Storing verhelpen
Capaciteit, druk of vacuüm te laag
De pomp behaalt niet het in de technische gegevens of in het gegevensblad aange-
geven vermogen.
Oorzaak
In de pompkop heeft zich conden-
saat verzameld.
Aan de drukzijde is er overdruk en
aan de zuigzijde is er tegelijkertijd
vacuüm of een druk die hoger is
dan de atmosferische druk.
Pneumatische leidingen of aan-
sluitdelen hebben een te kleine
doorsnede of zijn gesmoord.
Bij de pneumatische aansluitingen,
de leidingen of de pompkop zijn er
lekkages.
Pneumatische aansluitingen of lei-
dingen zijn geheel of gedeeltelijk
verstopt.
Kopdelen zijn verontreinigd.
Werkmembraan gebroken
Werkmembraan, veiligheidsmem-
braan of ventielen zijn versleten of
defect.
Koppeling versleten of defect.
De pomp maakt andere geluiden en trilt tijdens de werking
Oorzaak
Pomplager versleten of defect.
Motor versleten of defect.
Koppeling versleten of defect.
50
Vertaling van de originele bedienings- en installatie-instructies, nederlands, KNF 318761-343752
Probleemoplossing
à
à
à
à
à
à
à
à
à
à
à
à
à
à
à
Tab.23
Probleemoplossing
à
à
à
à
Tab.24
Scheid de condensaatbron van de pomp.
Spoel de pomp bij een atmosferische druk enkele
minuten met lucht (indien om veiligheidsredenen
noodzakelijk: met een inert gas).
Monteer de pomp op het hoogste punt in het sys-
teem.
Wijzig de pneumatische condities.
Koppel de pomp los van het systeem om de pres-
tatiewaarden te bepalen.
Hef evt. de smoring (bijv. ventiel) op.
Gebruik evt. leidingen of aansluitdelen met een
grotere doorsnede.
Verhelp de lekkages.
Controleer de pneumatische aansluitingen en lei-
dingen.
Verwijder verstoppende delen en deeltjes.
Reinig de kopcomponenten.
Schakel de pomp direct uit.
Controleer of in de bewaakte tussenruimte tussen
werkmembraan en veiligheidsmembraan de druk
is gestegen. Vervang het werkmembraan en het
veiligheidsmembraan voordat de pomp weer in
gebruik wordt genomen (zie hoofdstuk 8 Onder-
houd).
Vervang het werkmembraan, het veiligheidsmem-
braan en de ventielen (zie hoofdstuk 8 Onder-
houd).
Zie bedieningshandleiding koppeling.
Stel de oorzaak vast.
Neem contact op met de KNF-klantenservice.
Zie de bedieningshandleiding motor.
Neem contact op met de KNF-klantenservice.
membraanpomp N630.12
12/22