11.2 Hoeveelheden
Voordat de weegschaal stukken kan tellen, moet ze het gemiddelde gewicht per stuk
(de zogenaamde referentie) kennen. Daarvoor moet er een bepaald aantal van de te
tellen stukken opgelegd worden. De weegschaal stelt het totale gewicht vast en deelt
het door het aantal stukken (het zogenaamde referentieaantal). Op basis van het
berekende, gemiddelde gewicht per stuk wordt vervolgens de telling doorgevoerd.
Hier geldt:
Hoe hoger het referentieaantal, hoe hoger de telnauwkeurigheid.
• Telfunctie oproepen
Met de pijltjestoetsen (
• Referentieaantal 10, 20 of 50
Geselecteerd aantal referentiestuks door het indrukken van de PRINT-toets
bevestigen (bijvoorbeeld 20)
PLJ_N-BA-nl-0930
⇒
) de gewenste referentieaantal selecteren.
⇒
⇒
De actuele instelling verschijnt
33