herschikt bijvoorbeeld A ^ 2 =4 tot A =
De onbekende veranderlijke mag niet voorkomen als exponent.
Iteratieve oplossingen
Als de Oplosser er niet in slaagt de onbekende veranderlijke af te zonderen,
kan hij geen rechtsreeks oplossing aanleveren. In die gevallen zoekt de
Oplosser iteratief naar een oplossing.
Bij zijn iteratieve zoektocht naar een oplossing zoekt de Oplosser naar een
waarde die de waarde van de linkerzijde van de vergelijking gelijk stelt aan de
waarde van de rechterzijde. Om dit voor elkaar te krijgen start de Oplosser met
twee initiële schattingen van het antwoord, die we schatting #1 en schatting #2
zullen noemen. Op basis van schatting #1 berekent de Oplosser waarden voor
de linker en de rechterzijde van de vergelijking ( LEFT en RIGHT ) en berekent
daarna LEFT min RIGHT ( LEFT − RIGHT ). Daarop doet de Oplosser hetzelfde voor
schatting #2. Indien geen van beide schattingen leidt tot een waarde nul voor
LEFT − RIGHT , analyseert de Oplosser de resultaten en komt hij tot twee nieuwe
schattingen, waarvan hij aanneemt dat ze dichter bij het antwoord zullen
komen. Door het steeds maar herhalen van dit proces komt de Oplosser steeds
dichter bij het antwoord. Tijdens dit zoeken geeft de rekenmachine de twee
lopende schattingen weer op het display, samen met het teken van ( LEFT − RIGHT )
elke schatting, zoals getoond.
*
Een vergelijking kan worden herschreven om de Oplosser te dwingen de negatieve
wortel te vinden. Indien bijvoorbeeld A ^ 2=4 wordt herschreven als (–A) ^ 2=4,
herschikt de Oplosser de vergelijking tot A=–
†
De kans dat de Oplosser iteratief tot een oplossing komt kan vaak worden vergroot
door de vergelijking zo te herschrijven dat de onbekende veranderlijke niet als deler
voorkomt. De Oplosser zal bijvoorbeeld gemakkelijker A oplossen indien de
vergeklijking 1÷(A ^ 2–A)=B wordt herschreven als (A ^ 2–A) ×B=1.
4
en berekent de oplossing +2.
†
Teken van LEFT − RIGHT voor elke schatting
en berekent de oplossing –2.
4
B: Meer over de berekeningen 243
*