Voorbeeld met aardgas G20:
Werking aan maximum modulatievermogen
Gasdruk bij een vermogen van 8000 kW
Druk in de verbrandingskamer
39,2 + 5
druk nodig op het afnamepunt 1)(Afb. 29).
5.14.5 Aansluiting gasstraat - ontstekingsvlam
De brander is voorzien van een speciaal ontworpen gasstraat die
op de mof bevestigd is.
Voer de aansluiting op de hoofdgasstraat uit achter de filter
of de drukregelaar (afhankelijk van de configuratie).
Toevoerdruk 68 ÷ 500 mbar.
OPGELET
5.14.6 Ontstekingsvlam
Voor een correcte functionering moet de gasdruk geregeld wor-
den die wordt gemeten op het drukafnamepunt 1)(Afb. 30). Han-
del als volgt:
Model
Gas
RLS 1300/E C11
G20
Controleer de stabiliteit van de ontstekingsvlam
alvorens de hoofdbrander te ontsteken.
OPGELET
Controleer het volgende in geval van problemen bij de ontste-
king:
de juiste stand van de ontstekingselektrode;
de gasdruk, volgens de uitleg.
+
2
= 39,2 mbar
= 5 mbar
= 44,2 mbar
mbar
Sm
26
20125165
Installatie
3
/h
19
Tab. I
1
Afb. 29
27
NL
20094558
Afb. 30
20124045