Sturen met camera
Het werktuig is uitgerust met een camerastuursysteem
(1) dat de gewasrijen kan detecteren en identificeren
terwijl u langs de rijen in het veld rijdt. De camera re-
gelt het zijdelingse schakelframe dus het werktuig is
zelfstellend tijdens het bedrijf op het veld. Gebruik de
externe handleiding van de camera om de instellingen
van de camera aan te passen.
De camerasteun kan direct boven een segment worden
geplaatst om 2 gewasrijen te zien (A) of tussen twee
segmenten worden geplaatst om 3 rijen te zien (B) voor
een precisie van minder dan 1 cm (0.4 in), aan hoge
snelheid of op golvende grond bedraagt de nauwkeu-
righeid tot 2.5 cm (1 in). Monteer en verstel de camera
nauwkeurig voordat u op het veld aan het werk gaat om
schade aan het gewas te vermijden.
Bedien de camera volgens de externe handleiding van
de specifieke camera. Terwijl de tractor met het werk-
tuig stilstaat en uitgelijnd staat met de rijen op het veld,
zet de camera dan aan en voer de aanpassingen uit
volgens de bijgeleverde handleiding. Verstel het zijde-
lingse schakelframe correct met behulp van de handlei-
ding. Zoek het best mogelijke camerasignaal met be-
hulp van de handleiding.
Het werktuig wordt versteld en werkt onafhankelijk van
de positie van de tractor in de rijen. De hoogte en de
hoek van de camera kunnen worden versteld naarge-
lang de groeifase van het gewas.
OPMERKING: De camera moet recht boven een segment
worden geplaatst of in het midden tussen twee segmenten
voor de best mogelijke precisie < 1 cm (0.4 in).
6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6-12
1
ZEIL19TIL0409AA
2
ZEIL19TL0078AA
3
ZEIL19TL0079AA