zijn daarom o.a. niet geschikt op energiefacturen op te stel-
len of te vergelijken.
Bij vervangen van de printplaat worden de waarden van
energieverbruiken, energie-opbrengsten en rendementen
in de bedieningsveld van de warmtepomp gereset.
4
Montage
4.1
Product uitpakken
1.
Haal het product uit de verpakking.
2.
Verwijder de documentatie.
3.
Verwijder de beschermfolie van alle delen van het pro-
duct.
4.2
Leveringsomvang controleren
▶
Controleer de leveringsomvang op volledigheid en be-
schadigingen.
Hoeveel-
Omschrijving
heid
1
Hydraulisch station
Producthouder
1
Zakje met documentatie
1
Zakje met installatiemateriaal
1
1
Keuzehendel voor driewegklep
1
Vulinrichting
1
5-polige 400 V-aansluitkabel 5 x 2,5 mm
1
Plakstroken voor geluidsvermindering
4.3
Opstelplaats kiezen
▶
De opstellingsplaats moet onder 2000 meter boven NAP
liggen.
▶
Kies een droge kamer die altijd vorstvrij is, die de maxi-
male opstelhoogte niet overschrijdt en die de toegestane
omgevingstemperatuur niet onder- of overschrijdt.
–
Toegestane omgevingstemperatuur: 7 ... 40 ℃
–
Toegestane relatieve luchtvochtigheid: 40 ... 75 %
▶
Let erop dat de vereiste minimumafstanden in acht geno-
men kunnen worden.
▶
Houd het toegestane hoogteverschil tussen buitenunit en
binnenunit aan. (→ Hoofdstuk 4.4)
▶
Houd er bij de keuze van de opstelplaats rekening mee
dat het product tijdens het gebruik trillingen aan de bo-
dem of aan in de buurt liggende wanden kan overbren-
gen.
▶
Zorg ervoor dat de wand effen is en voldoende draagver-
mogen heeft om het gewicht van het gevulde product te
kunnen dragen.
▶
Zorg ervoor dat er een doelmatige leidinginstallatie kan
plaatsvinden.
▶
Installeer het product niet boven een ander toestel dat
het zou kunnen beschadigen (bijv. boven een fornuis met
waterdamp en vrijkomend vet) of in een ruimte met veel
stofbelasting of in een corrosieve omgeving.
▶
Installeer het product niet onder een toestel waarbij er
vloeistoffen kunnen lekken.
22
4.4
Toegestane hoogteverschil tussen
buitenunit en binnenunit
Gerelateerd aan de opstelplaats van de buitenunit kan de
opstelplaats van de binnenunit hoger of lager zijn gelegen.
Het toegestane hoogteverschil is afhankelijk van het type
van de buitenunit:
4.4.1
Buitenunit met type S of M
Toesteltype
S, M
Het toegestane hoogteverschil tussen buitenunit en binnen-
unit is maximaal 15 m.
4.4.2
Buitenunit met type L
Toesteltype
L
Houd het toegestane hoogteverschil aan (→ installatiehand-
leiding buitenunit met type L)
4.5
Afmetingen
2
Installatie- en onderhoudshandleiding 0020291547_03
Productvoorbeeld
VWL 35/6 A 230V S2 tot VWL 75/6 A
230V S2
Productvoorbeeld
VWL 105/6 A 230V S2 tot VWL 125/6 A
S2
440
220
220
87
101
G1¼" G1¼"
G1" G1" G1" G1"
1
36
81
36
64,5
116,2
184