KERN PLE Versie 1.2 01/2008 Gebruiksaanwijzing Elektronische precisieweegschaal Inhoudsopgave TECHNISCHE GEGEVENS ................5 Afmetingen..........................6 CONFORMITEITVERKLARING................7 FUNDAMENTELE AANWIJZINGEN (ALGEMEEN)........... 8 Reglementair gebruik....................... 8 Ongeoorloofd gebruik......................8 Waarborg........................... 8 Toezicht op de testmiddelen ....................8 ESSENTIËLE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES............9 Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in acht nemen ............9 Scholing van het personeel.....................
Pagina 3
Eerste inbedrijfstelling......................12 6.6.1 In- en uitschakelen ....................... 13 6.6.2 Weergave van de stabiliteit....................13 6.6.3 Weegschaal nulaanduiding....................13 JUSTERING...................... 13 BEDIENINGSELEMENTEN ................15 Display met achtergrondverlichting ..................15 Toetsenbordoverzicht......................15 Overzicht van de displays ..................... 16 HET MENU......................17 Lijst met de menufuncties .....................
Pagina 4
12.4 AUTO-OFF - automatische uitschakeling ................30 12.5 Opties voor het laden van de accu ..................31 MENUFUNCTIE “P4 FUNC” - MODI ............32 13.1 Instellingen voor de functie P4.1 FFun „ALL“..............33 13.2 Aantallen (functie P4.3 PcS)....................35 13.3 Weegschalen met tolerantiegebied (functie P4.4 HiLo) .............
1 Technische gegevens KERN PLE 200-3 PLE 2000-2 Weegbereik (max.) 200 g 2.000 g Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,01 g Reproduceerbaarheid 0,002 g 0,02 g Lineariteit ± 0,003 g ± 0,03 g Aanbevolen justeergewicht, niet 200 g (F1) 2 kg (F1)
Fundamentele aanwijzingen (algemeen) Reglementair gebruik De door u aangekochte weegschaal dient om de weegwaarde van te wegen goed te bepalen. Z is voor het gebruik als "niet-automatische weegschaal" voorzien. Dit betekent dat het te wegen goed met de hand voorzichtig en in het midden van de weegplaat aangebracht wordt.
Essentiële veiligheidsinstructies Aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing in acht nemen Neem deze gebruiksaanwijzing vóór de installatie en inbedrijfstelling zorgvuldig door, ook indien u met weegschalen van de firma KERN reeds ervaring opgedaan hebt. Scholing van het personeel Het apparaat mag uitsluitend door geschoolde medewerkers bediend en onderhouden worden.
De plaats van opstelling moet dan gewijzigd of de storingsbron verholpen te worden. Uitpakken De weegschaal voorzichtig uit de verpakking nemen, plastic hoes verwijderen en de weegschaal op de voorziene werkplaats installeren. 6.2.1 Transportbeveiliging verwijderen PLE 200-3 PLE 2000-2 PLE-BA-nl-0812...
6.2.2 Installeren PLE 200-3 PLE 2000-2 De weegschaal met stelschroeven waterpas maken totdat de luchtbel in de luchtbelwaterpas zich in de voorgeschreven cirkel bevindt. 6.2.3 Omvang van de levering Standaard accessoires: • Weegschaal • Weegplaat • Voedingsapparaat • Windscherm • Accu •...
Netaansluiting De stroomvoorziening gebeurt door middel van het externe voedingsapparaat. De opgedrukte spanningswaarde moet met de lokale spanning overeenstemmen. Maak enkel gebruik van originele voedingsapparaten van de firma KERN. Het gebruik van andere fabrikaten vereist de toestemming van de firma KERN. Werking met accuvoeding Standaard is de weegschaal met heroplaadbare NiMH R6 (AA) accu’s en stekkervoedingseenheid uitgerust.
6.6.1 In- en uitschakelen Inschakelen Toets ON/OFF ca. 0,5 seconde lang indrukken. De weegschaal voert een zelftest door. Wanneer de gewichtsaanduiding verschijnt, is de weegschaal gereed om te wegen Uitschakelen Toets ON/OFF ca. 0,5 seconde lang indrukken. Voordat het display dooft, verschijnt even -OFF-. 6.6.2 Weergave van de stabiliteit Indien op het display de stabiliteitsaanduiding [...
Pagina 14
⇒ ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ De gewichtswaarde van het vereiste justeergewicht verschijnt: Vereist justeergewicht voorzichtig in het midden van de weegplaat zetten en toets PRINT indrukken. Op het display verschijnt CAL, de justering wordt automatisch gestart. Wanneer de justering beëindigd is, verschijnt unLoAd op het display Justeergewicht afnemen •...
Bedieningselementen Display met achtergrondverlichting Zeer contrastrijk display, dat ook in het donker afgelezen kan worden. Toetsenbordoverzicht Toets Functie in de bedieningsmodus Apparaat in-/uitschakelen • • Functietoets • Weegschaal op nul zetten • Gegevensuitvoer • Weegschaal tarreren PLE-BA-nl-0812...
Overzicht van de displays Weergave Beschrijving Filterinstelling bAud RS 232 interfacesnelheid +/- toegestane afwijking op het gebied van het HiLo referentiegewicht rEPL Automatische displayafdruk Bij het verschijnen van de stabiliteitsaanduiding StAb wordt afdruk gestart Bewaking van de gewichtsaanduiding op 0 Auto Automatische uitschakeling Opslag van het maximale gewicht...
Het menu De individuele elementen van het menusysteem (hoofdmenu’s, submenu’s en instellingen) zijn met een P-nummer en een afkorting afgebeeld. De nummerafkorting bij de menu’s vindt u in de hierna volgende lijst met de menufuncties. Lijst met de menufuncties P1 rEAd [Basisinstellingen, zie hoofdstuk 11] P1.1 FiL Filterinstellingen...
Navigatie in het menu Overzicht van het toetsenbord in het menu: Toets Functie in het menu • Toegang tot het hoofdmenu • Numerieke invoer van het tarragewicht: • Achteruit bladeren • Menukeuze • Wijziging van de parameterwaarde • Verhoging van de getallenwaarde van één cijfer met „1“ •...
10 Basiswerking 10.1 In- en uitschakelen Inschakelen ca. 0,5 seconde indrukken. De weegschaal voert een zelftest door. Wanneer de gewichtsaanduiding verschijnt, is de weegschaal gereed om te wegen Uitschakelen ca. 0,5 seconde indrukken. Voordat het display dooft, verschijnt even -OFF-. 10.1.1 Weergave van de stabiliteit Indien op het display de stabiliteitsaanduiding [...
10.3.2 Tarra wissen Weegschaal ontlasten en toets indrukken. Het symbool Net dooft, de nulaanduiding verschijnt. 10.3.3 Numerieke invoer van het tarragewicht („PRE-TARE“) In de weegmodus toets gelijktijdig indrukken Met de toets het te wijzigen cijfer en met de toets het cijfer selecteren, het telkens actieve cijfer knippert Met de toets bevestigen.
10.4 Standaard weegeenheid De geselecteerde gewichtseenheid blijft ook na verbreking van het stroomnet bestaan. ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ Toets opnieuw indrukken, de actueel ingestelde weegeenheid knippert g ⇔ ct ⇐ Toets zo vaak indrukken totdat de gewenste weegeenheid verschijnt ⇒ De weegschaal keert terug naar het menu toets herhaaldelijk indrukken totdat „SAVE?“...
10.5 Tijdelijke omschakeling van de weegeenheid (P4.2Funi) De als volgt geselecteerde gewichtseenheid blijft na verbreking van het stroomnet niet bestaan. Voorwaarde: Functie „P4.2 “Funi” geactiveerd (“yes”). ⇒ ⇒ ⇒ g ⇔ ct ⇒ PLE-BA-nl-0812...
11 Menufunctie “P1 rEAd” basisinstellingen In het menu „P1 rEAd” kunnen er apparaatinstellingen gewijzigd en functies geactiveerd worden. Daardoor is een aanpassing aan individuele weegbehoeften mogelijk. 11.1 Filterinstellingen Onder dit menupunt kan de weegschaal voor bepaalde omgevingsomstandigheden en meetdoeleinden aangepast worden. Menu oproepen: Toetsen gelijktijdig indrukken, „P1 rEAd“...
11.2 Median filter Uiterst nuttig bij schok ken of trillingen (vorming van de gemiddelde waarde). Menu oproepen: Toetsen gelijktijdig indrukken, „P1 rEAd“ verschijnt ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ Zo vaal indrukken totdat de gewenste instelling verschijnt (“no” = “Uit””, “yes” = “Aan”) ⇒...
11.3 “Auto-Zero” – automatische nulnasporing Met deze functie worden kleine gewichtsschommelingen automatisch getarreerd. Indien er kleine hoeveelheden van het te wegen goed verwijderd of toegevoerd worden, kunnen er door de in de weegschaal aanwezige "stabiliteitscompensatie" foutieve weegresultaten aangegeven worden! (bijvoorbeeld langzaam uitstromen van vloeistoffen uit een op de weegschaal aanwezig reservoir, verdampingsprocessen).
11.4 Functie “Tarra” Met deze functie kunnen de hierna volgende tarrafuncties ingesteld worden: AtAr Automatisch tarreren ingeschakeld blijft ook na verbreking van het stroomnet opgeslagen (beschrijving: zie hoofdstuk 13.5) “Automatisch tarreren” uitgeschakeld tArF Laatste tarrawaarde wordt opgeslagen en blijft ook bij verbreking van het stroomnet behouden.
12 Menufunctie “P5 Othr” – nog andere nuttige functies Hier kunnen er parameters bepaald worden, die de bediening van de weegschaal beïnvloeden, zoals bijvoorbeeld achtergrondverlichting en toetsgeluiden. 12.1 Achtergrondverlichting van het display Toetsen gelijktijdig indrukken, „P1 rEAd“ verschijnt ⇒ Herhaaldelijk indrukken ⇒...
12.2 Intensiteit van de achtergrondverlichting Om de afleesbaarheid en het energieverbruik te optimaliseren, kan de intensiteit van de achtergrondverlichting van 0 tot 100% aangepast worden. Een lage intensiteit leidt tot een verlengde inschakelduur van de accu. Toetsen gelijktijdig indrukken, „P1 rEAd“ verschijnt ⇒...
12.4 AUTO-OFF - automatische uitschakeling Bij een geactiveerde functie AUTO-OFF schakelt de weegschaal na 5 minuten zonder wissel van de last automatisch uit om de accu te sparen. Functie Instelling Werking Werking netvoeding accuvoeding t1 = no gedeactiveerd gedeactiveerd t1 = YES geactiveerd geactiveerd t1 = Auto...
12.5 Opties voor het laden van de accu Bij gebruikmaking van niet-heroplaadbare batterijen moet met deze functie de laadfunctie van de accu „5.5 cHr6“ op „no“ gezet worden. Bij veronachtzaming bestaat er gevaar voor een ontploffing. Toetsen gelijktijdig indrukken, „P1 rEAd“ verschijnt ⇒...
13 Menufunctie “P4 Func” - modi In het menu „4.1.FFun“ kunnen er functies geselecteerd worden, die de operator dan ter beschikking gesteld krijgt zonder iedere keer naar het menu te moeten gaan. Alle geactiveerde modi kunnen rechtstreeks via de toets opgeroepen worden.
Instellingen met de toets bevestigen. Er volgt een sprong terug naar het submenu 4.1.FFun. Terug naar de weegmodus: Toets herhaaldelijk indrukken totdat de gegevensopvraag „SAVE?“ verschijnt. Gegevensopvraag met bevestigen om de doorgevoerde wijzigingen op te slaan en om naar de weegmodus terug te keren. -of- indrukken om zonder op te slaan naar de weegmodus terug te keren 13.1 Instellingen voor de functie P4.1 FFun „ALL“...
Pagina 34
In de weegmodus kunnen nu alle geactiveerde modi door middel van de toets opgeroepen worden: Voorbeeld oproep functie “Wegen met toegestane afwijking”: In de weegmodus toets indrukken, de eerste geactiveerde functie verschijnt: ⇒ ⇒ ⇒ Terug naar de weegmodus met PLE-BA-nl-0812...
13.2 Aantallen (functie P4.3 PcS) Voordat de weegschaal stukken kan tellen, moet ze het gemiddelde gewicht per stuk, de zogenaamde “referentie”, kennen. Daarvoor moet er een bepaald aantal van de te tellen stukken opgelegd worden. De weegschaal stelt het totale gewicht vast en deelt het door het aantal stukken, het zogenaamde “referentieaantal”.
Pagina 36
• Referentie vormen Zoveel te tellen stukken opleggen als het ingestelde referentieaantal verlangt. ⇒ ⇒ zo nodig: tarreren ⇒ Referentiegewicht afnemen. De weegschaal bevindt zich thans in de modus “Aantal stuks” en telt alle stukken, die zich op de weegplaat bevinden. •...
Pagina 37
− Ingevoerd referentieaantal met de toets bevestigen − Op het display verschijnt „LoAd“ oveel te tellen stukken op de weegplaat leggen als het ingestelde − − referentieaantal verlangt, met de toets bevestigen. − Referentiegewicht afnemen. De weegschaal bevindt zich thans in de modus “Aantal stuks”...
13.3 Weegschalen met tolerantiegebied (functie P4.4 HiLo) Bij het wegen met tolerantiegebied zijn een maximale en een minimale grenswaarde individueel programmeerbaar. Bij controles van de toegestane afwijking, zoals het doseren, het in porties verdelen of sorteren, geeft de weegschaal het overschrijden of het niet bereiken van de grenswaarden met het verschijnende tolerantiemerkteken aan.
Pagina 39
• Minimale tolerantiegrens „Min.“ bepalen 000.850 000.000 − Met het te wijzigen cijfer selecteren, het telkens actieve cijfer knippert − Met het cijfer selecteren − Met de ingevoerde minimale tolerantiegrens bevestigen • Maximale tolerantiegrens „Max.“ bepalen 000.000 002.854 − Met het te wijzigen cijfer selecteren, het telkens actieve cijfer knippert −...
13.4 Procentuele bepaling (functies P4.5 PrcA/ P4.6 Prcb) De procentuele bepaling maakt de gewichtsaanduiding in procent, gebaseerd op een referentiegewicht, mogelijk. 13.4.1 Vaststelling van het referentiegewicht door weging (P4.5 PrcA) ⇒ ⇒ ⇒ Referentiegewicht opleggen ⇒ Met bevestigen Gewicht wordt als referentie (100%) overgenomen Referentiegewicht afnemen.
13.4.2 Numerieke invoer van het referentiegewicht (P4.6 Prcb) • Functie oproepen ⇒ ⇒ ⇒ • Referentie vormen − Met het knipperende display wordt u aangemaand, het referentiegewicht in te voeren ⇒ − Met toets het te wijzigen cijfer selecteren, het telkens actieve cijfer knippert.
13.5 Automatisch tarreren (functie P4.7 AtAr Deze functie dient voor snelle bepalingen van het nettogewicht gebruikt te worden indien de tarralast bij iedere weging verandert. • Functie oproepen ⇒ ⇒ ⇒ Weegreservoir opleggen Het reservoirgewicht wordt automatisch als tarragewicht opgeslagen, de nulaanduiding en symbool NET verschijnen Te wegen goed inwegen en resultaat aflezen Te wegen goed en reservoir verwijderen...
13.6 Functie “Piekwaarde” (P4.8 toP) Deze functie geeft de hoogste belastingswaarde (piekwaarde) van een weging aan. ⇒ ⇒ ⇒ De weegschaal bevindt zich nu in de modus “Piekwaarde”, het symbool „Max.“ verschijnt. 0.000 Weegplaat belasten. De maximale lastwaarde wordt aangegeven. De piekwaarde blijft zolang op het display staan totdat de toets ingedrukt wordt.
13.7 Optellen van displaywaarden (functie P4.9 Add) Een willekeurig groot aantal individuele wegingen wordt automatisch tot een totaal opgeteld, bijvoorbeeld alle individuele wegingen van een batch. Nadat er een controle van de stilstand ( ) doorgevoerd werd, wordt de weegwaarde automatisch aan de optionele printer doorgegeven. De displaywaarde wordt in het cumulatieve geheugen opgeteld.
Pagina 45
Weeg, al naargelang gewenst, nog andere stukken zoals hierboven beschreven in. Neem in acht dat de weegschaal tussen de individuele wegingen ontlast moet worden. Dit procédé kan zo vaak herhaald worden totdat het displaybereik van de weegschaal uitgeput is (aanduiding „5-FULL“). Na beëindiging van de laatste individuele weging wordt het totaal (TOTAL) op basis van alle wegingen, nadat opnieuw ingedrukt werd, aan de optionele...
13.7.1 Oproep voor het laatst opgeslagen displaywaarde Bij onderbreking van het optelprocédé, bijvoorbeeld na verbreking van het stroomnet, kan de voor het laatst opgeslagen displaywaarde als volgt opgeroepen worden: ⇒ ⇒ ⇒ Indien na het indrukken van op het display „P“ verschijnt, is de weegschaal voor een volgend optelprocédé...
13.8 Functie “Dieren wegen” (P4.A AnLS) Maak van deze functie gebruik voor de weging van onrustig te wegen goed (bijvoorbeeld dieren) of in geval van sterke trillingen. De weegschaal stelt gedurende een tijdspanne gewichtswaarden vast en berekent op basis daarvan een gemiddelde waarde.
13.9 PRE-TARE geheugen (P4.b tArE) • Functie oproepen ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ • Invoer PRE-TARE waarde Met de toets het te wijzigen cijfer en met de toets het cijfer selecteren, het telkens actieve cijfer knippert. Met de toets bevestigen. Ofwel Toets opnieuw indrukken.
Pagina 49
• Oproep PRE-TARE waarde ⇒ ⇒ ⇒ ⇒ c.q. met toets nog andere waarden oproepen („tArE 2“ enz.) Met de toets bevestigen. Het symbool Net en het opgeslagen tarragewicht met negatief voorteken verschijnen. PLE-BA-nl-0812...
14.2.3 Invoer minimaal gewicht „P2.2 S_Lo” Het minimale gewicht oefent invloed op de hierna volgende functies uit: Automatisch tarreren (hoofdstuk 13.5): Om deze functie uit te voeren, moet het gewicht op de weegplaat tot onder de ingevoerde gewichtswaarde gedaald zijn om daarna weer een zwaarder gewicht automatisch te kunnen tarreren.
Gegevensrecordformaat: 7-15 Stabiliteitsindicator: [Opvulteken], indien stabiel [?] indien niet stabiel [^] indien overbelasting [v] indien te lage last Bewerkingsteken: [Opvulteken] indien positief [-], indien negatief Gewicht: 9 karakters, rechts uitgelijnd Eenheid: 3 karakters, links uitgelijnd Aanwijzing: 3 karakters, links uitgelijnd 14.4 Handmatige uitvoer De gebruiker kan door het indrukken van de toets PRINT de uitvoer met de hand starten (Instellingen: zie hoofdstuk 14.2.2).
14.5 Continue uitvoer De weegschaal kan in een modus voor continue uitvoer van de weegresultaten bediend worden. Deze modus kan door commando’s via het RS232 in- en uitgeschakeld worden. (Instellingen: zie hoofdstuk 14.2.2). C1 CR LF – continue overdracht in standaard weegeenheid “Aan” C0 CR LF - continue overdracht in standaard weegeenheid “Uit”...
15 Foutmeldingen Err2 Waarde buiten het nulbereik Waarde buiten het tarreerbereik Err3 Justeergewicht buiten het toegestane bereik (+-1% voor Err4 justeergewicht) Err5 Gewicht per stuk kleiner dan afleesbaarheid Uitschakeltijd was te kort (dient langer dan 3 seconden te zijn) Err7 Invoer buiten het toegestane bereik Err8 Tarreren / nulstelling kan niet uitgevoerd worden...
16.3 Afvalverwerking De afvalverwerking van verpakking en apparaat dient door de exploitant in overeenstemming met het geldende nationale of regionale recht van de locatie van de gebruiker doorgevoerd te worden. 17 Kleine hulp bij pannes In geval van een storing in het verloop van het programma dient de weegschaal even uitgeschakeld en van het stroomnet verbroken te worden.