3. Zaaimachine afstellen
Afdraaiproef
Algemeen
Voordat men met werkzaamheden begint, dient men de
onderstaande handelingen uit te voeren:
Afdraaien van de zaaimachine
Afstelling van de kouterdruk/diepte
Afstelling markeurs.
Afdraaien van de zaaimachine
De afdraaiproef dient volgens de onderstaande
procedure uitgevoerd te worden.
Roeras
Bij het zaaien van grote zaden, zoals bonen of erwten,
dient de roeras onderin de zaadbak uitgeschakeld te
worden. Nadere informatie over het zaaien van
bijzondere zaden is terug te vinden in het hoofdstuk
Zaaien van bijzondere zaden op blz. 14.
Het uitschakelen van de roeras gebeurt door de pin op
het kettingwiel van de roeras verwijderen. Zie
afbeelding 3A.
Bodemkleppen
Bodemkleppen moeten zo dicht mogelijk tegen de
zaaiwielen worden afgesteld. De zaden mogen echter
niet beschadigd raken of samengeperst worden.
De verstellen van de positie van de bodemkleppen
gebeurt door middel van een hendel welke aan de linker
zijde van de zaadbak te vinden is. Zie afbeelding 3B.
Afstelling van de bodemkleppen is afhankelijk van de
zaadsoort.
Fijne zaden:
Graan:
Ertwen Bonen ed..:
1
2-3
3-6
Afbeelding 3A. Uitschakeling Roeras. .
Afbeelding 3B. Hendel voor bodemkleppen verstelling. .
11