Tabel 12–2. Oplosser functies voor vergelijkingen (vervolg)
Functie
HMS( time )
HRS( time )
IDIV( x : y )
IF( cond : expr
: expr
1
2
INT( x )
INV( x )
IP( x )
ITEM( SUM–lijstname:i
tem# )
L(x: expr )
LN( x )
LNP1( x )
LOG( x )
MAX( x : y )
MIN( x : y )
MOD( x : y )
PI
RND( x : y )
S( variabele naam )
SGN( x )
Zet tijd in decimale uren om naar het formaat
HH.MMSS .
Zet tijd om van het formaat HH.MMSS naar
decimale uren.
Geheel deel van het quoti ë nt van x/y.
)
Voorwaardelijke uitdrukking: als voorwaarde waar
is, gebruik dan expr
gebruik dan expr
Grootste geheel getal kleiner dan of gelijk aan x.
Inverse van x; 1/x.
Geheel deel van x.
Waarde van het gespecificeerde SUM–lijst item.
Sla de waarde van expr op in variabele x. De
variabele verschijnt niet in het SOLVE-menu als het
slechts wordt gebruikt in de L- en G-functies. Dit is
handig als u een complexe uitdrukking heeft die
dezelfde sub-expressie meerdere malen gebruikt,
bijvoorbeeld: (1+i)^N x PV+((1–(1+i)^N)/(1–(1+i))) x
PMT+FV
Kan als volgt worden geschreven:
Natuurlijk (basis e) log van x.
In (1 + x)
Gewoon (basis 10) log van x.
Vergelijkt x en y en brengt de grootste van de twee terug.
Vergelijkt x en y en brengt de kleinste van de twee terug.
Rest van de deling x/y. MOD(x,y) = x − y x INT(x/y)
π ; 3,14159265359 (12 cijfers).
Rondt x af tot y decimalen als 0 ≤ y ≤ 11, of rondt x
af tot y tekenificante cijfers als − 12 ≤ y ≤ − 1. y
moet een geheel getal zijn.
Gebruikt in een IF functie om te testen of oplossing
voor de genoemde variabele. Gebruikt om
verbonden vergelijkingen te combineren in één
Oplosser menu. Zie pagina 176.
Teken van x (+1 als x > 0, 0 als x =0, − 1 als x < 0.
Omschrijving
; als voorwaarde vals is,
1
. Zie pagina 172
2
.
12: Vergelijkingsoplosser 169