Faxen: Hoe kan ik?
In dit hoofdstuk vindt u informatie over faxen.
Een fax verzenden vanaf het apparaat
1. Kies het faxnummer met behulp van een van de volgende methoden:
Wanneer u bij het kiezen gebruikmaakt van de alfanumerieke knoppen, moet u spaties of
Opmerking
extra nummers opnemen, zoals netnummers, toegangsnummers voor buiten een PBX-
systeem (gewoonlijk een 9) of een internationaal kengetal. Zie
informatie.
2. Laad het document in de automatische documentinvoer of op de flatbedscanner.
3. Druk op
Wanneer de laatste pagina van de fax is uitgevoerd, kunt u de volgende fax versturen of
gaan kopiëren of scannen.
Voor het faxen naar veelgebruikte nummers kunt u een sneltoets of snelkiescode opgeven.
Zie
Wanneer u over elektronische adresboeken beschikt, kunt u deze gebruiken voor het
selecteren van ontvangers. Elektronische adresboeken worden met andere toepassingen
aangemaakt.
De instellingen voor fax verzenden of ontvangen, zoals de
antwoordmodus, wijzigen in HP Werkset
Op de pagina Verzendinstellingen configureert u de faxverzendinstellingen voor het
apparaat. Op de pagina Ontvangstinstellingen configureert u de faxontvangstinstellingen
voor het apparaat.
De wijzigingen die u aanbrengt in de verzend- en ontvangstinstellingen in de HP Werkset,
Opmerking
zijn van toepassing op alle toekomstige faxontvangsttaken.
NLWW
Gebruik de alfanumerieke knoppen op het bedieningspaneel om het nummer te kiezen.
Indien het faxnummer dat u kiest, is toegewezen aan een sneltoets, drukt u op de
bijbehorende sneltoets.
Als het faxnummer dat u belt een snelkiescode heeft, drukt u op
snelkiescode in met de alfanumerieke knoppen en drukt u vervolgens op
Als u scant vanaf de flatbedscanner, selecteert u Ja wanneer Verst. van glas? 1=Ja
2=Nee verschijnt. Vervolgens drukt u op
F
.
AX STARTEN
Snelkiescodes en sneltoetsen programmeren
Tekens gebruiken
E
.
NTER
en
Groepkiescodes
A
, voert u de
DRESBOEK
E
.
NTER
voor meer
programmeren.
Faxen: Hoe kan ik?
155