Voorwaarde: Systeemthermostaat aangesloten
▶
Schakel de warmwaterbereiding op de systeemthermo-
staat uit, → gebruiksaanwijzing systeemthermostaat.
5
Onderhoud
5.1
Product onderhouden
▶
Reinig de mantel met een vochtige doek en een beetje
oplosmiddelvrije zeep.
▶
Gebruik geen sprays, geen schuurmiddelen, afwasmid-
delen, oplosmiddel- of chloorhoudende reinigingsmidde-
len.
5.2
Onderhoud
Voor de continue inzetbaarheid, gebruiksveiligheid, betrouw-
baarheid en lange levensduur van het product zijn een jaar-
lijkse inspectie en een tweejaarlijks onderhoud van het pro-
duct door de installateur noodzakelijk. Afhankelijk van de re-
sultaten van de inspectie kan een vroeger onderhoud nodig
zijn.
5.3
Onderhoudsmeldingen aflezen
Als het symbool
op het display weergegeven wordt, dan
heeft het product een onderhoudsbeurt nodig of het product
bevindt zich in de beperkte werking (comfortbeveiliging).
Het product bevindt zich niet in de foutmodus, maar werkt
verder.
▶
Neem contact op met een installateur.
Voorwaarde: Lhm. 37 wordt weergegeven
Het product bevindt zich in de comfortveiligheidsmodus. Het
product heeft een permanente storing herkend en gaat ver-
der met beperkt comfort.
5.4
Vuldruk van de CV-installatie controleren
Aanwijzing
Om het gebruik van de installatie met een te
kleine waterhoeveelheid te vermijden en om
te voorkomen dat daardoor schade ontstaat,
beschikt het product over een druksensor en een
digitale drukweergave.
Om een perfecte werking van de CV-installatie te
garanderen, moet de vuldruk in koude toestand
tussen 0,1 MPa en 0,15 MPa (1,0 bar en 1,5 bar)
liggen.
Als de CV-installatie zich over meerdere etages
uitstrekt, kan een hogere vuldruk van de CV-in-
stallatie nodig zijn. Vraag hiervoor raad bij uw in-
stallateur.
10
Aanwijzing
Als de druk onder 0,07 MPa (0,7 bar) daalt, ver-
schijnt de melding M32.
Als de druk tot boven 0,07 MPa (0,7 bar) toe-
neemt, verdwijnt de melding M32.
Bijkomend wordt na ca. één minuut het symbool
weergegeven.
Als de vuldruk van de CV-installatie langer dan
één minuut onder 0,05 MPa (0,5 bar) daalt, ver-
schijnt op het display afwisselend de foutmelding
F.22 en de actuele vuldruk.
Wanneer de blokkeertijd is verlopen of wan-
neer de vuldruk van het CV-systeem tot boven
0,05 MPa (0,5 bar) toeneemt, dan verdwijnt de
foutmelding F.22.
1.
Laat de vuldruk van het cv-systeem via Menu Live
monitor Waterdruk weergeven.
2.
Laat bij een frequent drukverlies de oorzaak voor het
verlies van CV-water vaststellen en verhelpen. Breng
hierover uw installateur op de hoogte.
6
Verhelpen van storingen
6.1
Foutmeldingen aflezen
Foutmeldingen hebben prioriteit boven alle andere weerga-
ves en worden op het display in plaats van de basisweer-
gave weergegeven. Bij het tegelijk optreden van meerdere
storingen worden deze afwisselend gedurende telkens twee
seconden weergegeven.
Afhankelijk van het fouttype kan het systeem in noodbedrijf
werken om het CV-bedrijf of de warmwaterbereiding in stand
te houden.
F.723 Afgiftecircuit: druk te laag
Als de vuldruk onder de minimumdruk daalt, wordt de warm-
tepomp automatisch uitgeschakeld.
▶
Breng uw installateur op de hoogte, zodat hij CV-water
kan bijvullen.
F.1120 Verwarmingselement: fase-uitval
Het product beschikt over een interne contactverbreker die
de warmtepomp uitschakelt bij kortsluiting of uitval van één
(product met 230V-stroomvoorziening) of meer (product met
400V-stroomvoorziening) stroomvoerende fasen.
Bij een defecte elektrische hulpverwarming is de legionella-
bescherming niet altijd gegarandeerd.
▶
Breng uw installateur op de hoogte, zodat hij de oorzaak
verhelpt en de interne contactverbreker reset.
Gebruiksaanwijzing 0020291547_03