Code
Betekenis
F.788
Afgiftesyst. circuit: Pompfout
F.817
Fout omvormer: compressor
F.818
Fout omvormer: netspanning
F.819
Fout omvormer: oververhitting
F.820
Verbindingsfout: pomp afgiftecir-
cuit
F.821
Sensorfout: temp. voorl. verwar-
mingsst.
F.823
Heetgastemepratuur schakelaar
geopend
F.824
Gebouwcircuit: brijndruk te laag
Aanwijzing
Kan alleen in combinatie met een in-
gebouwde en geactiveerde tussen-
warmtewisselaarset optreden.
Fout heeft betrekking op de brijn-
druksensor van de buitenunit.
F.825
Sensorfout: temp. condensorinlaat
56
Oorzaak
–
De elektronica van de hoogefficiënte
pomp heeft een fout (bijv. droog
lopen, blokkering, overspanning,
onderspanning) vastgesteld en is
vergrendelend uitgeschakeld.
–
Defect in de compressor (bijv. kort-
sluiting)
–
Defect in de omvormer
–
Aansluitkabel van de compressor
defect of los
–
Verkeerde netspanning voor het
bedrijf van de omvormer
–
Uitschakeling door energiebedrijf
–
Interne oververhitting van de omvor-
mer
–
Pomp meldt geen signaal naar de
warmtepomp terug
–
Sensor niet aangesloten of sensorin-
gang kortgesloten
–
Beide aanvoertemperatuursensoren
in de warmtepomp zijn defect
–
De heetgasthermostaat schakelt de
warmtepomp uit als de druk in het
koudemiddelcircuit te hoog is. Na
een wachttijd volgt een bijkomende
startpoging van de warmtepomp. Na
drie mislukte startpogingen na elkaar
wordt een foutmelding weergegeven.
–
Koudemiddelcircuittemperatuur max.:
110 °C
–
Wachttijd: 5 min (na het eerste optre-
den)
–
Wachttijd: 30 min. (na het tweede en
elk daarop volgend optreden)
–
Terugzetten van de foutenteller bij
intreden van beide voorwaarden:
–
Warmteaanvraag zonder voortij-
dig uitschakelen
–
60 min ongestoord bedrijf
–
Drukverlies in het afgiftecircuit door
lek of luchtkussen
–
Afgiftecircuitdruksensor defect
–
Koudemiddelcircuit temperatuursen-
sor (dampvormig) niet aangesloten
of sensoringang kortgesloten
Oplossing
–
Warmtepomp gedurende minstens
30 sec. stroomloos schakelen
–
Steekcontact op de printplaat contro-
leren
–
Pompfunctie controleren
–
Afgiftecircuit ontluchten
–
Aanwezige vuilzeven op doorlaat-
baarheid controleren
–
Wikkelingsweerstand in de compres-
sor meten
–
Omvormeruitgang tussen de 3 fasen
meten, (moet > 1 kΩ zijn)
–
Kabelboom en steekverbindingen
controleren
–
Netspanning meten en evt. corrige-
ren
De netspanning moet tussen 195 V
en 253 V liggen.
–
Omvormer laten afkoelen en product
opnieuw starten
–
Luchttraject van de omvormer con-
troleren
–
Ventilator op werking controleren
–
De maximale omgevingstemperatuur
van de buitenunit van 46 °C is over-
schreden.
–
Kabel naar de pomp op defect con-
troleren en evt. vervangen
–
Pomp vervangen
–
Sensor controleren en evt. vervan-
gen
–
Kabelboom vervangen
–
EEV controleren
–
Vuilzeef in het koudecircuit evt.
vervangen
–
Afgiftecircuit op lekkages controleren
–
Water bijvullen, ontluchten
–
Steekcontact op de printplaat en aan
de kabelboom controleren
–
Druksensor op juiste werking contro-
leren
–
Druksensor vervangen
–
Sensor en kabel controleren en evt.
vervangen
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020291547_03