PLE-N KERN Versie 2.0 02/2009 Gebruiksaanwijzing Precisieweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens..................4 Verklaring van overeenstemming..............5 Grondopmerkingen (algemene informatie) ..........6 Gebruik volgens bestemming ...................6 Afwijkend gebruik.......................6 Garantie ........................6 Toezicht over controlemiddelen ................7 Veiligheid grondrichtlijnen................7 Richtlijnen van de gebruiksaanwijzing nakomen............7 Personeelscholing......................7 Vervoer en opslag..................
Pagina 3
Type gegevensuitgang.....................22 Transmissiesnelheid ....................23 Functie Auto Zero.....................24 Filter...........................26 Aanduiding van de stabilisatiecontrole..............27 Verlichte achtergrond van de aanduiding..............28 Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” in de modus stand-by..29 Gebruikersmenu ..................31 10.1 Optellen ........................32 10.1.1 Omschakelen tussen de aanduiding van het aantal stuks en de gewichtsaanduiding ..34 10.1.2 Automatische optimalisering van de referentiewaarde............
3 Grondopmerkingen (algemene informatie) 3.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij dient te worden beschouwd als een “niet-zelfstandige weegschaal” d.w.z. de gewogen voorwerpen dienen met de hand voorzichtig te worden geplaatst in het midden van het weegplateau.
3.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern-sohn.com).
6 Uitpakken, installeren en aanzetten 6.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Daarom dient men bij keuze van plaats van installatie volgende regels in acht te nemen: •...
6.2 Uitpakken De weegschaal voorzichtig uit de verpakking halen, plastic zakje uitnemen en de weegschaal in een aangegeven werkplek plaatsen. 6.2.1 Instelling De weegschaal waterpas zetten met schroefvoeten, de luchtbel libel (waterpas) moet zich aangetekende bereik bevinden. 6.2.2 Leveringsomvang / serietoebehoren •...
6.3 Overzicht van de apparatuur 1. Weegschaalplateau 2. Interface RS232C 3. Schroefvoeten 4. Contact van de netadapter 5. Weeginrichting onder de vloer PLE-BA-nl-0920...
6.4 Bedienelementen 6.4.1 Aanduidingoverzicht 6.4.2 Toetsenbordoverzicht Toets Bepaling de toets kort drukken de toets lang drukken, totdat het akoestische signaal eindigt • • het gebruikersmenu het gebruikersmenu opvragen opvragen De toets MENU • • menupunt kiezen – naar het gebruikersmenu voren scrollen verlaten •...
6.5 De voeding aan- en uitzetten Voordat men de netadapter aansluit dient men te controleren of de geprinte spanningswaarde met de locale spanning correspondeert. Enkel originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist toestemming van de firma KERN. Het contact van de netadapter in het weegschaalcontact zetten en aan het netwerk aansluiten.
6.7 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Alleen accessoires en randapparatuur van de firma KERN die optimaal aan de weegschaal worden aangepast, mogen met de weegschaal worden gebruikt. 6.8 Eerste ingebruikname Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dienen ze een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie: “Opwarmingstijd”,...
7.1.1 Justeren met aanbevolen kalibratiegewicht (fabriekinstelling) De vereiste waarde van het kalibratiegewicht, zie hoofdstuk 1 “Technische gegevens”. Opletten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen bevinden. De toets CAL drukken. Afwachten totdat de waarde van het vereiste kalibratiegewicht verschijnt. Tijdens de aanduiding blinkt, het vereiste kalibratiegewicht in het midden van het weegschaalplateau stellen.
7.1.2 Justeren met gewichten met andere nominale waarden Voor wat betreft de meettechniek is justeren met gewichten met andere nominale waarden ook mogelijk maar niet altijd optimaal, voor mogelijke justeerpunten zie tabel 1. Informatie betreffende de kalibratiegewichten kunnen op internet worden gezocht onder: http://www.kern-sohn.com Men dient daarbij op te letten dat zich op het weegplateau geen voorwerpen...
8 Basismodus In de stand-by modus (zie hoofdstuk 6.5) de toets ON/OFF Aanzetten drukken. De weegschaal is paraat direct nadat de gewichtsaanduiding verschijnt. De toets ON/OFF drukken, de weegschaal keert terug in de Uitzetten stand-by modus (zie hoofdstuk 6.5). Het gewogen materiaal opleggen. Vereenvoudigd Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding [ ] verschijnt.
8.1 Wegen onder de vloer Wegen onder de vloer maakt het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de schaal kunnen worden gesteld. Men dient als volgt te handelen: • De weegschaal aanzetten. •...
9 Gebruikersmenu Door het gebruikersmenu is het mogelijk om de weegschaalinstellingen te wijzigen. Daardoor is het mogelijk om de weegschaal aan individuele eisen aan te passen. De fabriekinstelling van het gebruikersmenu veronderstelt dat de wijzigingen in geen modellen worden ingevoerd maar enkel in bijzondere bedrijfsomstandigheden. Navigatie in het menu Ingang tot het In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en...
9.1 Weegeenheid Afhankelijk van de eisen kan de weegschaal naar verschillende eenheden worden omgeschakeld (bij de geijkte weegschalen zijn niet alle eenheden toegankelijk, zie hoofdstuk 1 “Technische gegevens”). De gekozen weegeenheid blijft ook gememoriseerd nadat de weegschaal van het netwerk wordt gescheiden. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
9.2 Type gegevensuitgang In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU.
9.3 Transmissiesnelheid In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU.
9.4 Functie Auto Zero Door deze menupunt is het mogelijk om de automatische correctie van het nulpunt aan of uit te zetten. Bij drift of verontreinigingen bij aangezette functie wordt het nulpunt automatisch gecorrigeerd. Opmerking: Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie en stabilisatie”...
Pagina 25
Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen. Naar voren scrollen met de toets MENU. Naar achteren scrollen met de toets CAL. Au0 OFF = de functie Auto Zero is uit Au0 1 = het bereik van de functie Auto-Zero ±½ cijfer Au0 2 = het bereik van de functie Auto-Zero ±3 cijfers Au0 3...
9.5 Filter Door deze menupunt is het mogelijk om de weegschaal aan bepaalde omgevingsomstandigheden en metingdoeleinden aan te passen. In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt.
9.6 Aanduiding van de stabilisatiecontrole In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen.
9.7 Verlichte achtergrond van de aanduiding In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen.
9.8 Functie van automatisch uitschakelen “AUTO OFF” in de modus stand-by In de weegmodus dient men de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de pijltoetsen de gewenste instelling kiezen.
Pagina 30
De keuze met de toets PRINT bevestigen. De weegschaal keert in de weegmodus terug. Indien nodig de volgende instelling in het menu kiezen of terug naar de weegmodus gaan. Men dient de toets MENU te drukken en gedrukt te houden totdat het akoestische signaal verdwijnt.
10 Gebruikersmenu Door het gebruikersmenu is het mogelijk om de volgende bedrijfmodi te activeren/deactiveren: Optellen Count Dichtheidsbepaling van vaste Dens stoffen/vloeistoffen Wegen met een tolerantiebereik Percentagebepaling Perc M Load Functie van de topwaarde Navigatie in de menu: Ingang tot het In de weegmodus de toets MENU drukken.
10.1 Optellen Voordat samentellen met de weegschaal mogelijk is, dient men het gemiddelde gewicht van een stuk, zogenoemde referentiewaarde, te bepalen. Daarvoor dient men bepaalde aantal getelde elementen op te leggen. Bepaling van totaalgewicht volgt dat door het aantal elementen, zogenoemd aantal referentiestuks, wordt gedeeld.
Pagina 33
Indien het niet mogelijk is om de referentiewaarde te bepalen omdat het gewogen materiaal niet stabiel is of het referentiegewicht te klein is, verschijnt tijdens de bepaling van de referentiewaarde de volgende aanduiding: ERR04 = het kleinste getelde gewicht overschrijden Add SMP= Indien het opgelegde aantal stuks te klein is om de referentiewaarde correct te bepalen, dienen volgende elementen te worden gelegd, volgens onderstaande procedure.
10.1.1 Omschakelen tussen de aanduiding van het aantal stuks en de gewichtsaanduiding Het gewogen materiaal opleggen en het aantal aflezen. De toets MENU drukken, het totale gewicht van de opgelegde elementen verschijnt. De toets MENU drukken en zo lang gedrukt houden totdat het akoestische signaal verdwijnt, het gemiddelde stukgewicht als eenheidsgewicht verschijnt.
10.1.3 Numerieke invoer van het referentiegewicht Indien het referentiegewicht/aantal stuks bekend is, kan deze met de cijfertoetsen worden ingevoerd. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen, het actuele aantal referentiestuks verschijnt. Met de pijltoetsen de instelling “manual”...
10.2 Dichtheidsbepaling (hydrostatische weging) De dichtheid is de verhouding van het gewicht [ g ] ten opzichte van het volumen ]. Het gewicht wordt verkregen door het wegen van een monster in de lucht. Het volumen wordt bepaald op grond van de opwaartse kracht [g] van een monster gedompeld in een vloeistof.
Pagina 37
De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een monster in de lucht” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. Indien nodig de weegschaal tarreren en het monster opleggen. Afwachten totdat de gewichtsaanduiding in de weegschaal stabiel wordt, vervolgens de toets PRINT drukken. De blinkende melding “WEI AIR” verschijnt. De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een monster in de meetvloeistof”...
10.2.2 Dichtheidsbepaling van vloeistoffen De monstervloeistof in een containe, b.v. een glazen meetbeker, gieten. De temperatuur van de vloeistof zo lang afstellen totdat deze vast is. Glazen zinklood met bekende dichtheid voorbereiden. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt.
Pagina 39
De aanduiding voor de bepaling van het gewicht “van een glazen zinklood in de lucht” verschijnt. Met de toets PRINT bevestigen. Indien nodig de weegschaal tarreren en de zinklood in het midden ophangen. Afwachten totdat de gewichtsaanduiding in de weegschaal stabiel wordt, vervolgens de toets PRINT drukken.
10.3 Wegen met een tolerantiebereik Het is mogelijk om de boven en onder grenswaarde te bepalen en daarmee te verzekeren dat het gewogen materiaal zich precies binnen de bepaalde tolerantiegrenzen bevindt. Het teken [L], [OK] of [H] op display toont of het gewogen materiaal zich binnen de twee tolerantiegrenzen bevindt.
Pagina 41
Met de toets PRINT bevestigen, de aanduiding voor instelling van de signaaltoon verschijnt. Met de toets MENU de gewenste instelling kiezen: Beep off de signaaltoon uit de signaaltoon aan, indien het gewogen materiaal zicht binnen het Beep on tolerantiebereik bevindt Met de toets PRINT bevestigen.
10.4 Percentagebepaling Door de percentagebepaling wordt het mogelijk om het gewicht in percenten af te lezen, ten opzichte van het referentiegewicht. 10.4.1 Het referentiegewicht door wegen invoeren In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt.
10.4.2 Numerieke invoer van het referentiegewicht In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt. De toets MENU opnieuw drukken. Met de toets PRINT bevestigen, de actuele instelling verschijnt. Met de toets MENU de optie “PErc n” kiezen. Met de toets PRINT bevestigen, de aanduiding voor invoer van het referentiegewicht verschijnt.
10.5 Functie van de topwaarde Door deze functie is het mogelijk om de hoogste lastwaarde (de topwaarde) van de weging af te lezen. De topwaarde blijft op de display totdat ze gewist wordt. In de weegmodus de toets MENU drukken. De eerste menupunt “count” verschijnt.
11 Gegevensuitgave RS 232C RS232C 11.1 Technische gegevens 8-bit code ASCII 8 gegevensbits, 1 stopbit, geen pariteitsbit Gekozen transmissiesnelheid: 1200 - 9600 baud Een storingvrij interfacebedrijf wordt enkel verzekerd bij toepassing van een juiste interfaceleiding van de firma KERN (max. 2 m) 11.2 Pinvaststelling van het contact voor de weegschaaluitgang Pin 2: Signaal Tx Pin 3: Signaal Rx...
11.6 Bevelen voor afstandsbediening Instructie Functie „T” = H54 Tarreren „C” = H43 Justeren „E” = H45 Enter „M” = H4D Menu „O” = H4F ON/OFF 11.7 Printermodus Om de communicatie tussen de weegschaal en de printer te verzekeren moet er aan volgende eisen worden voldaan: •...
Pagina 49
Voorbeelden van afdrukken: Weegmodus / functie topwaarde ………. 22.000 g Dichtheidsbepaling = 2.80066 g/cm3d Meetwaarde van de “dichtheid” Optellen Weight: 300.000 g PMU: 3.000 g Aantal elementen Gewicht Het gewicht van de opgelegde elementen Gemiddeld elementengewicht Percentagebepaling Perc. 20 % Weight: 30.000 g Perc...
Onstabiele gewichtswaarde of onmogelijk op nul zetten. ERR01 De omgevingsomstandigheden controleren. ERR02 Justeerfout, b.v. onstabiele omgevingsomstandigheden. Justeerfout, b.v. foutief kalibratiegewicht. ERR03 ERR04 Elementengewicht te klein/onstabiel De gegevenstransmissie is niet mogelijk omdat de ERR05 gewichtswaarde onstabiel is. De omgevingsomstandigheden controleren. De gewichtswaarde in de modus dichtheidsbepaling onstabiel. ERR06 De omgevingsomstandigheden controleren.
14 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Hulp: Storing Mogelijke oorzaak Gewichtsaanduiding brandt • De weegschaal staat niet aan. niet. • Onderbroken verbinding met het netwerk (voedingskabel niet aangesloten/beschadigd).