Kouterdruk/zaaidiepte
Kouterdruk/zaaidiepte
Om de juiste zaaidiepte te bereiken, is het mogelijk de
spanning van de kouter bij te stellen.
Ook bestaat de mogelijkheid om de buitenste kouter
met sporenwisser individueel bij te stellen.
Afstelling van de kouterdruk
De veerspanning bepaalt de diepte van de zaaikouters.
Men moet niet vergeten dat een te grote rijsnelheid
ongelijkmatige zaaidiepte kan veroorzaken.
Kouterdruk kan centraal afgesteld worden (met
uitzondering van de buitenste kouter). De verstelling
gebeurt door de spindel van de kouterbalk met de
hendel van de afdraaiproef te draaien. Zie afbeelding
3N.
Omdat de buitenste kouters in de sporen van de
zaaimachinewielen lopen, is de veerspanning
onafhankelijk in te stellen tot een max. belasting van 17
kg. De afstelling gebeurt door de spindel met de hendel
van de afdraaiproef te draaien. Zie afbeelding 3P.
Afbeelding 3N. Centrale afstelling van kouterdruk
16
Naast centrale afstelling van de kouterdruk is elke
kouter ook nog onafhankelijk in te stellen door de positie
van de veer op de kouterarm te wijzigen.
De grootste kouterdruk wordt verkregen door de veer in
zijn hoogste positie te plaatsen.
Onafhankelijke afstelling van de kouterdruk kan
gebruikt worden om de kouters achter de tractorbanden
wat meer druk te geven voor gelijke indringing ten
opzichte van de overige kouters. Zie afbeelding 3Q.
Afbeelding 3P. Afstelling van de kouterdruk
van de Buitenste kouter
Afbeelding 3Q. Individuele kouterdrukinstelling.