of niet is ingeschakeld (op hoog of laag).
WAARSCHUWING: Wanneer de luchtdetector uit staat,
neemt de pomp geen lucht in het vloeistofpad waar. Contro-
leer het vloeistofpad regelmatig en verwijder eventuele lucht
om luchtembolie te voorkomen. Luchtembolie kan de dood
of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben.
• Raadpleeg hoofdstuk 4, "Biomed Functions," indien u de
instelling van de luchtdetector moet wijzigen.
„
• Druk op
6. Controleer de status van de opwaartse occlusiesensor.
• Controleer of de gewenste instelling wordt weergegeven. Dit
scherm wordt weergegeven ongeacht of de sensor wel of niet
is ingeschakeld.
WAARSCHUWING: Wanneer de Opwaartse occlusiesensor
is uitgeschakeld, neemt de pomp geen opwaartse occlusies
(tussen de pomp en het reservoir) waar. Inspecteer het
reservoir af en toe op een verminderd reservoirvolume,
inspecteer op het afknikken van het vloeistofpad, een geslo-
ten klem of andere opwaartse obstructies. Opwaartse
occlusies kunnen leiden tot onvoldoende of geen toediening
van medicijnen. Indien deze occlusies onopgemerkt blijven,
kunnen ze de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg
hebben.
• Raadpleeg hoofdstuk 4, "Biomed Functions," indien u de
instelling van de Opwaartse occlusiesensor moet wijzigen.
„
• Druk op
7. Bekijk het programma.
Druk herhaaldelijk op
bekijken. Als u een instelling opnieuw moet programmeren,
Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp
.
.
„
om de programmeringsschermen te
23