Uitlijnen bij koppelingsbedrijf
Bij koppelingsbedrijf moeten de assen axiaal en radiaal op elkaar worden uitgericht. Het instellen van
de ruimte tussen de koppelingshelften dient volgens de gegevens van de koppelingsfabrikant te
geschieden.
Gebruik uitsluitend koppelingen, die flexibel zijn t.a.v. midden-uitlijning, hoekuitlijning, parallelle-
uitlijning of die draai-elastisch zijn. Het gebruik van starre koppelingen is niet toegestaan; zij mogen
uitsluitend in uitzonderingsgevallen na overleg met de fabrikant worden toegepast.
Voorafgaand aan de inbedrijfstelling moet tenminste het volgende worden gecontroleerd:
•
Kan de loper gedraaid worden, zonder dat deze aanloopt?
•
Is de motor correct uitgelijnd en gemonteerd?
•
Hebben de uitgaande elementen de juiste instellingen?
•
Zijn alle elektrische aansluitingen, verbindingselementen en bevestigingsbouten juist aangehaald
en uitgevoerd?
•
Werken aangebrachte extra voorzieningen (bijv. rem) correct?
•
Bestaat er geen hinder aan de toevoer van koelmiddel?
•
Zijn er maatregelen ter bescherming tegen aanraking van bewegende en spanningsleidende
onderdelen getroffen?
4
Onderhoud
Installeren en verdere werkzaamheden uitsluitend bij spanningsvrij
geschakeld apparaat (alle polen van het net gescheiden) uitvoeren en de
motor stilzetten.
Dood, hartritmestoornissen
► 5 veiligheidsregels opvolgen, zie Hoofdstuk Lijst van de veiligheids- en
4.1
Inspectie
Naargelang de vervuiling dienen de motoren regelmatig over het gehele oppervlak te worden
schoongemaakt.
Eerste inspectie in normale gevallen na ong. 500 bedrijfsuren, op het laatst 1 jaar uitvoeren. Daarop
volgende inspecties dienen, naargelang de gebruiksomstandigheden, in geschikte intervallen,
bijvoorbeeld in perioden voor nasmeren en vetverversen, te worden uitgevoerd evenwel tenminste
eenmaal per jaar.
Er dient eveneens voor te worden gezorgd, dat de ontstane stoflaag van tijd tot tijd wordt verwijderd.
Bij de inspectie dient erop te worden gelet,
•
dat aan de technische gegevens op het typeplaatje wordt voldaan,
•
dat er geen lekkages (olie, vet, water) bestaan,
•
dat de loopgeluiden van de lagers en de looprust van de motor niet slechter zijn geworden,
•
dat alle bevestigingsschroeven voor elektrische en mechanische verbindingen nog stevig
aangehaald zijn,
Gevaar
installatieinstructies op pagina 5
9