INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 - Overzicht - identificatie van uw systemen Onderscheid tussen DTS en non‑DTS SmartCraft‑systemen 2 SportFish DTS‑afstandsbediening......4 Niet‑DTS................2 Joystick............... 5 Bedieningsorganen voor het DTS........3 Hulpstation met joystick..........5 Yacht‑bediening............3 Op dashboard gemonteerde bedieningsorganen voor het DTS...............
Pagina 4
Slechte prestaties..............53 Elektrische aansluitingen............ 52 Joystick................53 Kijk eerst op VesselView............. 52 Elektronische afstandsbedieningen........53 Beveiliging tegen overbelasting voor SmartCraft‑circuits..52 Stuursysteem..............53 Motor start niet..............52 Diagnose van problemen met DTS........54 Opsporen van storingen voor VesselView......52 Galvanische isolator............
Pagina 5
Hoofdstuk 1 - Overzicht - identificatie van uw systemen Inhoudsopgave Onderscheid tussen non‑DTS Op dashboard gemonteerde bedieningsorganen SmartCraft‑systemen............2 voor het DTS ............3 Niet‑DTS ..............2 SportFish DTS‑afstandsbediening ....... 4 Bedieningsorganen voor het DTS ....... 3 Joystick ..............5 Yacht‑bediening ...........
Een dashboardsysteem voor de motorinstallatie die wordt bestuurd en beheerd via een control area network (CAN) is gemakkelijk herkenbaar. Deze handleiding helpt bij het identificeren van de besturingstypen en geeft een beknopt overzicht van de bedieningsorganen en de werking van de SmartCraft CAN digitale gas- en schakelfunctie (DTS). Niet-DTS Een vaartuig met dit type besturingssysteem heeft in veel gevallen mechanische bedieningshendels die via kabels de gasklepstand en schakelstand van de motor regelen.
Bedieningsorganen voor het DTS Yacht-bediening Een vaartuig met SmartCraft elektronische afstandsbediening (electronic remote control; ERC) is doorgaans voorzien van een DTS-trackpad in de sokkel van het bedieningsorgaan. De DTS-trackpad wordt gebruikt om de functies van het DTS- systeem (automatische synchronisatie, alleen-gas enz.) in en uit te schakelen. Elke ERC met een DTS-trackpad en elke bij het dashboard geïnstalleerde DTS-trackpad vormt een DTS-besturingssysteem.
Hoofdstuk 1 - Overzicht - identificatie van uw systemen 35169 Op console gemonteerde ERC voor twee motoren met DTS-trackpad SportFish DTS-afstandsbediening De SportFish afstandsbediening heeft een uniek ontwerp voor gebruik op sportvissersboten met een middenconsole. De bedieningsorganen zijn gemonteerd op de bakboord- en stuurboordkant van de console. De SportFish afstandsbediening kan worden gebruikt met een op het dashboard gemonteerde trackpad.
50629 Hulpstation met joystick Afhankelijk van de versie van het SmartCraft motorbesturingssysteem dat wordt gebruikt op de boot kunnen er meerdere hulpstations met joystick (max. vier per boot) geïnstalleerd zijn. Elk hulpstation is voorzien van een joystick, een noodstopschakelaar, een hulpjoystick en een trackpad.
Pagina 10
Hoofdstuk 1 - Overzicht - identificatie van uw systemen Standaardcomponenten van een hulpstation met joystick bij aan‐ drijvingen met vier motoren STBD PORT Noodstopschakelaar Hulpstation met joystick Trackpad met joystick bij in‐ stallaties met vier motoren controlelampje status buiten‐ ALARM TRANSFER ste aandrijving bakboord controlelampje status binnen‐...
Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie Inhoudsopgave Noodstopschakelaar............8 SmartCraft digitale instrumenten ....... 10 Dodemansschakelaar............8 System Link digitale instrumenten ......10 Zorg dat de dodemansschakelaar en het koord altijd in Sturen met elektronisch roer..........
Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie Noodstopschakelaar De noodstopschakelaar (E-stop) schakelt de motoren uit in een noodsituatie, bijvoorbeeld als iemand overboord valt of de schroef verstrikt raakt. Bij activering onderbreekt de noodstopschakelaar de stroomtoevoer naar de motor en transmissie. Als de boot is voorzien van een noodstopschakelaar, schakelt de noodstopschakelaar alle motoren uit.
Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie • Speedboten De bestuurder kan ook per ongeluk worden weggeslingerd als gevolg van: • Slechte bedieningsmethoden • Bij planeersnelheid op de stoel of het gangboord zitten • Bij planeersnelheid rechtop staan • Met planeersnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels •...
LCD-display 50400 De SmartCraft-instrumentenset helpt ook bij de identificatie van storingscodes die worden gemeld via het akoestisch waarschuwingssysteem van de motor. De SmartCraft-instrumentenset geeft kritieke motoralarmgegevens en andere mogelijke problemen weer op het LCD-scherm. Raadpleeg voor elementaire bedieningsinformatie over de SmartCraft-instrumentenset en voor meer informatie over de door het systeem bewaakte waarschuwingsfuncties de handleiding die is meegeleverd met uw meterpakket.
Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie De volgende digitale meetinstrumenten zijn wellicht meegeleverd met uw motorinstallatie. 37925 System Link digitale meters Item Meter Weergave Oliedrukmeter Motoroliedruk Spanningsmeter Accuspanning Watertemperatuurmeter Bedrijfstemperatuur motor Brandstofmeter Hoeveelheid brandstof in de tank Sturen met elektronisch roer De besturing met het elektronisch roer werkt via elektronische signalen.
Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie Druk op de knop THROTTLE ONLY en zet de bedieningshendel vooruit naar de voorste arreteerstand. De hoorn klinkt een keer en het neutraallampje begint te knipperen. De hoorn klinkt twee keer als de functie alleen-gas is ingeschakeld.
Pagina 17
Hoofdstuk 3 - Op het water Hoofdstuk 3 - Op het water Inhoudsopgave De motoren starten en stoppen......... 14 Onderdelen van de Autopilot‑trackpad......26 Een motor starten met de SmartStart‑schakelaar op Vereisten kaartplotter..........26 het VIP ..............14 Responsinstellingen........... 26 Een motor stoppen met de SmartStart‑schakelaar op VesselView Autopilot‑scherm........
Hoofdstuk 3 - Op het water De motoren starten en stoppen Uw Zeus motorinstallatie heeft een SmartStart-systeem. Onder normale omstandigheden moet de motor bij het roer gestart en uitgeschakeld worden. Er is een knop voor het starten en stoppen van de motoren in noodgevallen, extern gemonteerd op het vaartuigintegratiepaneel of VIP.
Hoofdstuk 3 - Op het water 10. Druk kort op de start/stop-schakelaar of op de noodstopschakelaar op het VIP voor de te starten motor. Het systeem bestuurt het inschakelen van de startmotor automatisch. E-STOP-schakelaar – uitsluitend voor noodgevallen START-/STOP-schakelaar op het VIP 50531 BELANGRIJK: Om extreme uitlaatbeluchting van het zeewater te voorkomen dient u het motortoerental te beperken tot 1500 omw/min zolang de boot stilligt.
Hoofdstuk 3 - Op het water Sluit de zeewaterkraan voor de zeewaterinlaat . Draai de hendel in de richting van het pijltje. Standaard waterinlaatkraan—bakboordrichting (ge‐ lijk voor stuurboord) zeewaterkraan voor zeewaterinlaat vorige stand (open) hendel in gesloten stand 41196 Afstandsbedieningen (modellen met DTS) Op paneel gemonteerde onderdelen dodemansschakelaar bedieningshendel...
Hoofdstuk 3 - Op het water Trimschakelaar (indien geïnstalleerd) - Wanneer de trimbekrachtigingsschakelaar op de ERC-hendel wordt geactiveerd, neemt de DTS-bedieningsmodule een gesloten circuit waar voor omhoog of omlaag trimmen. De DTS- bedieningsmodule formuleert een signaal en stuurt dat naar de PCM. De PCM sluit het massacircuit naar het omhoog- of omlaagtrimrelais.
Hiermee kan de bootbestuurder het motortoerental opvoeren voor warmdraaien zonder de transmissie in versnelling te Throttle-only (Alleen gas) schakelen. Verhoogt de helderheidsinstelling op de CAN-pad, VesselView en de SmartCraft-meters. – Verlaagt de helderheidsinstelling op de CAN-pad, VesselView en de SmartCraft-meters.
Bij gebruik van de bedieningshendels wordt de gasklepcapaciteit verlaagd tot circa 50% van de normale gasvraag bij hendelgebruik. Verhoogt de helderheidsinstelling op de CAN-pad, VesselView en de SmartCraft-meters. Hiermee kan de bootbestuurder het motortoerental opvoeren voor warmdraaien zonder de transmissie in versnelling te THROTTLE ONLY schakelen.
Hoofdstuk 3 - Op het water Dock (aanleggen) De aanlegmodus (Dock) is zowel bij gebruik van een joystick als bij gebruik van de afstandsbedieningshendels beschikbaar. In de aanlegmodus wordt het acceleratievermogen verlaagd tot circa 70% van het normale acceleratievermogen van de joystick, zodat het motorvermogen bij beperkt bewegingsbereik nauwkeuriger kan worden geregeld.
Sync bewaakt de positie van beide ERC-hendels. Als de hendels zich binnen 10% van elkaar bevinden, wordt de bakboordmotor gesynchroniseerd met het toerental van de stuurboordmotor. Het SmartCraft-systeem schakelt Sync automatisch uit voorbij 95% van het gasbereik om de motor de gelegenheid te geven het maximaal haalbare toerental te bereiken.
Hoofdstuk 3 - Op het water Transfer (Overdracht; boten met twee roeren) Met de knop TRANSFER kan de bestuurder de besturing van de boot van het actieve dashboard overzetten op het inactieve dashboard op boten met twee dashboards. Zie Besturingsoverdracht. 51858 Knop TRANSFER (besturingsoverdracht) Besturingsoverdracht...
Hoofdstuk 3 - Op het water Yacht-consolebediening met twee hendels en DTS-trackpad Functies en bediening van Yacht-consolebediening met twee hendels en DTS-trackpad Schakelen en gas worden geregeld met het verstellen van de bedieningshendel. Duw de bedieningshendel naar voren vanuit neutraal tot aan de eerste arreteerstand om de schakelstand op vooruit te zetten. Duw hem verder naar voren om het toerental te verhogen.
Hoofdstuk 3 - Op het water Knop 1 Lever (enkele hendel) - Als u op de knop 1 LEVER drukt, wordt het systeem in de enkele hendel-modus gezet. In de enkele hendel-modus kunnen de gas- en schakelfuncties voor beide motoren worden geregeld met de bakboordbedieningshendel voor hekaandrijvingen en met de stuurboordhendel voor Zeus- en binnenboordmotortoepassingen.
Hoofdstuk 3 - Op het water Besturingsoverdracht WAARSCHUWING Voorkom ernstig of dodelijk letsel door verlies van de controle over de boot. De bootbestuurder mag nooit het actieve station verlaten als de motor in versnelling is geschakeld. Overdracht van de besturing mag alleen plaatsvinden als beide stations bemand zijn.
De kaartplotter in uw boot is geselecteerd uit een goedgekeurde lijst die is opgesteld en wordt bijgehouden door Mercury Marine. Deze kaartplotters hebben speciale software die voldoet aan de strenge eisen voor een goede verbinding met de Autopilot en de joystick.
Hoofdstuk 3 - Op het water Als u op de knop voor Auto Heading, Track Waypoint of Skyhook drukt, wordt die modus ingeschakeld en gaan zowel het bijbehorende lampje als het actieflampje branden. NB: Het stand-bylampje knippert wanneer het systeem de benodigde GPS-signalen probeert te verkrijgen. stand-bylampje actieflampje 51879...
Sticker bij het instapgedeelte bij de spiegel BELANGRIJK: Als deze stickers onvindbaar zijn of niet meer leesbaar zijn, moeten ze worden vervangen voordat Skyhook wordt ingeschakeld. Neem voor nieuwe stickers contact op met de bootbouwer of een erkende Mercury Marine reparatiewerkplaats.
Hoofdstuk 3 - Op het water Druk op de Skyhook-knop. NB: Er klinkt een dubbele pieptoon als Skyhook niet wordt ingeschakeld. Als u op de Skyhook-knop op de Autopilot-trackpad hebt gedrukt, wordt de popup met de Skyhook-waarschuwing op VesselView weergegeven. 51861 Nadat u de popup hebt bevestigd, wordt op VesselView een Skyhook-waarschuwing weergegeven met de schakelstanden in het oranje.
Hoofdstuk 3 - Op het water • Als de boot te ver van het ingestelde punt afdrijft, meldt Skyhook aan de bestuurder dat het de positie niet kan behouden. Skyhook zal blijven proberen om naar het ingestelde punt terug te keren tenzij de bestuurder de besturing van de boot overneemt.
Hoofdstuk 3 - Op het water Koers aanpassen met de "Turn"-knoppen of de joystick In de modus Auto Heading veranderen de bochtknoppen (koersaanpassingsknoppen) de ingestelde koers telkens wanneer u ze indrukt. Ook als u de joystick een seconde naar links of rechts zet, wordt de koers aangepast. •...
Hoofdstuk 3 - Op het water Als het hervattingslampje brandt, kunt u op RESUME drukken om de koers in Auto Heading te hervatten. Zie Een koers hervatten. Als u de koers niet wilt hervatten, drukt u een keer op de Auto Heading-knop om de modus stand-by te zetten.
• Gebruik Track Waypoint niet als enige navigatiebron. BELANGRIJK: Track Waypoint kan alleen worden gebruikt met door Mercury Marine goedgekeurde kaartplotters. De gegevens van het routepunt moeten aan VesselView worden geleverd door een kaartplotter van een andere fabrikant. De aankomststraal moet op ten hoogste 0,05 zeemijl worden ingesteld. Zie de handleiding van de kaartplotter voor meer informatie.
Hoofdstuk 3 - Op het water • De Autopilot gaat naar het eerste routepunt op de koers van de kaartplotter. 51884 Track Waypoint-knop en lampje VesselView geeft het routepunt voor de Autopilot aan. Op de display wordt de digitale koers weergegeven die de boot volgt, en dat de Autopilot met koers naar het routepunt (bearing to waypoint;...
Hoofdstuk 3 - Op het water • Het Waypoint Sequencing-lampje begint te knipperen om de bestuurder te laten weten dat men is aangekomen. • De in VesselView weergegeven informatie verandert. 51886 Als de koers nu veilig op het volgende routepunt kan worden ingesteld, drukt de bestuurder op WAYPOINT SEQUENCE om het routepunt te bevestigen.
Hoofdstuk 3 - Op het water VesselView laat een pieptoon horen om aan te geven dat het systeem in de modus Waypoint Sequence van Autopilot staat, geeft de kompaskoers weer en geeft aan dat de Autopilot met koers naar routepunt (bearing to waypoint; BTW) is vergrendeld.
Hoofdstuk 3 - Op het water • De cruisecontrol wordt niet uitgeschakeld als de ERC-hendels op een hoger motortoerental staan dan het daadwerkelijke toerental. Zet de hendels terug in de vooruit-arreteerstand om uit te schakelen. Manoeuvreren met de joystick De joystick is een besturingsinterface met enkele hendel voor het manoeuvreren met de boot. Het besturen van de boot via de joystick is handig voor manoeuvres in nauwe ruimten en bij het afmeren.
Pagina 42
Hoofdstuk 3 - Op het water Beweging Handeling met joystick Reactie van boot (afgebeeld van lichtgrijs tot donkergrijs) Boot beweegt achteruit 24706 25927 Boot beweegt naar stuurboord zonder te draaien 25929 24707 Boot beweegt naar bakboord zonder te draaien 25931 24708 Boot beweegt diagonaal vooruit en naar stuurboord zonder te draaien...
Pagina 43
Hoofdstuk 3 - Op het water Beweging Handeling met joystick Reactie van boot (afgebeeld van lichtgrijs tot donkergrijs) NB: Beweeg en draai de joystick in deze manoeuvre zo nodig ter correctie van gieren. Boot beweegt diagonaal vooruit en draait naar stuurboord voor giercorrectie 24715 37774...
Pagina 44
Hoofdstuk 3 - Op het water Beweging Handeling met joystick Reactie van boot (afgebeeld van lichtgrijs tot donkergrijs) Boot draait met de klok mee 25921 24713 Boot draait tegen de klok in 25920 24714 Boot beweegt diagonaal vooruit en naar stuurboord en draait tegelijkertijd met de klok mee 25916 24715...
Hoofdstuk 3 - Op het water Beweging Handeling met joystick Reactie van boot (afgebeeld van lichtgrijs tot donkergrijs) Boot beweegt diagonaal vooruit en naar bakboord en draait tegelijkertijd tegen de klok in 25917 24719 Boot beweegt naar bakboord en draait tegelijkertijd met de klok mee 25930 24720...
Hoofdstuk 4 - Motorruimte Hoofdstuk 4 - Motorruimte Inhoudsopgave Vaartuiginterfacepaneel (VIP) .......... 44 Beveiliging tegen overbelasting voor andere De motoren starten en stoppen........44 circuits ..............47 Een motor starten met de SmartStart‑schakelaar Werking onder onvoorziene omstandigheden....47 op het VIP ............44 Besturing—alternatieve methode voor noodsituaties.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte Vaartuiginterfacepaneel (VIP) De motoren starten en stoppen Uw Zeus motorinstallatie heeft een SmartStart-systeem. Onder normale omstandigheden moet de motor bij het roer gestart en uitgeschakeld worden. Er is een knop voor het starten en stoppen van de motoren in noodgevallen, extern gemonteerd op het vaartuigintegratiepaneel of VIP.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte 10. Druk kort op de start/stop-schakelaar of op de noodstopschakelaar op het VIP voor de te starten motor. Het systeem bestuurt het inschakelen van de startmotor automatisch. E-STOP-schakelaar – uitsluitend voor noodgevallen START-/STOP-schakelaar op het VIP 50531 BELANGRIJK: Om extreme uitlaatbeluchting van het zeewater te voorkomen dient u het motortoerental te beperken tot 1500 omw/min zolang de boot stilligt.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte Sluit de zeewaterkraan voor de zeewaterinlaat . Draai de hendel in de richting van het pijltje. Standaard waterinlaatkraan—bakboordrichting (ge‐ lijk voor stuurboord) zeewaterkraan voor zeewaterinlaat vorige stand (open) hendel in gesloten stand 41196 Beveiliging tegen overbelasting van elektrisch systeem Als er elektrische overbelasting optreedt, brandt er een zekering door of opent een stroomonderbreker.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte NB: Raadpleeg de handleiding voor de booteigenaar voor nadere informatie over de aan/uit schakelaar voor de gelijkspanningsregelaar. 37994 gelijkspanningsregelaar Bedrading naar gelijkspanningsregelaar 30A-zekering en houder Naar pluspool (+) van 24V-accusysteem Naar minpool (–) van 24V-accusysteem De scheepsbouwer kan de zekering en houder hebben vervangen door een stroomonderbreker. Vraag aan uw scheepsbouwer of dealer om u de plaats van de zekering of stroomonderbreker aan te wijzen en de functie ervan aan te duiden.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte In versnelling schakelen—noodprocedure Als een transmissie of elektrisch systeem is beschadigd of als een situatie heeft geleid tot een storing waardoor een transmissie niet reageert op de dashboardbediening, dan kan handmatig een versnelling worden geschakeld. In noodgevallen kunt u met een geschikte moersleutel handmatig een transmissie in de versnelling zetten door de juiste schakelmagneetklep te activeren.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte 10. Breng uw boot onmiddellijk naar een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats en laat weten dat de aandrijving handmatig in de versnelling is gezet. Stuur- en trimsysteem—handmatige uitschakeling Het stuur- en trimsysteem werken op basis van een hydrauliekspruitstuk dat is bevestigd met regelkleppen. Als er een storing optreedt in het spruitstuk voor het stuur- en trimsysteem, moet VesselView een storingscode weergeven.
Hoofdstuk 4 - Motorruimte 41309 Handmatige uitschakelknoppen op de achterzijde van het spruitstuk Hydrauliekspruitstuk Uitschakelknop omhoog trimmen Uitschakelknop sturen-naar-bakboord WAARSCHUWING Wanneer de motor per ongeluk wordt gestart, kan dit ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Verwijder de sleutel uit het contactslot en activeer de dodemansschakelaar of noodstopschakelaar om te voorkomen dat de motor start tijdens het uitvoeren van service of onderhoud aan de motorinstallatie.
Pagina 55
Slechte prestaties.............. 53 Elektrische aansluitingen..........52 Joystick................53 Kijk eerst op VesselView........... 52 Elektronische afstandsbedieningen........53 Beveiliging tegen overbelasting voor SmartCraft‑circuits.. 52 Stuursysteem..............53 Motor start niet..............52 Diagnose van problemen met DTS........54 Opsporen van storingen voor VesselView......52 Galvanische isolator............
Beveiliging tegen overbelasting voor SmartCraft-circuits Alle circuits van het SmartCraft control area network (CAN) zijn voorzien van overbelastingsbeveiliging door middel van zekeringen. Sommige motorinstallaties hebben daarnaast tevens stroomonderbrekers. Deze zekeringen en stroomonderbrekers kunnen zich op verschillende plaatsen op het vaartuig bevinden.
Hoofdstuk 5 - Problemen oplossen Slechte prestaties Symptoom Oplossing Controleer of Cruise Control is uitgeschakeld. Gasklep werkt niet goed. Schakel op het DTS-bedieningsblok de functie Troll (langzaam varen) of Dock (aanmeren) uit. Zie hiervoor "Speciale functies digitale gas- en schakelbediening (Digital Throttle And Shift; DTS)". Schroef beschadigd of verkeerde schroef.
Hoofdstuk 5 - Problemen oplossen Symptoom Oplossing Neem voor gebruik onder onvoorziene omstandigheden gas terug en schakel over op joystickbediening om te sturen. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats. Het stuurwiel bestuurt de boot niet. Controleer het vloeistofpeil van de stuuractuator en vul bij indien nodig. Raadpleeg de gebruikershandleiding van uw motorinstallatie.
Hoofdstuk 6 - Informatie over klantondersteuning Hoofdstuk 6 - Informatie over klantondersteuning Inhoudsopgave Servicebijstand voor de eigenaar........56 Contactinformatie voor klantenservice van Mercury Plaatselijke reparatieservice ........56 Marine ..............57 Service onderweg ............. 56 Documentatie voor de klant..........57 Diefstal van de motorinstallatie ......... 56 In het Engels .............
Attn: Publications Department W6250 West Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54935-1939 Neem buiten de Verenigde Staten en Canada contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine of Marine Power International Service Center. Vergeet bij bestellingen niet om: •...
Zorg als u documentatie bestelt dat u de volgende gegevens over uw motorinstallatie bij de hand hebt: Model Serienummer Vermogen Jaar Verenigde Staten en Canada Voor aanvullende informatie over uw Mercury Marine motorinstallatie kunt u contact opnemen met de dichtstbijzijnde Mercury Marine dealer of met: Mercury Marine Telefoon Post Mercury Marine (920) 929–5110...