KERN PCB Versie 1.5 02/2013 Gebruiksaanwijzing Precisieweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens..................4 Conformiteitverklaring .................. 7 Fundamentele aanwijzingen (algemeen) ............. 8 Reglementair gebruik ....................... 8 Ongeoorloofd gebruik ......................8 Waarborg ........................... 8 Toezicht op de testmiddelen ....................8 Essentiële veiligheidsinstructies ..............9 Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in acht nemen ............
Pagina 3
Menu ......................21 Navigatie in het menu ......................21 Menuoverzicht ........................24 Beschrijving van individuele menupunten ................26 Weegeenheden ............................ 26 Dosering en “Zero-tracking” ......................27 Selectie Justeergewicht ........................27 Achtergrondver lichting van het display ................... 29 Functie Dier wegen ..........................30 Terugstellen op fabrieks-instelling ....................
Technische gegevens KERN PCB 100-3 PCB 200-2 PCB 250-3 PCB 350-3 0,01 g 0,001 g 0,001 g Afleesbaarheid (d) 0,001 g 200 g 250 g 350 g Weegbereik (max.) 100 g 200 g 250 g 350 g Tarreerbereik (subtractief) 100 g...
Pagina 5
KERN PCB 1000-1 PCB 1000-2 PCB 2000-1 PCB 2500-2 Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,01 g 0,1 g 0,01 g Weegbereik (max.) 1000 g 1000 g 2000 g 2500 g Tarreerbereik (subtractief) 1000 g 1000 g 2000 g 2500 g Reproduceerbaarheid 0,1 g 0,01 g 0,1 g...
Pagina 6
KERN PCB 3500-2 PCB 6000-1 PCB 6000-0 PCB 10000-1 Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,1 g 0,1 g Weegbereik (max.) 3500 g 6 kg 6 kg 10 kg Tarreerbereik (subtractief) 3500 g 6 kg 6 kg 10 kg Reproduceerbaarheid 0,02 g 0,1 g 0,1 g Lineariteit...
3 Fundamentele aanwijzingen (algemeen) 3.1 Reglementair gebruik De door u aangekochte weegschaal dient om de weegwaarde van te wegen goed te bepalen. Z is voor het gebruik als "niet-automatische weegschaal" voorzien. Dit betekent dat het te wegen goed met de hand voorzichtig en in het midden van de weegplaat aangebracht wordt.
4 Essentiële veiligheidsinstructies 4.1 Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in acht nemen Vóór het plaatsen en aanzetten van de weegschaal dient men onderhavige gebruiksaanwijzing nauwkeurig te lezen, ook indien u al ervaring met KERN weegschalen hebt. Alle taalversies bevatten vertaling die niet bindend is. Het oorspronkelijke document in het Duits is bindend.
6 Uitpakken, installatie en inbedrijfstelling 6.1 Opstelplaats, inzetgebied De weegschalen zijn zodanig geconstrueerd, dat er in de gebruikelijke gebruiks- omstandigheden betrouwbare weegresultaten behaald worden. Exact en snel werkt u indien u de juiste plaats van installatie voor uw weegschaal kiest. Naam daarom op de plaats van installatie het volgende in acht: Weegschaal op een stabiel, recht oppervlak zetten;...
Weegplaat Voedingsapparaat Arbeidsbeschermende kap Gebruiksaanwijzing Windscherm (PCB 100-3, PCB 250-3, PCB 350-3) 6.3 Netaansluiting De stroomvoorziening gebeurt door middel van het externe voedingsapparaat. De opgedrukte spanningswaarde moet met de lokale spanning overeenstemmen. Maak enkel gebruik van originele voedingsapparaten van de firma KERN. Het gebruik van andere fabrikaten vereist de toestemming van de firma KERN.
6.4 Werking met batterijvoeding/accuvoeding (optioneel) Deksel van de batterijhouder aan de onderzijde van de weegschaal afnemen. 9 V- blokbatterij aansluiten. Deksel van de batterijhouder terug aanbrengen. Voor de werking met batterijvoeding beschikt de weegschaal over een automatische uitschakelfunctie, die in het menu (zie hoofdstuk 9) geactiveerd of gedeactiveerd kan worden.
6.6 Eerste inbedrijfstelling Om bij elektronische weegschalen nauwkeurige weegresultaten te behalen, moet de weegschaal zijn bedrijfstemperatuur (zie „Opwarmtijd“ hoofdstuk 1) bereikt hebben. De weegschaal moet voor deze opwarmtijd op de stroomvoorziening (netaansluiting, accu of batterij) aangesloten zijn. De nauwkeurigheid van de weegschaal is afhankelijk van de lokale valversnelling. Onvoorwaardelijk de aanwijzingen in het hoofdstuk „Justering“...
6.9 Ondergrondse weging Met behulp van de ondergrondse weging kunnen voorwerpen, die omwille van hun omvang of vorm niet op de weegschaal gezet kunnen worden, gewogen worden. Ga als volgt te werk: Weegschaal uitschakelen. Afsluitdeksel op de bodem van de weegschaal openen. Haak voor een ondergrondse weging voorzichtig en volledig vasthaken.
Bedieningselementen 7.1 Overzicht van de displays 7.2 Toetsenbordoverzicht Toets Omschrijving Functie Weeggegevens via interface overbrengen Toets PRINT Menu oproepen (toets ingedrukt houden totdat UNIT verschijnt) Instellingen in het menu bevestigen Toets SET Opslaan en menu verlaten, Menupunten oproepen Toets MODE Instellingen in het menu wijzigen Justeren Toets TARE...
8 Basiswerking Inschakelen Toets ON indrukken. De weegschaal voert een zelftest door. Wanneer de gewichtsaanduiding verschijnt, is de weegschaal gereed om te wegen Uitschakelen Toets OFF indrukken, het display dooft Wegen Te wegen goed opleggen Stilstandcontrole afwachten, nadat de stilstand gecontroleerd werd, wordt rechts op het display de weegeenheid (bijvoorbeeld g of kg) aangegeven Weegresultaat aflezen.
Te wegen goed inwegen, het nettogewicht wordt aangegeven. Het tarreerprocédé kan willekeurig vaak herhaald worden, bijvoorbeeld bij het afwegen van meerdere componenten bij een mengsel (bijwegen). De grens is bereikt wanneer het complete weegbereik bezet is. Na het afnemen van het weegreservoir verschijnt het gewicht van het weegreservoir als minusaanduiding.
Plus/minus Bijvoorbeeld ter controle van het gewicht per stuk, productiecontrole, enz. wegingen Gewenst gewicht op de weegplaat zetten en met toets TARE tarreren. TARE Gewenst gewicht afnemen Testitems achtereenvolgens op de weegplaat leggen, respectievelijke afwijking van het gewenste gewicht wordt correct volgens de voortekenen volgens „+“...
Terug naar de weegmodus Toets MODE indrukken. Foutmelding „Er 1“ Onder het minimale gewicht per stuk gebleven, zie hoofdstuk 1 „Technische gegevens“. Toets MODE indrukken en referentievorming herstarten. Tarreren Tarrareservoirs kunnen ook bij de telling van het aantal stuks gebruikt worden. Vóór het begin van de telling van het aantal stuks tarrareservoir met toets TARE weg tarreren.
Procentuele De procentuele bepaling maakt de gewichtsaanduiding in procent, gebaseerd op een referentiegewicht, dat met 100% bepaling overeenstemt, mogelijk. In de weegmodus toets MODE herhaaldelijk indrukken MODE totdat [100 %] aangegeven wordt. Referentiegewicht, dat met 100% overeenstemt, opleggen. Met toets SET referentie opslaan. Referentiegewicht afnemen.
9 Menu 9.1 Navigatie in het menu Toegang tot het menu In de weegmodus toets PRINT ingedrukt PRINT houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Menupunten oproepen Met de toets MODE kunnen de MODE individuele menupunten om beurten opgeroepen worden. Instellingen wijzigen Opgeroepen menupunt met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven.
Pagina 22
2. Instelling van meerdere menupunten wijzigen Opgeroepen menupunt met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven. Met de toets MODE instelling wijzigen. MODE Toets TARE indrukken „Exit“ verschijnt. TARE Ofwel Met toets SET (“Ja”) bevestigen, „StorE“ wordt aangegeven. Opslaan (toets SET) c.q.
Pagina 23
Opslaan/verwerpen en menu verlaten Ofwel Opslaan Door het indrukken van de toets SET (“Ja”) de doorgevoerde wijzigingen in het geheugen opslaan. De weegschaal keert automatisch terug naar de weegmodus. Verwerpen PRINT Om de wijzigingen te verwerpen toets PRINT (“Neen”) indrukken. De weegschaal keert automatisch terug naar de weegmodus.
9.2 Menuoverzicht Beschrijving van de Functie Parameter Beschrijving van de werking keuzemogelijkheden Omschakeling tussen UNIT Gram weegeenheden Kilogram (afhankelijk van het model) (zie hfdst. 9.3) Troy ons Pound Tael Hongkong Tael Taiwan “Grain” (afhankelijk van het model) Pennyweight (afhankelijk van model) Momme Tola Carat (afhankelijk van het model)
Pagina 25
Transmissiesnelheid bAUd 19200 (zie hfdst. 9.4) 9600* 4800 2400 1200 Auto off Automatische uitschakelfunctie na 3 minuten zonder lastwijziging (batterijvoeding), zie “Aan” hoofdstuk 6.4 Automatische uitschakelfunctie na “off” 3 minuten zonder lastwijziging “Uit” Auto Zero (zie hfdst. 9.3) “off” Selectie justeergewicht (zie hoofdstuk 9.3) *van het model afhankelijk Achtergrondverlichting...
9.3 Beschrijving van individuele menupunten Weegeenheden In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets SET indrukken, de ingestelde eenheid wordt weergegeven. Met de toets MODE kan er uit de verschillende eenheden (zie hierna volgende tabel) een keuze gemaakt worden. Geselecteerde eenheid met toets SET bevestigen.
Met de functie “Auto-Zero” (“Automatisch nul”) worden kleine Dosering en snelheidsschommelingen automatisch getarreerd. “Zero-tracking” Indien er kleine hoeveelheden van het te wegen goed verwijderd of toegevoerd worden, kunnen er door de in de weegschaal aanwezige "stabiliteitscompensatie" foutieve weegresultaten aangegeven worden! (Voorbeeld: Langzaam uitstromen van vloeistoffen uit een op de weegschaal gesitueerd reservoir.) Bij doseringen met kleine gewichtsschommelingen is het daarom aanbevelenswaardig, deze functie uit te schakelen.
Achtergrondver lichting van het display In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „bl“ aangegeven wordt. Met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven. Met toets MODE gewenste instellingen selecteren. Achtergrondverlichting Contrastrijk display, dat ook in bl “on ingeschakeld...
Van de functie “Dier wegen” kan bij onrustige wegingen gebruik Functie gemaakt worden. Gedurende een vastgelegde tijdspanne wordt de Dier wegen gemiddelde waarde van de weegresultaten gevormd. Hoe onrustiger het te wegen goed is, hoe langer de tijdspanne gekozen dient te worden. In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt.
Terugstellen Met deze functie worden alle weegschaalinstellingen terug op op fabrieks- fabrieksinstellingen gezet. instelling In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „rSt“ aangegeven wordt. Met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven.
9.4 Interfaceparameter De gegevensuitvoer gebeurt door middel van interface RS 232 C. Algemeen De vereiste voorwaarde voor de gegevensoverdracht tussen weegschaal en een randapparaat (bijvoorbeeld printer, PC ...) is dat beide apparaten op dezelfde interfaceparameters (bijvoorbeeld transmissiesnelheid, transmissiemodus...) ingesteld zijn. Modus “Gegevensover dracht”...
Met deze functie wordt geselecteerd, welke gegevens door middel Afdrukuitvoer van het interface RS232C gezonden worden (geldt niet voor modus “Gegevenstransmissie” BAPr ). In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „LAPr“ aangegeven wordt.
De transmissiesnelheid bepaalt de snelheid van de overdracht door Transmissiesne middel van het interface, 1 baud = 1 bit/seconde. lheid In de weegmodus toets PRINT ingedrukt houden totdat [Unit] aangegeven wordt. Toets MODE herhaaldelijk indrukken totdat „bAUd“ weergegeven wordt. Met toets SET bevestigen, de actuele instelling wordt aangegeven.
10.3 Beschrijving van de gegevenstransfer Pr PC: Toets PRINT indrukken, bij een stabiel gewicht wordt het formaat uit LAPR overgedragen. a. Formaat voor stabiele waarden voor gewicht/aantal stuks/procentuele weergave 10 11 12 13 14 15 16 17 CR LF b. Formaat in geval van (een) fout(en) 10 11 12 13 14 15 16 17 CR LF...
Pagina 36
rE Cr: Op afstand bestuurde commando’s “s/w/t” worden door de afstandsbesturingseenheid naar de weegschaal als ASCII-code gezonden. Nadat de weegschaal de commando’s “s/w/t” ontvangen heeft, zendt ze gegevens. Daarbij dient in acht genomen te worden dat de volgende op afstand bestuurde commando’s zonder daaropvolgende CR LF gezonden moeten worden.
10.4 Uitvoer op barcodeprinter De modus “Gegevensoverdracht” dient op „BA Pr“ gezet te worden (zie hoofdstuk 9.4). Als barcodeprinter is het Zebra-printer model LP2824 voorzien. Daarbij dient erop gelet te worden dat het uitvoerformaat van de weegschaal vast gedefinieerd is en niet gewijzigd kan worden. Het afdrukformaat is in de printer opgeslagen.
12 Kleine hulp bij pannes In geval van een storing in het verloop van het programma dient de weegschaal even uitgeschakeld en van het stroomnet verbroken te worden. Met het weegprocédé moet men dan terug vanaf het begin van start gaan. Hulp: Storing Mogelijke oorzaak...