Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp
Wanneer u batterijen plaatst of vervangt, moet de pomp stilstaan. Ga
als volgt te werk:
1. Houd de knop met de pijl ingedrukt terwijl u de batterijklep
wegschuift.
2. Verwijder de oude batterijen. Door aan het uiteinde van de
batterijband te trekken, wordt de batterij makkelijker
verwijderd.
3. Plaats de nieuwe batterijen in het vak en let erop dat de
batterijband vlak onder de batterijen wordt geplaatst.
OPMERKING:
• Zorg dat de polen van de nieuwe batterijen (+ en –) tegenover
de overeenkomstige tekens in de batterijhouder staan. Als de
batterijen verkeerd worden geplaatst, is het display leeg en
klinkt er geen pieptoon.
12