Hoofdstuk 1: Algemene beschrijving
een verminderd reservoirvolume, inspecteer op het afknikken van
het vloeistofpad, een gesloten klem of andere opwaartse obstructies.
Opwaartse occlusies kunnen leiden tot onvoldoende of geen toedie-
ning van medicijnen. Indien deze occlusies onopgemerkt blijven,
kunnen ze de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg heb-
ben.
Neerwaartse occlusiesensor: De pomp bevat een neerwaartse occlu-
siesensor. Wanneer een neerwaartse occlusie (tussen de pomp en de
aanprikplaats van de patiënt) wordt waargenomen, klinkt een alarm,
stopt de toediening en staat "Hoge druk" op het display.
Reservoirvolume-alarm: Het Reservoirvolume-alarm geeft aan dat
de vloeistof in het reservoir bijna of helemaal op is. Telkens wanneer
u het reservoir vervangt, kunt u het reservoirvolume weer op het
oorspronkelijk geprogrammeerde volume instellen. Naarmate
medicijnen worden toegediend, wordt het reservoirvolume automa-
tisch minder. Wanneer de pomp berekent dat er nog 5 ml in het
reservoir is, klinken er pieptonen en staat "ResVol ± leeg" op het
hoofdscherm. Dit alarm klinkt telkens wanneer het volume weer 1
ml is gedaald, totdat het reservoirvolume 0 ml is; dan stopt de
pomp en klinkt het alarm Reservoirvolume leeg.
Het hoofdscherm
Het hoofdscherm is het beginpunt waar de instellingen van de pomp
worden geprogrammeerd of bekeken.
Als er enige tijd (2 minuten) lang geen toetsen worden ingedrukt,
komt het hoofdscherm terug op het display. Wanneer de twee AA-
batterijen bijna leeg zijn, verschijnt "Bat ± leeg" op het hoofdscherm.
Wanneer de pomp loopt:
Modus van de
pomp
Reservoirvolume
8
LOOPT
Bat ± leeg
ResVol
50.0 ml
Batterijstatus
Status van
reservoirvolume