. • Select-toets – wordt gebruikt om de schermopties te selecteren en om de gegevensinvoer te bevestigen.
OM TE BEGINNEN System View opstarten Wanneer u de hoofdschakelaar op aan zet, wordt System View opgestart. System View doorloopt een reeks opstart-schermen die hieronder zijn afgebeeld. Wanneer u op SELECT (Selecteren) drukt, pauzeert het scherm. Displayschermen Opstart-schermen De opstart-schermen kunnen zo worden ingesteld dat de homepage (stap 1) of het laatste display vóór het uitzetten (stap 2) wordt weergegeven.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Homepagescherm Langs de onderkant van de homepage vindt u zes hoofddirectorykeuzes op het scherm. Markeer de directorykeuze met de menuschakelaar. Druk op SELECT (Selecteren) om uw keuze te accepteren en het directoryscherm te openen. PROPULSION (Voortstuwing) (zie hoofdstuk 3) NAVIGATION (Navigatie) (zie hoofdstuk 5) •...
Pagina 8
OM TE BEGINNEN Displayschermen Homepagescherm (vervolg) De bovenste helft van de homepage geeft motor- en vaartuiggegevens weer. De motorgegevens worden van sensors op de motor en de vaartuiggegevens van sensors op het vaartuig ontvangen. De aanvankelijke opstelling van het scherm neemt een van twee vormen aan, al naargelang een of twee motoren zijn geïnstalleerd.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen De gegevensdisplayschermen kunnen uit de hoofddirectorymenukeuzen worden geselecteerd, die op de homepage worden geselecteerd. Het pictogram voor de selectie van het huidige directorymenu wordt linksboven op het display weergegeven. De weergave van informatie op het scherm wordt in het informatievenster afgebeeld, dat zich onderaan het scherm bevindt.
Pagina 10
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Motorgegevensschermen De motorgegevensschermen zijn een serie displays die verschillende motorgegevens weergeven. VOORTSTUWING Motortoerental en snelheid Geeft het motortoerental en de vaarsnelheid weer. VOORTSTUWING Motortoerensynchronisator Twee motoren – geeft het verschil in motortoerental (omw/min) tussen de bak- en stuurboordmotor weer.
Pagina 11
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Stuurstand Geeft de stuurstand in graden weer. VAARTUIG Status van tank Toont het peil in de tanks van het vaartuig. VAARTUIG Tankpeil Geeft het peil in elke tank weer. VAARTUIG Status van vaartuig Geeft het volgende weer:...
Pagina 12
OM TE BEGINNEN Displayschermen Gegevensdisplayschermen Verklarende woordenlijst Gegevens Scherm Plaats van directory Diepte Geeft de diepte van het water weer. NAVIGATIE Dieptecurve Geeft een curve van diepte vs. tijd weer zoals geregistreerd in de afgelopen 16 seconden. NAVIGATIE Omgeving Geeft de snelheid, diepte, luchttemperatuur en zeewatertemperatuur weer.
OM TE BEGINNEN Displayschermen Alarmberichtschermen Wanneer er een probleem wordt ontdekt, waarschuwt System View de bestuurder. Spoor de oorzaak van het probleem aan de hand van de volgende stappen op: 1. Er verschijnt een pop-up scherm met een alarmbericht. Als er meerdere alarmen zijn, toont het display het laatst geactiveerde alarm.
Pagina 14
VOORTSTUWING VOORTSTUWING Hoofdstuk 3 Inhoudsopgave Informatie over voortstuwing ............De voortstuwingdirectory oproepen .
VOORTSTUWING Informatie over voortstuwing In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory PROPULSION (Voortstuwing) van System View. Enkele van de voortstuwingsfuncties zijn: • Regeling voor langzaam varen • Motortoerental gecombineerd met vaarsnelheid • Display voor twee motoren-synchronisator •...
VOORTSTUWING Voortstuwingsgegevensschermen Motortoerental/snelheid Dit scherm geeft het motortoerental (tpm) en de vaarsnelheid weer. ÉÉN MOTOR TWEE MOTOREN PITOT SCHOE- PENWIEL GEEN Snelheidssensors – dit venster toont de sensor die momenteel het snelheidssignaal stuurt. De snelheidssensor wordt automatisch geselecteerd op grond van de beschikbare sensors.
VOORTSTUWING Voortstuwingsgegevensschermen Motortoerensynchronisator – twee motoren Dit scherm geeft het verschil in motortoerental (tpm) tussen de bak- en stuurboordmotor weer. Maakt gasbijstelling mogelijk zodat beide motoren gelijk blijven draaien. Motor stuurboord Motor bakboord Motorgegevensschermen Motorgegevensschermen zijn een serie displays die verschillende motorgegevens weergeven. NB: Het is mogelijk dat niet alle vermelde schermen voor uw type motor beschikbaar zijn.
VOORTSTUWING Voortstuwingsgegevensschermen Trimpositie Dit display geeft de stand van de voortstuwingseenheid weer die is verkregen door de trim- en trailerstand in te stellen. ÉÉN MOTOR 0 = Omlaag getrimd 10 = Omhoog getrimd 25 = Volledig opgeklapt TWEE MOTOREN 0 = Omlaag getrimd 10 = Omhoog getrimd 25 = Volledig opgeklapt Supercharger Boost (Compressor-turbo)
VOORTSTUWING Voortstuwingsgegevensschermen Troll Control (Regeling voor langzaam varen) NB: Afhankelijk van uw motortype is de functie Regeling voor langzaam varen wellicht niet beschikbaar. TWEE MOTOREN ÉÉN MOTOR WERKING BELANGRIJK: Om obstakels te vermijden, moet de gebruiker het dashboard constant in de gaten houden wanneer hij de regeling voor langzaam varen gebruikt.
Pagina 20
VAARTUIG VAARTUIG Hoofdstuk 4 Inhoudsopgave Informatie over vaartuig ............De vaartuigdirectory oproepen .
VAARTUIG Informatie over vaartuig In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory VESSEL (Vaartuig) van System View. Enkele van de vaartuigfuncties zijn: • Stand van stuurhoek • Status van brandstof-, olie-, vuilwater- en watertank •...
VAARTUIG Vaartuiggegevensschermen Steering Position (Stuurstand) Dit scherm geeft de stuurstand in graden weer. NB: Afhankelijk van uw type motor is deze functie wellicht niet beschikbaar. NB: Als de stand van de stuurhoek het tegenovergestelde van de juiste richting is, kan deze worden omgekeerd zodat hij naar behoren wordt weergegeven.
VAARTUIG Vaartuiggegevensschermen Brandstoftanks Geeft het peil in elke tank weer. Water- en vuilwatertanks Geeft het peil in elke tank weer. Pagina 4-4 90-895200B MAART 2004...
VAARTUIG Vaartuiggegevensschermen Vessel Status (Status van vaartuig) Geeft de huidige vaartuiginformatie weer. 1. Geeft de bedrijfstijd in uren weer. 2. Geeft de totale hoeveelheid resterende brandstof weer. 3. Geeft het peil in de bijkomende tanks weer. Zoet water en vuil water, indien aangesloten. 4.
NAVIGATIE Navigatie-informatie In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de displayschermen in de directory NAVIGATION (Navigatie) van System View. Een aantal navigatiefuncties zijn o.a.: • Navigatieschermen • Gegevens over volgende bestemming • Trip History Log (Tochtlogboek) • Diepte •...
NAVIGATIE Navigatiegegevensschermen Navigatieschermen BELANGRIJK: Dit apparaat is bedoeld als een navigatiehulpmiddel en mag papieren kaarten niet vervangen. Een zorgvuldige navigator vertrouwt nooit op slechts één methode om positiedata te verkrijgen. NB: Om de navigatieschermen te kunnen gebruiken moet uw vaartuig een GPS-ontvanger met een uitgangsspanning van NMEA 0183 V1.5 of V2.0+ hebben en op System View zijn aangesloten.
Pagina 28
NAVIGATIE Navigatiegegevensschermen Navigatieschermen SCHERM 2 – NEXT WAYPOINT DATA (GEGEVENS OVER VOLGENDE BESTEMMING) Wanneer u naar een bestemming navigeert, geeft dit scherm u de volgende navigatie-informatie: 1. DIST TO GO (Af te leggen afstand) – Resterende afstand tot de volgende bestemming. 2.
Pagina 29
NAVIGATIE Navigatiegegevensschermen Depth (Diepte) Dit scherm geeft de diepte van het water weer. NB: Om de diepte en het alarmpeil voor ondiep water in te stellen kunt u het menu “Instellingen/Sensors” in hoofdstuk 6 raadplegen. Depth Plot Line (Dieptecurve) Dit scherm geeft een curve van diepte vs. tijd weer zoals geregistreerd gedurende de afgelopen 16 seconden.
Pagina 30
NAVIGATIE Navigatiegegevensschermen Omgeving Dit scherm geeft de snelheid, diepte, lucht- en zeewatertemperatuur weer. 1. Geeft de diepte van het water weer. 2. Geeft de snelheid van de boot weer. 3. Geeft de luchttemperatuur weer. 4. Geeft de zeewatertemperatuur weer. Seawater Temperature Plot (Zeewatertemperatuurcurve) Dit scherm geeft een curve van zeewatertemperatuur vs.
Pagina 31
INSTELLINGEN INSTELLINGEN Hoofdstuk 6 Inhoudsopgave Informatie over instellingen ............De instellingendirectory oproepen .
INSTELLINGEN Informatie over instellingen In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de instellingsschermen in de directory SETTINGS (Instellingen) van System View. In dit hoofdstuk kunt u System View zodanig configureren dat de informatie op de door u gewenste wijze wordt weergegeven.
INSTELLINGEN Instellingsopties Contrast/Lighting/Clock (Contrast/Verlichting/Klok) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (Selecteren) om de instellingen te accepteren. CONTRAST – Gebruik de schuifbalk om het contrast op de display te wijzigen als de temperatuur of het licht verandert.
INSTELLINGEN Instellingsopties Units/Language/Offsets (Eenheden/Taal/Compensatie) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (Selecteren) om de instellingen te accepteren. UNITS ENG (Eenheden engels) – Hiermee kunt u het Engelse of metrieke formaat voor de maateenheden selecteren.
INSTELLINGEN Instellingsopties Home Page Data (Homepagegegevens) 4. Bekijk de HOME PAGE DATA (Homepagegevens) en stel vast of er gegevens zijn die u zou willen veranderen. Druk op YB om een functie te selecteren. Druk op A" om de functie te bewerken. VOLTS SPEED H20 PSI...
PADDLE FREQ (Schoepenwielfrequentie) – De frequentie voor het schoepenwiel kan gewijzigd worden zodat deze overeenstemt met de vereisten van andere sensors. De frequentie van de door Mercury Marine geleverde schoepenwielsnelheidssensor is 4,9 Hz per mijl of 5,7 Hz per knoop.
INSTELLINGEN Instellingsopties Preferences (Voorkeuren) Een instelling veranderen: 1. Druk op YB om de gewenste menuselectie te markeren. 2. Druk op A" om het menuvak te bewerken. 3. Druk op SELECT (Selecteren) om de instellingen te accepteren. WARNING HORN (Waarschuwingshoorn) – De System View heeft een waarschuwingshoornalarm. U kunt een alarm instellen om een waarschuwingssignaal te doen afgaan voor verschillende types storingen of als dieptewaarschuwing voor (on)diep water.
INSTELLINGEN Instellingsopties Favorites/Page Status (Status van favorieten/pagina) Met de Favorites/Page Status (Status van favorieten/pagina) kunt u één van de twee volgende opties selecteren: 1. Stelt u in staat om uw voorkeursschermen te kiezen en in de directory FAVORITES (Favorieten) te plaatsen om ze snel te kunnen bekijken. De schermen worden nog steeds in hun respectievelijke menu’s getoond.
Pagina 39
SYSTEEM SYSTEEM Hoofdstuk 7 Inhoudsopgave Informatie over het systeem ............De systeemdirectory oproepen .
SYSTEEM Informatie over het systeem In dit hoofdstuk vindt u een volledige beschrijving van de scherminstellingen in de directory SYSTEM (Systeem) van System View. Enkele van de systeemfuncties zijn: • Onderhoudslogboek • Actieve alarmen • Alarmgeschiedenis • Systeemkalibratie De systeemdirectory oproepen Om de directory SYSTEM (Systeem) op te roepen moet u met de menuschakelaar de directory SYSTEM (Systeem) uit de menukeuze markeren.
SYSTEEM Systeemkalibratie System Calibration (Systeemkalibratie) De systeemkalibratie bestaat uit de volgende menu’s: • Tank configuration (Tankconfiguratie) • Trim calibration (Trimkalibratie) • Factory defaults (Fabrieksinstellingen) Systeemkalibratie oproepen BELANGRIJK: Om de menu’s van de systeemkalibratie op te roepen moet u de motor uitzetten om System View opnieuw te activeren.
SYSTEEM Systeemkalibratie Tank Configuration (Tankconfiguratie) NB: System View doet elke naam van de tank voor elke gekozen niveausensor op het scherm verschijnen. Per motor kunnen twee tanks worden gekozen. 1. Kies de naam van de te verschijnen tank voor elke gewenste niveausensor. Markeer de tank en druk op A"...
Pagina 43
SYSTEEM Systeemkalibratie Tank Configuration (Tankconfiguratie) (vervolg) NB: De brandstoftank moet worden gekalibreerd zodat System View het brandstofbereik kan weergeven. 3. U kunt het brandstoftankpeil op twee manieren kalibreren: a. Methode 1 – Selecteer DEFAULT (Standaard) – System View levert automatisch een geschatte bereikwaarde op grond van de standaard-sensorwaarden.
SYSTEEM Systeemkalibratie Trim Calibration (Trimkalibratie) TRIMSCHERM KALIBREREN Trim kalibreren: 1. Open het TRIM CALIBRATION (Trimkalibratie) -menu. 2. TRIM ENG DOWN (Motor omlaag trimmen): Druk op de toets SELECT (Selecteren) om het scherm DOWN (Omlaag) te openen. Trim de motor helemaal omlaag. Druk op SELECT (Selecteren) om dit op te slaan en naar het volgende scherm te gaan.
SYSTEEM Systeemkalibratie Factory Defaults (Fabrieksinstellingen) DIRECTORY TERUGSTELINSTELLINGEN Brengt alle instellingen terug naar de oorspronkelijke instellingswaarden van System View. Alle instellingen naar de oorspronkelijke instellingswaarden terugbrengen: 1. Open het menu FACTORY DEFAULTS (Fabrieksinstellingen). 2. Druk op YB om de RESET SETTINGS DIRECTORY (Directory terugstelinstellingen)-selectie te markeren.
Pagina 46
SYSTEEM Onderhoudslogboek Maintenance Log (Onderhoudslogboek) BEDRIJFSTIJD REGISTREREN Met het onderhoudslogboek kunt u de huidige bedrijfstijd van de motor bij elke onderhoudsbeurt registreren. De onderhoudsbeurten moeten op de tijdstippen worden uitgevoerd die in uw Handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor staan aangegeven. De bedrijfstijd van de motor registreren bij onderhoudsbeurten: 1.
Pagina 47
SYSTEEM Actieve alarmen Active Alarms (Actieve alarmen) Het scherm ACTIEVE ALARMEN geeft alle actieve alarmen weer. Het actieve-alarmbericht maakt de bestuurder op het mogelijke probleem opmerkzaam. Wanneer er een probleem met het systeem wordt gedetecteerd, wijst System View de bestuurder op het mogelijke probleem door de alarmgegevens in het informatievenster onder aan het scherm weer te geven.
Pagina 48
SYSTEEM Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up scherm) PORT HEAD OVRHT (Bakb. kop De motor is oververhit. Raadpleeg de oververh.) Handleiding voor gebruik en onderhoud van STBD HEAD OVRHT (Stuurb. kop de motor voor informatie over oververhitting. oververh.) COMPRESS OVRHT (Compress. oververh.) HEAD OVRHT (Kop oververh.) BLOCK OVRHZT (Motorblok...
Pagina 49
SYSTEEM Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up scherm) FUEL PUMP RLY CKT Probleem met de brandstofpomp. Laat het systeem door uw dealer nakijken. HORN OUTPUT (Hoorn) De waarschuwingshoorn werkt niet naar behoren. Laat het systeem door uw dealer nakijken. IAC OUTPUT De luchtregeling stationair toerental werkt niet goed.
Pagina 50
SYSTEEM Actieve alarmen Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up scherm) PITOT CKT HI/LO Probleem met het pitot-sensorcircuit. Laat het systeem door uw dealer nakijken. PRT COOL OVRHT De motor is oververhit. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor voor informatie over oververhitting.
Pagina 51
SYSTEEM Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up scherm) OIL LVL ENG LO Het oliepeil in het op de motor gemonteerde oliereservoir is zeer laag (2-takt motoren)). Het op de motor gemonteerde oliereservoir en de losse olietank moeten worden bijgevuld. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud van de motor.
Pagina 52
SYSTEEM Actieve alarmen Alarmbericht Actief alarm Beschrijving (pop-up scherm) NEUTRAL OVERSPEED De aanbevolen motor-overspeed in neutraal (Neutraal-overspeed) is overschreden. OVERSPEED Het aanbevolen motortoerentalbereik is overschreden. PRT EMCT OVRHT Uitlaatspruitstuk aan bakboordzijde is aan het oververhitten. Probleem met het koelsysteem. Laat de motor door uw dealer ENGINE POWER LIMITED nakijken.
SYSTEEM Alarmgeschiedenis Alarm History (Alarmgeschiedenis) De ALARM HISTORY (Alarmgeschiedenis) geeft alle alarmen weer die actief zijn of waren sinds de laatste onderhoudsbeurt van de motor. Alarmgeschiedenis bekijken: 1. Open de ALARM HISTORY-directory (Alarmgeschiedenis). De directory geeft de alarmgeschiedenis weer. 90-895200B MAART 2004 Pagina 7-15...
INSTALLEREN Onderdelen: REF. REF. AANT. AANT. OMSCHRIJVING OMSCHRIJVING ONDERDEELNUMMER ONDERDEELNUMMER Deksel 879948T04 Pasplaat 879947T03 System View met afdichting 79-888923K05 Afdichting Schroef 10-66687 Vlakke sluitring 12-56681 Vleugelmoer 11-816874 Montage-adapter 859021 Sluitring 12-859029 Moer 11-859022 Temperatuursensor 885342001 SmartCraft-draadboom 84-882755T02 Speciale instructies Reinig de lens alleen met water. Informatie over installeren WAARSCHUWING Koppel beide accukabels los bij de accu voordat u probeert om de meters te installeren.
INSTALLEREN System View installeren 1. Kies een plaats voor System View waar u dit goed kunt zien en van achter het instrumentenpaneel goed kunt bereiken. 2. Maak een montagegat van de opgegeven afmetingen. 14,28 mm (9/16 in.) 169,86 mm (6-11/16 in.) 19,00 mm 19,00 mm (3/4 in.)
INSTALLEREN Draadaansluitingen MODELLEN ZONDER ELEKTRONISCHE GAS-/SCHAKELFUNCTIE NB: Er is verlengbedrading van 152 mm (6 in.) tot 9,14 m (30 ft) verkrijgbaar voor de System Link-meters. TAN = Beige BLUE = Blauw PURPLE = Paars WHITE = Wit System View display-draadboom verbinding System Link-meter (stuurboord) verbinding System Link-meter (bakboord) GPS-aansluiting (optie)
Pagina 58
INSTALLEREN MODELLEN MET ELEKTRONISCHE GAS-/SCHAKELFUNCTIE – ÉÉN MOTOR NB: Er is verlengbedrading van 152 mm (6 in.) tot 9,14 m (30 ft) verkrijgbaar voor de System Link-meters. BLK = Zwart YEL = Geel ORG = Oranje PUR = Paars GRN = Groen RED = Rood WHITE = Wit BLUE = Blauw...
Pagina 59
INSTALLEREN MODELLEN MET ELEKTRONISCHE GAS-/SCHAKELFUNCTIE – TWEE MOTOREN NB: Er is verlengbedrading van 152 mm (6 in.) tot 9,14 m (30 ft) verkrijgbaar voor de System Link-meters. = Zwart = Geel WHT/WHITE= Wit BLUE = Blauw 3309 System View System Link-meters luchttemperatuursensor GPS-verbinding display-draadboom...
INSTALLEREN Optionele GPS-eenheid op System View aansluiten NB: De GPS-eenheid moet aan NMEA-interfacenorm 0183, v1.5, v2.0 of een nieuwere compatibele norm van de National Marine Electronic Association NMEA voldoen. Kijk eerst naar het GPS-bedradingsschema en bepaal welke twee draden de GPS-uitgangsdraden zijn.
Pagina 61
INDEX INDEX Hoofdstuk 9 Alarm History (Alarmgeschiedenis) ..7-15 Helderheid ......Alarm ondiep water .
Pagina 62
INDEX System View opstarten ....Omgeving ......Opstartschermen .