Calibration
Zaadschuiven
Alle zaadschuiven moeten zo ver mogelijk open staan
zonder dat er zaad over de zaaiwielen loopt.
De zaadschuiven kunnen op 4 verschillende standen
handmatig afgesteld worden door ze omhoog of omlaag
te verschuiven.
In de bovenste stand (stand 1) zijn de zaadschuiven
maximaal open. Zie afbeelding 3C.
Afbeelding 3C. Zaadschuiven.
12
Zaaipijpen laten zakken
Voor het afdraaien dient u de zaaipijpen te laten zakken
zodat er ruimte onder de zaaihuizen onstaat voor de
afdraaibakken. De zaaipijpen laat u zakken door aan de
knoppen aan de zijkant van de zaadbak te trekken. Zie
afbeelding 3D en 3E
Afbeelding 3D. Knop voor zaaipijpen te laten zakken.
Afbeelding 3E. Gezakte zaaipijpen