KERN PCB Versie 1.4 2023-03 Gebruiksaanwijzing Precisieweegschaal Inhoudsopgave Technische gegevens ..................5 Conformiteitverklaring ..................8 Overzicht van de apparatuur ................9 Elementen ..................... 9 Bedienelementen..................10 3.2.1 Toetsenbordoverzicht ..................10 3.2.2 De waarde numeriek invoeren .................11 3.2.3 Overzicht van de aanduidingen ...............11 Basisopmerkingen (algemene informatie) ............
Pagina 3
Extern justeren < CalExt > ................19 7.9.1 7.9.2 Extern justeren met gebruik van een door de gebruiker gedefinieerd justeergewicht < caleud > ..................20 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt < graadj >....22 7.9.3 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats < grause > ..23 7.9.4 Basismodus ......................
Pagina 4
13.1 Navigatie in het menu................51 13.2 Menu van de toepassing ................51 13.3 Configuratiemenu ..................52 Menuoverzicht < setup > ................52 13.3.1 Communicatie met randapparatuur via KUP aansluiting ......57 14.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) ....58 14.2 Functies voor gegevensoverdracht ............
1 Technische gegevens KERN PCB 200-3 PCB 300-2 PCB 300-3 Artikelnummer / type TPCB 200-3-A TPCB 300-2-A TPCB 360-3-A Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,01 g 0,001 g Weegbereik (Max.) 200 g 300 g 360 g Reproduceerbaarheid 0,001 g 0,01 g...
Pagina 6
KERN PCB 1000-2 PCB 2000-1 PCB 3000-2 Artikelnummer / type TPCB 1200-2-A TPCB 2000-1-A TPCB 3600-2-A Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,1 g 0,01 g Weegbereik (Max.) 1200 g 2000 g 3600 g Reproduceerbaarheid 0,01 g 0,1 g 0,01 g Liniariteit ±0,03 g ±0,2 g ±0,05 g...
Pagina 7
KERN PCB 6000-0 PCB 6000-1 PCB 10000-1 Artikelnummer / type TPCB 6000-0-A TPCB 6K-4-A TPCB 10K-4-A Afleesbaarheid (d) 0,1 g 0,1 g Weegbereik (Max.) 6000 kg 6000 kg 10 000 g Reproduceerbaarheid 0,1 g 0,1 g Liniariteit ±2 g ±0,3 g ±0,3 g Duur van signaaltoename (typisch)
* Minimaal gewicht van afzonderlijk element bij bepaling van het aantal stuks in laboratoriumomstandigheden: ➢ Er zijn ideale omgevingscondities voor het bepalen van het aantal stuks met hoge resolutie ➢ Geen gewichtsverdeling van getelde delen ** Minimaal gewicht van een element bij bepaling van het aantal stuks in normale omstandigheden: ➢...
3 Overzicht van de apparatuur 3.1 Elementen Pos. Naam Pos. Naam Weegschaalplateau Aansluiting voedingseenheid Windscherm KUP contact (KERN Universal Port) Display Schroefvoeten Toetsenbord Apparatuur voor weging in hangende positie Libel (waterpas) Vervoerbeveiliging (plaatsing afhankelijk van het model) Contact voor diefstalbeveiliging Batterijcontainer (Kensington vergrendeling) TPCB-A-BA-nl-2314...
3.2 Bedienelementen 3.2.1 Toetsenbordoverzicht Toets Naam Functie in bedrijfsmodus Functie in het menu ➢ Aan-/uitzetten ➢ Navigatietoets (toets indrukken en ingedrukt houden) ➢ Terug naar het vorige ON/OFF toets menuniveau ➢ Achtergrondverlichting van het scherm aan- ➢ Het menu verlaten / terug /uitzetten naar de weegmodus (toets indrukken)
3.2.2 De waarde numeriek invoeren Toets Naam Functie Cijferkeuze De ingevoerde gegevens bevestigen. Meerdere ➔ Navigatietoets malen op de toets voor elke positie drukken. Wachten tot het invoervenster met numerieke waarden verschijnt. De waarde van het knipperende cijfer Navigatietoets verminderen (0–9) De waarde van het knipperende cijfer vergroten ...
Basisopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Beoogd gebruik De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Ze dient als een "niet automatische weegschaal” te worden beschouwd, d.w.z. dat het gewogen materiaal voorzichtig handmatig in het midden van het weegschaalplateau dient te worden geplaatst. De weegwaarde kan na de stabilisatie worden afgelezen.
4.4 Toezicht over de controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. De verantwoordelijke gebruiker moet hiervoor een geschikt interval als ook het type en de omvang van deze controle vaststellen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.kern-sohn.com).
7 Uitpakken, installeren en in werking stellen 7.1 Plaats van installatie en gebruikslocatie De weegschalen zijn ontworpen om betrouwbare weegresultaten onder normale gebruiksomstandigheden te garanderen. De keuze van de juiste locatie voor de weegschaal verzekert een nauwkeurige en snelle werking. Op de plaats van installatie moet het volgende in acht worden genomen: •...
7.2 Uitpakken en controle Het apparaat en de onderdelen uit de verpakking afnemen, het verpakkingsmateriaal verwijderen en op de daarvoor voorziene werkplaats plaatsen. Controleer of alle onderdelen van de leveringsomvang aanwezig en onbeschadigd zijn. Leveringsomvang / serietoebehoren: • Weegschaal, zie hoofdstuk 3.1 •...
7.4 Netaansluiting De landspecifieke stekker kiezen en in de netadapter steken. Controleer dat de voedingspanning van de weegschaal correct is ingesteld. De weegschaal kan aan het voedingsnetwerk enkel dan worden aangesloten indien de gegevens op het toestel (sticker) en de lokale voedingspanning identiek zijn.
7.6 Bedrijf met de accuvoeding (optioneel) De accu en de lader zijn compatibel. Enkel de met de LET OP weegschaal geleverde netadapter gebruiken. De weegschaal niet tijdens het opladen gebruiken. Vervang de accu enkel door een accu van hetzelfde type of van het door de fabrikant aanbevolen type.
7.7 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan/van de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Uitsluitend accessoires en randapparatuur van de firma KERN met de weegschaal gebruiken, optimaal aan de weegschaal aangepast. 7.8 Eerste inbedrijfstelling Om precieze weegresultaten met behulp van elektronische weegschalen te krijgen, dient de weegschaal een juiste werkingstemperatuur te bereiken (zie...
7.9.1 Extern justeren < CalExt > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔ te drukken, er worden < wait > en < reMvld >weergegeven. Nadat < reMvld > is weergegeven het justeergewicht verwijderen. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug naar de weegmodus gezet. Bij fout van het justeren (bv.
Pagina 21
De keuze met de toets ➔bevestigen. De volgende aanduidingen < Zero > en < Put ld > worden weergegeven en vervolgens verschijnt de waarde van het justeersgewicht dat op de weegschaal moet worden geplaatst. Plaats het justeergewicht en bevestig door op ➔ te drukken, er worden <...
7.9.3 Constante van de zwaartekracht op het justeerpunt < graadj > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
7.9.4 Constante van de zwaartekracht op de installatieplaats < grause > Om configuratiemenu op te vragen tegelijk op TARE en ON/OFF drukken en ingedrukt houden. Afwachten tot het eerste menupunt < Cal > wordt weergegeven. Met➔ bevestigen, de aanduiding < CalExt > verschijnt.
8 Basismodus 8.1 Aan-/uitzetten Aanzetten: De toets ON/OFF drukken. Nadat de display wordt aangezet, wordt de autotest van de weegschaal doorgevoerd. Afwachten tot de gewichtaanduiding verschijnt. De weegschaal is paraat met de laatste actieve toepassing. Uitzetten: De toets ON/OFF drukken en ingedrukt houden tot de display verdwijnt.
8.3 Op nul zetten Om de optimale weegresultaten te verkrijgen, dient de weegschaal voor de weging op nul te worden gezet. Enkel in het bereik ±2% Max is het mogelijk om op nul te zetten. Bij de waarden groter dan ±2% Max verschijnt de foutmelding < zlimit >. ...
8.5 Toets voor omschakelen (standaard instelling) Aan de toets voor omschakelen kunnen verschillende functies worden toegewezen. Standaard (< default >) zijn in de toepassingen van de weegschaal volgende functies toegewezen: De toets drukken en ingedrukt De toets drukken houden ➢ Voor het eerst indrukken: De ➢...
8.5.1 Omschakelen van de weegeenheid Standaard is de toets zo ingesteld dat door het indrukken op de toets tussen de weegeenheden kan worden omgeschakeld. Eenheid activeren: Bij de eerste keer indrukken en ingedrukt houden van de toets kan de eenheid voor de snelkeuze worden ingesteld.
Andere eenheid activeren: Het menu instelling < unit > kiezen en met de toets➔ bevestigen. Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Vereiste instellingen bij de keuze van een toepassing (FFA, %, mol) vermeld in het hoofdstuk 10.4.2, 10.4.3 en 10.4.4.
Ondervloerweging Met ondervloerweging is het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de weegschaal kunnen worden geplaatst. Men dient als volgt te handelen: Zet de weegschaal uit. Verwijder de plug aan de onderkant van de weegschaal. ...
9 Bedieningsconcept De weegschaal wordt af fabriek geleverd met verschillende toepassingen (normaal wegen, controlewegen, optellen). Bij de eerste inschakeling staat de weegschaal in de toepassing <Wegen>. Na inschakeling van de weegschaal kan echter de verdere werking ervan worden bepaald door de juiste toepassing in het toepassing- menu te kiezen (zie hoofdstuk 13.2).
Pagina 31
Afhankelijk van de geselecteerde toepassing worden alleen de toepassingsspecifieke instellingen in het toepassingsmenu weergegeven, het maakt mogelijk het doel snel en direct te bereiken. • Informatie over de toepassingsspecifieke instellingen is te vinden in de beschrijving van de desbetreffende toepassing. •...
10 Toepassing <Wegen> De uitvoering van gewoon wegen en tarreren omschreven in hoofdstuk 8.2 of Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden... Meer specifieke instellingsmogelijkheden zijn in de onderstaande hoofdstukken beschreven. Indien de toepassing <Wegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode>...
10.2 PRE-Tare 10.2.1 Geplaatste massa als PRE-TARE overnemen Ptare actuAl < < > > Plaats het weegresevoir. De menuinstelling < Ptare > opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Om de massa van geplaatst gewicht als de PRE-TARE over te nemen met de navigatietoetsen ...
10.2.2 Bekende tarra numeriek invoeren < Ptare > < manuAl > De menuinstelling < Ptare > opvragen en met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling <manuAl> kiezen en met de toets ➔ bevestigen. ...
lading is verwijderd, blijft de waarde nog 10 seconden op het display staan. 10.4 Weegeenheden 10.4.1 De weegeenheid instellen De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets➔ bevestigen. Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔...
10.4.2 Weging met vermenigvuldigingsfactor met een toepassing eenheid <FFA> Hier wordt de factor bepaald waarmee het weegresultaat (in grammen) moet worden vermenigvuldigd. Hiermee kan bij de bepaling van de massa tegelijkertijd rekening worden gehouden met bijvoorbeeld een bekende foutfactor. De menuinstelling < unit > kiezen en met de toets ➔bevestigen.
Vanaf dat moment wordt het gewicht van het monster in procenten ten opzichte van de referentiemassa weergegeven. 10.4.4 “Mol” weegmodus Deze functie berekent de hoeveelheid van een stof (in mol) op basis van de molaire massa en het gewicht van de stof. ...
11 Toepassing <Aantal stuks tellen> Indien de toepassing <Aantal stuks tellen> nog niet actief is, kies dan de menuinstelling mode > < count >, zie hoofdstuk 9. 11.1 Toepassingsspecifieke instellingen Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding <...
11.2 Toepassing gebruiken 11.2.1 Stukken tellen Vooraleer het mogelijk wordt om het aantal elementen met de weegschaal te bepalen, dient het afzonderlijke stukgewicht (het eenheidsgewicht) de zogenaamde referentiewaarde te worden bepaald. Daartoe moet een bepaald aantal van de te tellen onderdelen op de weegschaal worden gelegd. De weegschaal bepaalt het totale gewicht en wordt het vervolgens door aantal stuks zgn.
Pagina 40
Aantal van de door de gebruiker gedefinieerde referentiestuks: Indien nodig een weegcontainer plaatsen en de weegschaal tarreren. Aantal gewenste referentiestuks opleggen. De menuinstelling < ref > opvragen en met de toets ➔bevestigen. Met de navigatietoetsen de instelling < free > kiezen en met de toets ➔...
Pagina 41
Met de navigatietoetsen de positie van de komma selecteren en met ➔ bevestigen. Vermenigvuldigingsfactor invoeren, het invoeren van numerieke waarden zie hoofdstukFehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden., de actieve positie knippert. Met de toets ➔ bevestigen. De weegschaal staat nu in de modus voor het tellen van stuks en telt alle stukken die op de weegplateau liggen.
11.2.2 Doeltellen Met toepassing <Doeltellen> is het mogelijk om materiaal te wegen naar het doelaantal stuks binnen een bereik van vastgestelde toleranties. Wanneer de streefaantal stuk wordt bereikt, luidt een akoestisch signaal (voor zover in het menu geactiveerd) en een visueel signaal (tolerantieteken). Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie: Streefaantal stuks boven opgegeven tolerantie...
Pagina 43
Uitvoering: 1. Streefaantal stuks en tolerantie definiëren Zorg ervoor dat de weegschaal in de modus van het bepalen van het aantal stuks en het gemiddelde gewicht van een enkel stuk is gedefinieerd (zie hoofdstuk 11.2.1). Zo nodig met de toets omschakelen.
Pagina 44
< Errupp > omgeschakeld. TPCB-A-BA-nl-2314...
Pagina 45
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow > selecteren met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De actieve positie knippert. ...
12 De toepassing <Controlewegen> Indien de toepassing <Controlewegen> nog niet actief is, de menuinstelling <mode check> kiezen, zie hoofdstuk 9. 12.1 Toepassingsspecifieke instellingen Menu opvragen: De toets TARE drukken en zo lang ingedrukt houden tot de aanduiding < apcmen > verschijnt. Het display verandert eerst in <...
12.2 Toepassing gebruiken 12.2.1 Doelwegen Met toepassing <Doelwegen> is het mogelijk om materiaal te wegen naar het doelaantal stuks binnen een bereik van vastgestelde toleranties. Wanneer de doelmassa wordt bereikt, luidt een akoestisch signaal (voor zover in het menu geactiveerd) en een visueel signaal (tolerantieteken). Optisch signaal: De afgelezen tolerantietekens leveren de volgende informatie: Bovengrens...
Pagina 48
Uitvoering: 1. Doelgewicht en tolerantie definiëren Met de navigatietoetsen de instelling < target > kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Er wordt de aanduiding < value > weergegeven. Met de toets ➔ bevestigen, het wordt een venster voor numerieke invoer weergegeven.
Met de navigatietoetsen de instelling < errlow > selecteren met de toets ➔ bevestigen. Met de navigatietoetsen de weegeenheid kiezen en met de toets ➔ bevestigen. Het verschijnt een venster voor numerieke invoer. De actieve positie knippert. ...
12.2.2 Controlewegen Met de toepassing <Controlewegen> is het mogelijk om te controleren of het gewogen materiaal zich binnen het bepaalde tolerantiebereik bevindt. Het overschrijden (of onderschrijden) van de grenswaarden wordt aangegeven door een visueel (tolerantietekens) en akoestisch signaal (indien geactiveerd in het menu).
Pagina 52
De weegschaal wordt opnieuw naar het menu < limupp > omgeschakeld. De instelling met de navigatietoetsen kiezen, de instelling < limlow > kiezen. Met de toets ➔ bevestigen, het verschijnt het venster voor het invoeren van de numerieke waarde voor het invoeren van de onderste grenswaarde.
13 Menu 13.1 Navigatie in het menu Menu opvragen: Toepassingsmenu Configuratiemenu De toets TARE drukken en ingedrukt Tegelijk op TARE en ON/OFF drukken houden tot het eerste menupunt en ingedrukt houden tot het eerste verschijnt. menupunt verschijnt. Parameters selecteren en instellen: Op één niveau scrollen Gebruik de navigatietoetsen om bepaalde menublokken achter elkaar te selecteren.
13.3 Configuratiemenu In het configuratiemenu is het mogelijk de weegschaalinstellingen / het bedrijf van de weegschaal aan eigen vereisten (bv. omgevingsomstandigheden, speciale weegprocessen) aan te passen. Deze instellingen zijn globaal en onafhankelijk van de geselecteerde toepassing (uitgezonderd < buttons >). 13.3.1 Menuoverzicht <...
Pagina 55
Print intfce Rs232 Interface RS232 * Gegevensuit USB* Interface USB-d voer * enkel met KUP aansluiting Optelmodus inschakelen/uitschakelen, zie hoofdstuk 14.2.1 prmode trig On, off Gegevensoverdracht nadat de knop manual PRINT wordt gedrukt. zie hoofdstuk 14.2.2 autopr On, off Automatische gegevensoverdracht bij stabiele en positieve weegwaarde, zie hoofdstuk 14.2.3.
Pagina 56
BEEPER keys Aan-/uitzetten akoestisch signaal nadat de toets is ingedrukt Geluidsignaal Check Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-ok Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam ch-lo Standaard Fast Snel Cont. Continu Akoestisch signaal uit Slow Langzaam Ch-hi Standaard Fast Snel...
Pagina 57
buttons Standaard instellingen, zie default hoofdstuk 8.5 Toetsenvaststelling Toets gedeactiveerd Instelling weegeenheid, zie hoofdstuk Fehler! Verweis- unit quelle konnte nicht ge- funden werden. Toepassing kiezen, zie mode hoofdstuk 9 HOLD functie uitvoeren, zie hoofdstuk 10.3 hold * enkel voor de toepassing <Weging>...
Pagina 58
tarerg Definitie van het maximale tarrabereik, mogelijk om 10% - 100% 100% te selecteren. De waarde numeriek invoeren, zie Tarreerbereik hoofdstuk Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden. ztrack Automatisch nul aanhouden [< 3d] Nul aanhouden Indien de hoeveelheid gewogen materiaal enigszins verminderd of vergroot wordt, kan het in de weegschaal geplaatste “compensatie- en stabilisatiemechanisme”...
14 Communicatie met randapparatuur via KUP aansluiting Door de interfaces is het mogelijk om de weegresultaten met de aangesloten randapparatuur te delen. De overdracht kan geschieden naar een printer, computer of controleaanduidingen. Omgekeerd kunnen hiermee besturingsopdrachten worden gegeven en de gegevens via aangesloten apparaten worden ingevoerd.
14.1 KERN Communications Protocol (interfaceprotocol van KERN) Via het KCP-systeem kunnen vele parameters en apparaat functies worden opgeroepen en gecontroleerd. KERN-eenheden met KCP kunnen gemakkelijk worden aangesloten op computers, industriële besturingen en andere digitale systemen. Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in de handleiding "KERN Communications Protocol", beschikbaar in het downloadgedeelte op onze KERN- website (www.kern-sohn.com).
14.2 Functies voor gegevensoverdracht 14.2.1 Optelmodus < sum > Met deze functie is het mogelijk om de afzonderlijke weegwaarden aan het optelgeheugen met de toets toe te voegen en deze na het aansluiten van de optionele printer te drukken. Functie activeren: In het configuratiemenu de instelling <...
Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Menuinstelling < prmode > < format > < short > Eerste weging Tweede weging Derde weging Aantal wegingen/ totaal Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): Instelling van het menu < prmode > < weight > < sglprt > < on > Eerste weging Tweede weging Derde weging...
14.2.2 Gegevensoverdracht nadat PRINT < manual > wordt ingedrukt Functie activeren: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling < print > < prmode > < trig > en bevestig met de toets ➔. Voor handmatige gegevensuitvoer met de navigatietoetsen de menu-instelling <...
14.2.3 Automatische gegevensoverdracht < auto > De gegevensoverdracht vindt automatisch plaats zonder op de PRINT toets te drukken, mits aan de relevante overdrachtsvoorwaarden is voldaan, afhankelijk van de instelling in het menu. Activeren van de functie en instellen van de overdrachtsvoorwaarde: Selecteer in het configuratiemenu de menu-instelling <...
Het te wegen materiaal opleggen. De weegwaarden zijn volgens de vastgestelde cyclus verzonden. Protocolsjabloon (KERN YKB-01N): 14.3 Gegevensformaat Selecteer in het configuratiemenu de menuinstelling < print > < prmode > < weight > < gntprt > en bevestig met de toets ➔.
15 Onderhoud, werkprestatie, verwijderen Ontkoppel het apparaat van de bedrijfsspanning voordat met onderhoud, reiniging of reparatiewerkzaamheden wordt gestart. 15.1 Reinigen Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. De vloeistof mag het toestel niet binnendringen.
16 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaverloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens moet het weegproces opnieuw worden gestart. Storing Mogelijke oorzaak • De weegschaal is niet ingeschakeld. Gewichtsaanduiding licht niet op. •...