Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
NL
APPARAATBESCHRIJVING
3.4
TECHNISCHE GEGEVENS
Spanning:
Zekering:
Aansluitkabel:
Max. stroomverbruik:
Beschermingsklasse:
Opnamevermogen toestel:
Max. werkdruk:
Max. volumestroom:
Volumestroom bij 12 MPa
(120 bar) met water:
Max. toeg. temperatuur van het
bedekkingsmateriaal:
Max. viscositeit:
Ledig gewicht:
Inhoud hydraulische olie :
Hydraulische behuizing
Transmissie (Vet)
Max. trillingen bij het spuitpistool: minder dan 2,5 m/s²
Max. geluidsdrukniveau:
* Meetlocatie: op 1 m afstand naast het apparaat en 1,60 m
boven de grond, 12 MPa (120 bar) werkdruk, akoestisch
harde ondergrond
36
230-240 Volt ~, 50 Hz
16 A traag
6 m lang, 3x1,5 mm²
7,0 A
IP 54
1,3 kW
25 MPa (250 bar)
2,6 l/min
2,3 l/min
43°C
20.000 mPas
37 kg
1,3 liter
45 g
75 dB(A)*
4
INBEDRIJFSTELLING
4.1
PISTOOL
1. Ofwel de slangzweep (1, bij injectiewerkzaamheden)
ofwel de mondstukhouder met mondstuk (2, bij
spuitwerkzaamheden) vastschroeven op het pistool.
Verwijder voor injectiewerkzaamheden het
in het pistool voorgemonteerde filter zoals
hieronder beschreven, om ervoor te zorgen
dat het niet verstopt raakt.
2. Trek de beschermbeugel (3) met kracht naar voren.
3. Draai de handgreep (4) uit de pistoolbehuizing. Verwijder
het insteekfilter (5).
4. Draai de handgreep (4) in de pistoolbehuizing en draai
deze vast.
5. Klik de beschermbeugel (3) vast.
1
2
3
4.2
HOGEDRUKSLANG EN DRUKMETER
Om te kunnen controleren of de slang
onder druk staat, moet de meegeleverde
manometer op de hogedrukslang bevestigd
worden.
1. Manometer (11) op de slangaansluiting (A) of op het
pistool (B) vastschroeven.
11
Super Finish 23 CR
4
11
5
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
